Het onheilige verbond tussen Netanyahu en Hamas

Malmö, Amsterdam, Washington, overal krijgen Hamas en de Israëlische regering precies wat ze willen: rotzooi die het zicht beperkt op wat er zich afspeelt in een uithoek van het Midden-Oosten. Doel daarvan is te voorkomen dat er een eind komt aan het nu al ruim driekwart eeuw voortdurende, bloedige conflict tussen beiden.

Nee, Hamas heette nog lang geen Hamas, en Bibi Netanyahu was nog een incontinente peuter in de jaren waarin de basis werd gelegd van het conflict dat nu alle andere overschaduwt, terwijl het in wezen slechts gaat om een platvloers potje landjepik aan de rand van de wereld; een vete tussen stammen die elkaar het licht in de ogen niet gunnen op basis van een gedachtegoed uit het spreekwoordelijke stenen tijdperk. De oorlog in Oekraïne is voor onze Westerse wereld veel belangrijker en gevaarlijker, net als de binnenlandse oorlog in het aan goud en andere delfstoffen rijke Soedan, conflicten die allebei ook genocidale aspecten hebben. Maar in de media overstemt het even eindeloze als uitzichtloze bloedvergieten in en rond Gaza nu al een half jaar lang al het andere.

Dat mag, cynisch gesproken, voor beide partijen een daverend propagandasucces heten. De onappetijtelijke misdadigersbende Hamas, een nog radicalere afsplitsing van de moslim broederschap, is erin geslaagd om een deel van de Westerse intellectuele en culturele voorhoede voor zijn karretje te spannen – een treurige maar knappe prestatie. Aan de andere kant mag het inmiddels onbeschaamd misdadig optredende Israëlische regime met zijn entourage van losgeslagen kolonisten zich verheugen in de opnieuw rotsvast verankerde steun van kringen die er voor hén toe doen: invloedrijke religieuze joodse en christelijke groepen, vooral in de Verenigde Staten, en de Amerikaanse regering. Dat biedt beide partijen uitgelezen kansen om het conflict nog eindeloos te rekken. Alleen al de diepe wonden die ze elkaar sinds de vroege ochtend van 7 oktober 2023 hebben toegebracht zijn goed voor nog minstens een halve eeuw wederzijdse haat, wraakzucht en peilloos wantrouwen.

Bijbelse tijden

De onverzoenlijkheid tussen Israël en de Palestijnen is grotendeels de vrucht van nietsontziend religieus superioriteitsdenken in beide kampen en het historisch toeval. Het begon met het zionisme, het laat negentiende-eeuwse verlangen van joden over de hele wereld naar een eigen nationaal thuis, op het grondgebied dat in Bijbelse tijden in joodse handen was geweest. Dat gebied behoorde toentertijd al eeuwen tot het islamitische Osmaanse Rijk. Toch steunde de Britse regering vanaf de vroege twintigste eeuw de zionisten in hun poging tot kolonisatie van het gebied; Londen zag wel wat in een steunpunt van Westers georiënteerde joden vlakbij het Suezkanaal, de flessenhals in de levensader die het moederland verbond met de olievelden van Arabië en kroonjuweel India.

Hoewel de Britten geëist hadden dat de zionisten de burgerlijke en religieuze rechten van de Palestijnen en anderen die het gebied al eeuwen bewoonden zouden respecteren, misdroegen de kolonisten zich van meet af aan. Hun recht op Palestina was immers van God gegeven, zij waren Gods uitverkoren volk, en daar moesten die woestijnratten maar aan geloven, zo niet goedschiks, dan maar kwaadschiks. Dat zette uiteraard kwaad bloed bij de Palestijnen. Die hingen net als de omringende volkeren de jegens andersdenkenden onverdraagzame, agressief proseliterende islam aan, en waanden zich daarom ver verheven boven de joodse indringers.

Slachtoffercultuur

Dat alles werd nog verergerd doordat het Osmaanse rijk in die dagen even vermolmd was als het groot was, en zo verder bijdroeg aan de al sinds de Reconquista durende intellectuele, culturele en bestuurlijke crisis binnen de islam. De frustratie daarover werd gesublimeerd in de rancuneuze slachtoffercultuur die de hedendaagse islam kenmerkt – een islam die verworden is tot een verstikkende en totalitaire levensvisie die vooral verliezers aanspreekt, maar elke emancipatie en elke wezenlijke vooruitgang smoort, zelfs binnen grote delen van de islamitische diaspora.

Na de Tweede Wereldoorlog ging het van kwaad tot erger, dankzij de giftige erfenis van het Derde Rijk, de Holocaust. Die onvoorstelbare jodenvervolging zadelde de Westerse wereld op met een even ongewenst als onontkoombaar schuldcomplex jegens alle joden. Dat werd gekanaliseerd in de onwrikbare idee dat het Joodse volk recht had op een eigen staat, die voor het gemak geprojecteerd werd op het toch al deels gekoloniseerde terrein van de Palestijnen. Zo’n aanslag op ‘hun’ grondgebied was voor de islamitische wereld volstrekt onaanvaardbaar. Het leidde in 1948 tot een aanval van de Arabisch-islamitische wereld op de kersvers opgerichte staat Israël, die door incompetentie en zelfoverschatting uitliep op een pijnlijke vernedering en voor de Palestijnen op het drama van de naqba.

Klatergoud

Zo ontstond de patstelling die zowel Hamas als Israël zo lang mogelijk wil laten voortduren. Voor de tot op het bot gefrustreerde islamitische kant is de enige aanvaardbare (en in eigen kring verkoopbare) oplossing dat Israël verdwijnt. Al het andere is, opnieuw, een vernedering die pas te verwerken is wanneer de islamitische wereld genoeg wezenlijke vooruitgang heeft geboekt om afscheid te kunnen nemen van haar vreugde- en vruchteloze slachtofferisme en superioriteitswaan.

De kans dat dat bij ons leven gebeurt, is nihil. Zelfs de soms stuitende rijkdom die we naast wijdverspreide armoede in het Midden-Oosten aantreffen, berust op een parasitaire olie-economie. Alles, van auto’s en airco’s tot arbeid, wordt van elders ingevlogen, vrijwel niets wordt op eigen kracht tot stand gebracht, behalve klatergoud.

Relitoerisme

Maar ook Israël heeft geen baat bij een serieuze oplossing van het conflict. Zolang het onrustig blijft in het Midden-Oosten, heeft het Westen net als de Britten van een dikke eeuw geleden behoefte aan een sterke voorpost in het gebied. Een land dat in de regio als politieagent kan optreden, onruststokers als Iran in toom helpt houden en smerige karweitjes opknapt. Israël leeft militair en economisch op veel grotere voet dan het zich op eigen kracht zou kunnen veroorloven. Het functioneert op Westerse, vooral Amerikaanse subsidie, maar die is voorwaardelijk. Krabbelt het Midden-Oosten uit de goot en zegt het z’n wanbestuur en onderlinge vetes vaarwel, dan verliest Israël zijn geopolitieke betekenis en zijn aura van bedreigde David. Dan rest een betrekkelijk onbetekenend, afgelegen landje met, afgezien van een sterke it-industrie, alleen relitoeristisch potentieel, intern ruziënd en onaangenaam problematisch vanwege zijn kernbommen. Netanyahu wil dan ook niet zozeer Hamas vernietigen als wel elk uitzicht op vrede – en dat lukt hem heel goed.

Intussen heeft in dit conflict niemand nog gelijk, moreel of anderszins. Iedereen staat tot zijn oksels in het bloed van de ander. Er zijn geen goeden of slechten meer, alleen nog ernstig ontspoorden. De rekening is als altijd voornamelijk voor de al generaties lang getraumatiseerde Palestijnen, die nu even in de mode zijn, maar die niemand wezenlijk iets kunnen schelen.

Mijn gekozen waardering € -

Taalkundige, schrijver, vertaler en wetenschapsjournalist @rik_smits_ @RikSmitsAuthor