Goeie koffie is helemaal geen ontbossingskoffie

Met de ontbossingswet schroeft Europa vanaf 2024 de eisen op aan importeurs van gewassen van buiten Europa. Er mag geen meter bos meer voor gekapt. Ingewikkeld voor importeurs, moeilijk voor de kleine koffieboer. Tenzij die al specialty coffee teelt.

Als student tropische landbouw liep de Fransman Arnaud Causse (59) in de jaren tachtig van de vorige eeuw stage in Congo. ‘Met bulldozers walsten we het oerwoud plat. Daar was toch niets en zo konden we gemakkelijk koffie planten. Verschrikkelijk wat we deden, nu schaam ik me daarvoor,’ zegt Causse, die tegenwoordig door heel Latijns-Amerika boeren adviseert in de transitie naar meer duurzame specialty coffees: kwaliteitskoffies die zoveel meer opbrengen dat koffieboeren milieuvriendelijker kunnen telen.

Causse teelt ook zelf koffie. Een droge, kale berg op een uurtje rijden van Ecuadors hoofdstad Quito beplantte hij tien jaar geleden met koffie die daar niet gemakkelijk groeit. Zijn Ecuadoriaanse compagnon Wilson Cabascango (45 ) toont op een rondleiding hoe ze droogte en plagen experimenteel bestrijden. Nieuwe variëteiten die beter tegen de droogte kunnen. Compostmengsels van geplette bananenplanten en houtskool om de aarde te verrijken. Sanseveria’s die tussen de koffieplanten omhoog schieten. ‘Hun wortels houden de grond langer vochtig,’ legt Wilson uit.

Wilson Cabascango toont de sansevierias tussen de koffie

Een decennium later telen Causse en Cabascango hun koffies onder een bladerdak van Johannesbroodbomen, op de voorheen kale berg. Cabascango: ‘Er was hier niks, nu zien we colibries fladderen.’ Causse: ‘We zien dat de berg beetje bij beetje transformeert. We gebruiken geen chemische bestrijdingsmiddelen meer, heel soms nog wat kunstmest. We hebben een mooiere omgeving gemaakt, een kleine oase in een droge omgeving. We hebben er bijen en zwaluwen gebracht. Het blijkt te werken, we telen er nu specialty coffees.

Koffieteelt rond Chirinos, Cajamarca, langs de pacific hellingen van de Andes

Green deal

In de strijd tegen klimaatverandering wil Europa verduurzamen, daarom legt het de koffiehandel wereldwijd nieuwe regels op: vanaf november 2024 eist de ontbossingswet van importeurs aan te kunnen tonen precies waar, wanneer en door wie producten zijn geteeld. ‘Om te bewijzen dat er geen bos voor is gesneuveld, zegt Gert van der Bijl, landbouwkundige bij Solidaridad, een ngo (of netwerkorganisatie) voor duurzame ontwikkeling.

Van der Bijl toert door Nederland om importeurs de wet uit te leggen. ‘De ontbossingswet is onderdeel van de Green deal. Elf procent van de wereldwijde CO2-uitstoot komt door ontbossing, tien procent daarvan door EU-import,’ rekent Van der Bijl voor. ‘Negen procent daarvan is koffie. Dus onze koffie-import draagt voor ongeveer 0,1 procent bij aan klimaatverandering. Dat lijkt weinig, maar de klimaatdoelen kunnen we alleen halen door op alle terreinen tegelijk te handelen. ’

Door precieze herkomst te koppelen aan satellietbeelden kunnen importeurs bewijzen dat er geen bos is gekapt. In de gangbare koffieteelt wordt dat moeilijk, zegt adviseur Van der Bijl. ‘In Indonesië is bijvoorbeeld zoveel tussenhandel, daar wordt het echt complex om te garanderen dat je koffie ontbossingsvrij is.’

Van der Bijl wijst op recent onderzoek van onderzoekscollectief The Investigative desk over de lange en onoverzichtelijke koffieketen, waar garanties over de herkomst van een koffieboon niet realistisch blijken. Tenzij het een koffieboon is uit de specialty categorie, want die wordt al gevolgd van planter tot brander.

Koffieteelt bij Santuario, Risaralda, centraal Colombia

Paradijselijk

In de paradijselijke heuvels boven het Colombiaanse stadje Santuario is het verschil goed te zien. Donkergroene koffiestruiken op alle hellingen, afgewisseld door fruitbomen, lichtgroene bosjes en huisjes waar vrolijke muziek uit waait. Jeeps leveren zakken vol koffiebonen af in de stad, die na het wegen gelijk en voor altijd ontraceerbaar worden geleegd op de grote hoop van de tussenhandel.

‘Zeventien soles (ca 4 euro)’, zegt een koffieboer op de vraag hoeveel een kilo oplevert. De koffiebeurs piekte afgelopen jaar, prijzen naderen die van specialty coffee. De koffieboer , wijst een straatje hoger, waar een coöperatie kwaliteitskoffie inzamelt. ‘Maar cafe especial telen vind ik te veel meerwerk, voor te weinig meerprijs. Daar krijg je misschien twintig soles.’

Dat straatje hoger wil Sergino Londiño (29) van Asocafe Tatamo graag uitleggen wat de coöperatie beoogt. De markt is nu goed, maar koffie zakte in 2019 nog onder de 2 euro. Net als in andere daljaren verlieten veel leeftijdgenoten de koffie, om hun heil te zoeken in de grote stad. Een alternatief is het kweken van specialty coffee: ‘Wij proberen jonge koffieboeren te helpen de kwaliteit van hun product te verbeteren, zodat ze meer verdienen.’

Bij de coöperatie aangesloten koffieboeren ontvangen nu 20 soles voor hun specialty, zegt Londiño. ’Maar hoe hoger de score, hoe hoger de opbrengst.’ Al bijna honderd boeren hebben zich aangesloten bij de coöperatie, die alle koffie uitvoerig en per partij test in een lab. Binnenkort gaat weer een container naar London, maar partijen blijven individueel herleidbaar.

Lincon Guevara droogt zijn superkoffies op zijn nieuwe plantage bij Banias, Ecuador

Specialty coffees

Specialty coffees onderscheiden zich van gewone commodity (bulk)koffie in nogal wat opzichten. Een keurmerk ontbreekt, een koffieboon mag specialty heten wanneer die minimaal 80 punten op een schaal van 100 scoort, wanneer controleurs getraind door de Specialty Coffee Association (SCA) elke partij koffiebonen onder de loep nemen. Die focus op kwaliteit maakt de productieomgeving socialer en milieuvriendelijker, zeggen SCA, telers en importeurs van specialty coffee.

Waar bulkkoffie afhankelijk is van door speculatie gestuurde Newyorkse koffiebeurs levert specialty coffee een stabielere prijs vanaf ongeveer 6 euro per kilo op. Koffie’s die tegen de 90 scoren gaan gemakkelijk over de 10 euro. Een meeropbrengst waarmee de boer zich kan scholen en in zijn bedrijf kan investeren, om op de lange termijn kwaliteitskoffie te kunnen blijven telen. Daarvoor is meer ruimte per plant nodig en een gevarieerde omgeving, met andere gewassen en bossen rond de koffie.

Producenten van gangbare bulkkoffie telen om kosten te drukken juist steeds vaker grootschalig en machinaal. Niet zelden gaat dat ten koste van bos, zag Ecuadoriaan Lincon Guevara (50). Guevara is behalve landbouwkundig adviseur sinds een paar jaar ook zelf koffieboer, met twee bescheiden hectares rond zijn thuisbasis bij Banias, Ecuador. Tropische vogels schreeuwen vanuit uitbundig groene bomen rond zijn plantage, Waar vader en grootvader nog koeien teelden op schrale weides, groeit nu koffie, tussen cacao en vruchtenbomen. Smakkende geiten houden het onkruid rond de koffie kort.

Guevara toont welke kleur rijpe koffiebessen hebben, andere echt niet plukken dus

Guevara toont hoe hij handmatig alleen de rijpe rode koffiebessen plukt, want die leveren bonen met de beste smaak. In een droogkas naast het woonhuis verwerkt Guevara de bonen zorgvuldig tot koffiebonen die wel 15 euro per kilo opleveren. ‘In Brazilië heeft een koffieboer al snel honderden hectares. Alles gaat grootschalig, met ecologische problemen, zag ik op bedrijfsbezoeken. Hoe ze bos kappen. En dat er daarna geen regen meer valt’. Uit onderzoek blijkt dat het verdwijnen van bos niet alleen gevolgen heeft voor het wereldklimaat, maar dat ook plaatselijke microklimaten er snel door veranderen.

Hippe koffie

Specialty raakte eind vorige eeuw in zwang, toen koffiebranders in de VS zelf op zoek gingen naar speciale en kwalitatief betere koffiebonen. Betrouwbare cijfers ontbreken, maar langzaam ontgroeit specialty de nichemarkt, waarneembaar aan het aantal hippe koffiezaken die hun bonen betrekken van ambachtelijke koffiebranders met een voorkeur voor specialty coffee. ‘Qua volume is vijf a tien procent nu specialty,’ schat Maarten van Keulen van ThisSideUp, een kleine Nederlandse importeur van specialty koffie. ‘Maar qua invloed veel meer.’

Ongeveer tien miljoen ton koffie wordt jaarlijks verhandeld wereldwijd, met een omzet van 13 miljard dollar. Veertig procent van het volume is robusta: een dikbladige, cafeïnerijke koffiestruik. Robusta is met dat hoge cafeïnegehalte beter bestand tegen ziektes en makkelijker te telen, maar de koffie zelf wordt kwalitatief lager beoordeeld. De smaakvollere arabica is kwetsbaarder -de planten gedijen alleen op hoogte in en rond de tropen- maar leveren veel meer op.

Lennart Clerkx en Maarten van Keulen, founders of ThisSideUp

Verreweg de meest specialty komt van de vele arabicavarianten. Om zich ook op de langere termijn van goede oogsten te verzekeren helpt een toenemend aantal importeurs hun telers hun productie en leefomgeving te verduurzamen. Specialtykoffie wordt in kleine porties verhandeld, traceerbaarheid is daarbij belangrijk. Specialty is daarom juist geen ontbossingskoffie, benadrukt importeur Van Keulen. ‘Voor ons is de ontbossingswet geen probleem, omdat we precies weten van wie we de koffie hebben betrokken. Voor bulkimporteurs is dat wel een probleem.’

Fairtrade

Dat klopt, zegt consultant Gert van der Bijl. ‘Importeurs zijn in de nieuwe regelgeving zelf verantwoordelijk. Ze kunnen dat niet uitbesteden.’ Uitwijken naar keurmerken als Fairtrade, Rainforest Alliance of Max Havelaar is voor die bulkimporteurs geen oplossing. ’Keurmerken en certificeringsbedrijven voldoen zelf ook nog niet aan de eisen die de EU met de ontbossingswet stelt rond traceerbaarheid. Daar zijn ze nu wel mee bezig. Logisch, anders verliezen ze martktaandeel.

De specialty koffiewereld beziet keurmerken sowieso vooral als marketinginstrument, blijkt telkens in gesprekken met telers en exporteurs. De premies zijn gering en de certificering nemen zij niet serieus, omdat geen overheidsorgaan keurmerken controleert. Landbouwkundige Arnaud Causse, met veertig jaar ervaring in de koffie, is ronduit negatief. ‘Dat Rainforest Alliance met hun kikkertjes, vraag me er niet naar, dan ga ik helemaal los. Ze weten helemaal niet waar hun koffie vandaan komt en wie dat heeft aangeraakt.’

Cooperatie Asocafe Tatamo gebruikt net als RA ook een kikkertje als symbool, zegt Sergio Londoño: ‘Omdat die blijft leven als je koffie schoon teelt.

Michelle Deugd van Rainforest Alliance is het niet eens met de kritiek van Causse. ‘We hechten veel belang aan traceerbaarheid binnen de toeleveringsketen. Wanneer bedrijven gecertificeerde koffie kopen, stellen we strenge eisen om de route van de koffie te kunnen volgen.’ Aangesloten boeren ontvangen volgens Deugd gemiddeld ongeveer vijftien cent premie per kilo koffie, bovenop de marktprijs. Individuele telers of hun coöperaties moeten daar wel zelf de controles van onafhankelijke certificatieclubs van betalen.

Van der Bijl ziet businessmodellen als specialty coffee beter werken dan nog meer regels en controles. ‘Garantie is er niet, samenhang wel. Specialty coffee is gebaseerd op langdurige samenwerking. Het is een sector die zich verantwoordelijk voelt voor het wel en wee van hun leveranciers.’ Importeur Maarten van Keulen noemt de ontbossingswet desondanks positief. ‘Het dwingt de hele industrie tot traceability: waar komt die koffie vandaan, wie zijn dat dan en worden die goed betaald. Ze worden onze kant op gedwongen.’

Klimaat

Van Keulen betrekt veel van zijn koffie uit Chirinos, Noord-Peru. Eber Tocto (41) stapte daar twintig jaar geleden over van bulkkoffie naar specialty. Inmiddels regelt hij export en marketing van driehonderd bij zijn Finca Churupampa aangesloten boeren. ‘Ik zie heus het ontbossingsprobleem wel, maar regels daarover hanteren we binnen Finca Churupampa zelf niet. Specialty lost dat op, want je krijgt alleen kwaliteit als je goed zorgt voor bodem en omgeving.’

Slash en Burn praktijken van de buurman van Finca Churupampa, Noord-Peru

Ebers broer Luberrlly (41) wijst onderweg naar aangesloten boeren op kaalgekapte en afgebrande kavels van koffietelers die nog niet zo ver zijn. ‘Het is gewoon luiheid. Ze weten niet wat het voor schade dat oplevert aan het bodemleven.’

In Noord- Peru merken ze sinds een jaar of vijf heel duidelijk dat het klimaat verandert. De koffieplant heeft een periode van droogte nodig -droogtestress- om te gaan bloeien en bonen te leveren. Tocto: ‘Maar de droogtes zijn nu te lang, afgewisseld door zwaardere regens die bodem meesleuren.’

Dat is niet per se alleen maar de schuld van het westen met zijn ongebreidelde CO2 gebruik, vindt koffieboer Wilder Falcando, die specialty teelt voor Churupampa: ’Zo denk ik niet. Ik denk aan de gelegenheid die koffie geeft om daar iets aan te veranderen. Ook al is het iets kleins, wat bomen planten, een stukje herbebossing.’

Nog eens duizend kilometers naar het zuiden, toont specialty koffieboer Hector Marin zijn biologisch-dynamische koffieplantage te Villa Rica, langs de zoom van de Amazone. In de kringlooplandbouw van biologisch dynamische boeren is natuur en milieu nog belangrijker dan bij ‘gewoon‘ biologische boeren. Rechts van de weg kaarsrechte rijtjes biologische koffiestruiken met hier en daar een boom, links van de weg Marins bos waar koffiestruiken tussen staan.

Rechts de biologische plantage van zijn neef, links de biodynamische plantage van Hector Marin

Marin wandelt naar een rots met magnifiek uitzicht, waar zijn vader twintig jaar geleden een klein vuurtje stookte, om de aarde ceremonieel te bedanken. ‘Daarna is hij biologisch dynamisch gaan telen, dus dit is een belangrijke plek voor ons.’ Maar evengoed maakt Marin junior zelf ook nog fouten. ‘Twee jaar geleden heb ik hier bomen gekapt. Te veel, bleek toen kort daarna een storm langskwam die alle koffieplanten ontbladerde.’

Artikel kwam tot stand met steun van FBJP

NB Van jan 3 tot feb 2 exposeert de auteur verhalen en foto’s van en over koffieboeren uit Peru, Ecuador, Colombia, Saoedi Arabie en Jemen in Cultuurhoek, Driebergen. Er is ook versgebrande koffie en de start van een nieuw onderzoek. Surf naar Zuivere Koffie voor adres, openingstijden en het actuele programma

Mijn gekozen waardering € -

Een actualiteit staat zelden op zichzelf, die komt voort uit context. Daarom reist Anthon Keuchenius (1964) graag rond, ongeveer tussen Heuvelrug en Jemen, om die context in tekst en beeld te brengen. Liefst ruim voor- of nadat die actualiteit zich voordoet. Of waar anderen hem laten liggen.