Evert-Jan Ulrich: ‘Geen afvinklijstje afwerken, maar de energie opsporen’

Het onderwijs gaat radicaal op de schop. Tenminste, als het aan Evert-Jan Ulrich ligt. Hij heeft zijn mouwen al opgestroopt: binnen ‘het systeem’ als lector Onderwijsinnovatie bij de HAS Hogeschool; buiten ‘het systeem’ als initiatiefnemer van de Dutch Innovation School. Tekst: Erno Mijland.

De zon schijnt. Op een bankje met uitzicht op natuurreservaat De Moerputten aan de zuidkant van Den Bosch spreek ik met Evert-Jan Ulrich. Een rustige vijftiger met onrustige ideeën over onderwijs in de eenentwintigste eeuw. ‘Onze wereld verandert snel, wordt steeds complexer. Je redt het niet meer met het afvinklijstje van wat je moet kunnen voor een bepaald beroep. In de nieuwe wereld van werk maken beroepen plaats voor taken. Je wordt tijdelijk ingezet om een specifieke klus te klaren. Omdat jij de specialist bent die bovendien toegang heeft tot actuele kennis en waardevolle netwerken. Het is vooral niet de bedoeling dat je dingen gaat doen waar je niet heel erg goed in bent. Daar zijn anderen voor. Het is de nieuwe werkelijkheid: we kunnen het ons niet langer veroorloven die te ontkennen. Het vraagt een volledig andere focus van het onderwijs: die op het ontwikkelen van uniek talent met een ondernemende houding.'

Geen dingen doen waar je niet heel erg goed in bent

Talent centraal. Dat roept toch elke school?

‘Roepen is een ding, ernaar handelen is wat anders. Mijn idee is dat dat in elk geval niet gebeurt in traditionele vormen van onderwijs. Neem de organisatie van opleidingen: die is gebaseerd op gestandaardiseerde vakkenpakketten. Die zijn gebaseerd op een beroep of op een domein van beroepen. Niet op het talent van de individuele student. We moeten ook af van het denken in tijdseenheden. Ga maar na: lesroosters, studiebelastingsuren… voor elke stap in het leerproces staat een bepaalde periode, voor elke studie een bepaald aantal jaren. Maar leren en ontwikkelen gaat met horten en stoten: soms snel, soms langzaam, en voor iedereen anders. Tijd heeft daar allemaal niets mee te maken. Energie en motivatie wel: die maken de potentie vrij. Als er geen energie is, wordt er niets geleerd. Dus moet je zoeken naar waar die energie zit. En er vervolgens simpelweg een vlammetje bijhouden.’

En dan? Het gaat toch niet vanzelf?

‘Nou, eigenlijk wel. Ik zie studenten die weten wat ze kunnen en willen. In korte tijd streven ze hun docenten voorbij. Ze hebben immers – vooral dankzij het internet – toegang tot alle kennis die ze nodig hebben. Het wil niet zeggen dat je als begeleider geen rol meer hebt. Een belangrijke vraag vind ik bijvoorbeeld: hoe krijg je jonge mensen tot zelfsturing? Dat is een kwaliteit die je niet bij elkaar kunt googelen. Hoe krijg je studenten zover dat ze zich eigenaar gaan voelen van hun eigen leerproces en het lef hebben om daarin stappen te zetten? Dat ze hulp durven te vragen om verder te komen? De nieuwe rol van de docent is dan die van coach: iemand die in je gelooft, die je uitdaagt en je de ruimte geeft.’

Hoe krijg je jonge mensen tot zelfsturing?

In het kader van uw lectoraat is de hogeschool gestart met een Innovatieklas. Ik neem aan met echte coaches als begeleiders?

‘Zeker. Dit jaar draaien we de tweede groep. Het gaat om studenten in de afstudeerfase. Er is geen voorgedefinieerd programma. De studenten moeten alleen een project doen binnen een organisatie in de echte wereld. Een realistische opdracht dus, waarvoor ze ook betaald moeten worden. Ze voegen immers reële waarde toe. Dat is de uitdaging. We beginnen met een tweedaagse waarin de mens achter de student centraal staat: wie ben je, wat zijn je wensen, je verlangens? Nee, het is geen zwaar psychologisch programma. We gaan gewoon open met elkaar in gesprek. Een talententest maakt ook deel uit van deze tweedaagse. De studenten doen dat bijna allemaal voor het eerst in hun leven. Stel je voor!’

En dan?

‘Dan geven we ze de ruimte om te doen waar hun passie ligt. De een heeft daar al een duidelijk beeld van, de ander zoekt nog. Geen probleem, ze krijgen de tijd. Voor hun opdracht maken ze een business plan. Ze maken ook gebruik van elkaars kennis, ervaringen en ideeën. Wij ondersteunen met sprekers van buiten, met goede boeken en onze netwerken. Aan het eind van het traject moeten ze laten zien wat ze hebben bereikt. Hoe, dat mogen ze zelf bepalen: een verslag kan, maar er zijn ook studenten die een blog bijhouden. Een van de studenten uit de eerste groep heeft zelfs een complete documentaire gemaakt. We merken dat het merendeel van de deelnemers zich snel ontwikkelt. Dat levert soms spanningen op met het systeem. Zo realiseerde een student zich tijdens dit traject dat hij eigenlijk iets heel anders wilde. Hij is gestopt met zijn studie om de opleiding Game Design te gaan doen. Niet zo goed voor de hogeschool, wel voor die student. Andere studenten hebben mot met hun docenten omdat ze naast hun studie heel veel tijd gaan steken in projecten waar ze enthousiast over zijn geworden. Dat gaat dan ten koste van het halen van studiepunten.’

Ruimte om te doen waar de passie ligt

Dus de hogeschool trekt er straks de stekker uit.

‘Nee hoor. Men ziet gelukkig ook wat het allemaal oplevert. De kernwaarden van de Innovatieklas – waarde creëren, duurzaamheid, talent, ondernemendheid – zijn allemaal terug te vinden in de nieuwe visie van de hogeschool.’

U bent ook initiatiefnemer van de Dutch Innovation School. Gaat het te langzaam bij de HAS?

‘Dat is het niet. De Dutch Innovation School moet een plek worden waar jongeren stappen kunnen maken richting toekomst buiten het kader van een traditionele opleiding. Doelgroep: jongeren die te creatief, te hoogbegaafd, te ondernemend of te dyslectisch zijn en daardoor uitvallen in het reguliere onderwijs. Drop outs dus. Het zijn jonge gasten die me vertellen dat ze het systeem niet begrijpen, dat er niet naar hun vragen geluisterd wordt. We willen ze de kans bieden zich tot drop in te ontwikkelen: mensen die volop meedoen en een belangrijke bijdrage leveren aan een duurzame samenleving. Medio februari volgend jaar willen we van start gaan in een omgeving in Den Bosch waar ook veel bedrijven gehuisvest zijn. Zodat ze laagdrempelig toegang hebben tot ondernemende mensen van alle generaties. Vanuit het lectoraat hoop ik op mijn beurt inspiratie op te doen voor innovatieve vormen van leren.’

Wat gaat nu de echte verandering brengen: initiatieven binnen of juist buiten het systeem?

‘Ik geloof in de kracht van allebei. Binnen het systeem zoek je de grenzen op. Buiten het systeem doe je nieuwe ervaringen op die alleen kunnen ontstaan omdat je geen last hebt van beperkingen: de regels van het ministerie en de inspectie, het beleid van een onderwijsorganisatie. Je creëert je eigen playground. De succeservaringen van buiten breng je terug in het systeem.’

Over Evert-Jan Ulrich

Voor zijn aanstelling als lector Innovatie & Ontwikkeling in mei van dit jaar was Evert-Jan Ulrich verbonden aan de HAS Hogeschool als docent-adviseur bedrijfskunde en directeur Food & Business. Hij stond er aan de wieg van de in 2006 geaccrediteerde opleiding Food Design & Innovation. Ulrich volgde zelf een opleiding aan de Wageningen University, waar hij zijn loopbaan begon bij de vakgroep bedrijfskunde.

In Eindhoven is onlangs de Dynamo Academy van start gegaan, net als de Dutch Innovation School een traject voor jongeren voor wie een traditionele opleiding niet aansluit. Lees dit artikel op Blendle/Cafeyn.

Klik voor meer onderwijsverhalen van Erno Mijland in Blendle/Cafeyn.

Mijn gekozen waardering € -

Erno Mijland (1966) is publicist. HijŒ schrijft voor verschillende onderwijsbladen, onder andere over toepassing van ict / technologie en didactiek. Daarnaast schreef hij – deels met anderen – meer dan vijftien boeken over onder andere gamen en opvoeden,Œcreatief denken en loopbaan.