Gapen in Sintra

Natuurlijk, Lissabon is en blijft een geweldige stad. Maar vlak bij de Portugese hoofdstad ligt een verrassende side-step. Een cultureel historisch verantwoord Disney-land, compleet met roze kastelen en vorstelijke tuinen. Sintra, sprookjesstad op hoogte.

Het lijkt op scheuren, maar gaat met hooguit 45 kilometer per uur. Bergopwaarts, in een elektrische mini-auto van hard groen plastic. Voor een tour langs wonderschone paleizen, betoverende tuinen en een park vol indrukwekkende folly´s. Gelegen in de heuvels rond Sintra, Portugese sprookjesstad, op 30 kilometer van Lissabon.

Een dagtrip zou het worden, naar de stad die op de werelderfgoedlijst van UNECO staat. Wandelen was geen optie. Te tijdrovend. En in eigen auto de smalle wegen rond Sintra betreden, is alleen weggelegd voor waaghalzen. Dus werd het een elektrische kar. Verantwoord rond rijden. Voor een dag, dachten we toen nog.

Valkuil

Maar al de eerste ochtend stapten we in de ultieme valkuil, waarvoor we nog zo hard gewaarschuwd waren: Quinta do Regualeira. Een magische verzameling bizarre bouwwerken, verdeeld over een terrasvormig aangelegde tuin om in te verdwalen. Met op iedere hoek een nieuwe verbazing. Een kapel in Gotische stijl van tien vierkante meter, compleet met grafkelder. Een grottenstelsel rond een verborgen meer. Een 27 meter diepe bron, te bereiken via een wenteltrap met boogramen. Alles omringd door een bedwelmende hoeveelheid bloemen, bomen en planten van over de hele wereld, watervallen en standbeelden van trollen en zeemonsters.

De folly´s zijn eind 19e eeuw gecreëerd door Carvalho Monteiro, die de zomers doorbracht op het familieverblijf in Sintra. In zijn zoektocht naar een aards paradijs besloot de Tempelier zijn fantasie te laten gaan. Met de bouwsels en een paleis, met binnen alle kleuren van de regenboog, als resultaat. Betoverend.

Subliem taartje

Het besef kwam al snel: Sintra is te groots om in één dag te verkennen. Want de Quinta do de Regualeira is slechts één van de monumentale attracties in de heuvels rond het pastelkleurige centrum. Bij een kop koffie en subliem taartje in café A Piriquita, op de hoek tegenover het Palacio Nacional, worden de plannen bijgesteld. Een hotel geboekt en het groene plastic monster een dag langer gehuurd.

Eerste stop dag twee: het Palacio Nacional, het voormalig koninklijk paleis, gelegen aan het grote plein waar alle – deels doodlopende – straatjes in Sintra op uitkomen. Pracht en praal uit de Portugese Gouden 16e Eeuw, waar je als bezoeker – met open mond – vrij doorheen kunt dwalen. Van de mega tweeling open haard tot de voormalige keuken. Van de Blauwe Kamer tot de barokke kapel met houten plafond. Ogen te kort, een camera te weinig.

Wereldwonder

Dat gebeurt ook bij het Palacio de Pena, dat net als de andere paleizen aan de rondom Sintra omhoog en omlaag slingerende weg ligt. Een meesterwerk in roze en zachtgeel, beschouwd als één van de zeven Portugese wonderen. Het schilderatelier van koning Carlos van Portugal (1889 tot 1908), is er te vinden, net als een afschrikwekkend manshoog beeld van Portikus (half mens – half vis), dat zweeft boven de ingang tot het paleis. Het Palacio de Monserrate, van de hand van James Knowles in 1858, is zo mogelijk nog romantischer. Vol exotische decoraties en gelegen in een park waar je moeiteloos een dag stuk kunt slaan. Net als in het Palacio Real Queluz en het klooster van Santa Cruz. Sintra bezoeken is een kwestie van keuzes maken.

En in de verte, op de hoogste bergtop, kijkt het Moorse Castelo dos Mouros over alles en iedereen uit. Een ruïne, maar wel één met gezag.

James Bond

Twee dagen later dan gepland, na een avond authentiek Portugees snacken in Tasco do Manel (aan het steile Virgilio Horta-straatje aan de rand van het centrum van Sintra), gaat de reis richting kust. Naar het vorstelijke Cascais, gebouwd op de oevers van de Atlantische Oceaan. Beroemd door het koninklijke verleden en als vertrekpunt van de Portugese ontdekkingsreizigers begin 16e eeuw. En als magneet voor de jetset, met bijbehorende prijzen voor onroerend goed en lunches met zeezicht.

De sfeer is de afgelopen jaren wat gemoedelijker geworden. In de haven, een charmante toeristen-val, deels gebouwd door Nederlandse ingenieurs, en in de straten daarachter. De arrogantie van de goed geklede, flanerende inwoners is gebleven. Je kan je voorstellen dat Ian Flemming juist hier James Bond bedacht. Mooi om te bekijken vanaf een terras of een bankje in het stadspark Marcheal Carmone.

Avonturen

Van daaruit is het een paar minuten wandelen naar het museum Guimaraes, dat lijkt op te rijzen uit de oceaan. Architectonisch interessant, neergezet in 1902, bedacht door multi-miljonair Condes de Castro, die er zijn persoonlijke kunstcollectie in onder bracht. Met Gotische torens, zachtgeel geschilderde buitenmuren, een verrassende patio en fascinerende tegeltableau´s. Jammer genoeg is de inhoud, helemaal na dagen gapend om je heen kijken in Sintra, minder spannend. Meest opvallende stuk in de collectie is een 16e eeuwse roman, gebaseerd op de avonturen van koning Alfonso Henriques.

Estoril laten we deze reis letterlijk links liggen. De badplaats is een mekka voor watersporters en heeft een kilometers lang zandstrand, maar mist de chique van de buren in Cascais. En: er moet geshopt worden! Na dagen cultureel historische hoogtepunten bezoeken, biedt de shopping mall van Cascais de ultieme tegenhanger. Alle grote merken, verzameld in een airco- complex, met bioscopen en fastfood-restaurants. Soms moet dat gewoon.

Eerder verschenen in PS De Wereld – bijlage van Het Parool

Image by Oleg Shakurov from Pixabay

Mijn gekozen waardering € -

Geef een reactie