Hengelo, 16 december 2014. Vier mannen treffen elkaar in bedrijfsverzamelgebouw Strootbeek Campus. Het gaat om zes kilo wiet. Eén van de mannen, de 24-jarige Lorenzo H., eindigt in plastic gewikkeld in het Twentekanaal bij Markelo. Volgens het Openbaar Ministerie wilde Lorenzo samen met vriend ‘Webster’ F. de wiethandelaars David de B. en Harry G. beroven. Dat loopt verkeerd. Harry G. schiet. Webster F. weet te ontkomen, met een zak wiet.
Harde aanpak
Het is een berichtje uit De Twentsche Courant Tubantia, een bericht zoals de afgelopen jaren zo veel in de regionale pers stonden. De hennepcriminaliteit is de afgelopen jaren fors toegenomen, met name in Zuid-Nederland, is de indruk van politie en justitie. Daar worden cannabiscriminelen sinds twee jaar ook harder aanpakt. Resultaat: de criminaliteit verplaatst zich deels naar de rest van Nederland en naar het buitenland. Burgemeesters waarschuwen voor de uitwassen van de hennephandel: brandgevaarlijke situaties in woonwijken, geld dat van de onder- naar de bovenwereld vloeit, dreigementen aan het adres van bestuurders en moord en doodslag tussen criminelen onderling.
Het is een smeerlapperij die zijn weerga niet kent
“De hele kweek is in handen gekomen van de georganiseerde criminaliteit. Het is een goed geoutilleerde miljoenenindustrie”, stelt Caspar Hermans, directeur van de Taskforce Brabant-Zeeland, waarin overheden, politie en justitie samenwerken. “Het is een smeerlapperij die zijn weerga niet kent.”
Cofeeeshops zetten 1 miljard om
De handel hangt nauw samen met de grootschalige export van wiet. Volgens schattingen gaat veruit het grootste deel naar het buitenland. Maar zolang er een gedoogbeleid is voor coffeeshops, en geen gereguleerde teelt, blijft ook de binnenlandse markt interessant voor criminelen. De Nederlandse coffeeshops zetten gezamenlijk tussen de 875 miljoen en 1,25 miljard om, zo blijkt uit cijfers die onderzoeksbureau Intraval op mijn verzoek op een rij zette. Criminele telers en handelaars nemen de grootste hap uit die omzet: zo om en nabij de helft.
Hoe groot de cannabisteelt is in Nederland, is lastig te bepalen. Het aantal opgerolde wietkwekerijen (jaarlijks zo’n vijfduizend) zegt niet zoveel over de werkelijke omvang. In 2012 klapte een insider uit de Tilburgse hennepwereld uit de school bij de politie. Hij was voor een crimineel samenwerkingsverband ‘bedrijfsleider’ van een aantal hennepkwekerijen in Tilburg, en zocht hulp omdat hij zich bedreigd voelde door een hogergeplaatste in zijn groep. De criminelen hadden ongeveer twaalf kwekerijen in bedrijf, met een gemiddelde omvang van ergens tussen de 600 en 1100 planten. Dat leverde iedere ‘draai’, iedere teeltcyclus van negen maanden, ruim één miljoen euro op. De bedreigde man kende persoonlijk zeven criminele organisaties in dezelfde branche, en schatte in dat er in totaal zo’n zestig groepen actief waren in en om Tilburg.
Dertigduizend kwekerijen
Politie, overheden en Tilburg University maakten op basis van de verklaringen van deze insider een schatting van de omvang van de wietproductie in de regio-Tilburg. Zij komen uit op tussen de 600 en 900 wietkwekerijen, met een totale opbrengst van ongeveer 800 miljoen euro. Dat bedrag staat gelijk aan de totale begroting van de gemeente Tilburg en er is geen reden om aan te nemen dat dat in andere grote Brabantse steden anders is. De berekening leunt zwaar op de verklaringen van die ene getuige, maar volgens de onderzoekers is die wel realistisch. Ze onderbouwen zijn verhaal met wat bekend is uit politieonderzoeken, en met cijfers van elektriciteitsbedrijven. Het Platform Energiediefstal becijfert het aantal kwekerijen in heel Nederland op ongeveer dertigduizend.
Grote jongens
Vervolging en berechting blijkt vaak lastig. De politie rolt meer hennepkwekerijen op dan ooit, maar de eigenaar of bewoner van een pand weet vaak maar weinig over de organisatie die die kwekerij bij hem heeft geïnstalleerd. Het pakken van de ‘grote jongens’ is lastig. Het afgelopen jaar zijn ruim honderd extra politiemensen vrijgemaakt om de zware criminaliteit in Zuid-Nederland te bestrijden Zij hielden 154 mensen aan in hennepzaken. In datzelfde jaar kwam zes mensen voor de rechter. Zij kregen gemiddeld 2,5 jaar cel.
We gaan door met het afnemen van spulletjes
Justitie, de Belastingdienst en andere partners legden daarom in Zeeland en Brabant ook beslag op 28 miljoen euro aan contant geld en bezittingen. Dat gaat vaak makkelijker dan een strafrechtelijke veroordeling en treft de criminelen vaak ook harder dan een celstraf, zo is het idee. “De strategie is het voortdurend doorgaan met het afnemen van spulletjes. De kans dat je als crimineel je auto kwijtraakt, is fors omhooggegaan”, zegt Taskforce-directeur Hermans. Maar toch, 28 miljoen lijkt een druppel op een gloeiende plaat, afgezet tegen die jaaromzet van 800 miljoen in alleen de regio Tilburg.
Ripdeals
Hoe gewelddadig is nu die hennephandel? Het lijkt niet vaak voor te komen dat iemand gedwongen wiet moet (laten) telen in zijn huis. De meeste eigenaren van teeltlocaties melden zich vrijwillig, via-via. Ook is er geen sprake van ‘bendeoorlogen’ of een concurrentiestrijd tussen de verschillende criminele groepen. Sterker nog: ze werken vaak samen. De Brabantse criminele groep uit politieonderzoek Maskerbij bijvoorbeeld kocht wiet in bij andere telers, van Utrecht tot Limburg, als er bij de eigen kwekerijen niet genoeg was om aan de vraag te voldoen. Maar wanbetaling of mislukte transacties kunnen wél leiden tot geweld. Bovendien zijn er de ripdeals: kwekers of handelaars worden, soms met geweld, beroofd van hun wiet.
Bij de politie in Zuid-Nederland leeft breed het idee dat veel moorden in het criminele milieu te maken hebben met wietteelt. Uit een inventarisatie uit 2007 van het aan justitie verbonden Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) blijkt dat in vijf jaar tijd in 10 procent van de onderzoeken naar moord en doodslag hennep in het spel was. Dat is veel, zo meldt het rapport, aangezien veruit het grootste deel van de geweldsdelicten traditioneel voortkomt uit relatieproblemen. Ook coffeeshophouders lopen een risico. Het WODC beschrijft drie gevallen van gewelddadige berovingen van coffeeshops.
Coffeeshops vervolgd
Het gevaar komt voor coffeeshops niet alleen uit criminele hoek. Vroeger hadden coffeeshops die zich aan de regels voor verkoop hielden weinig te vrezen van justitie. Maar de afgelopen jaren veranderde dat. In onder andere Terneuzen, Leiden, Tilburg en Den Bosch werden geheime voorraden wiet ontdekt. De coffeeshophouders werden vervolgd, tot dusver zonder succes. Vanwege het gedoogbeleid toonde de rechter zich coulant. In Terneuzen leidde de zaak wel tot sluiting van de shop.
Criminele leveranciers
In vijftien jaar werd 30 procent van de coffeeshops gesloten, zo blijkt uit cijfers van onderzoeksbureau Intraval. De afgelopen twee jaar was dat vrijwel allemaal onder dwang van de gemeente, bijvoorbeeld omdat een coffeeshophouder contact had met het criminele circuit. Coffeeshophouders kunnen alleen niet anders, hun leveranciers zijn per definitie crimineel.
Criminele druk
Vorig jaar waren er nog 582 coffeeshops over. De vraag naar cannabis blijft volgens het Trimbos-instituut al jaren gelijk – rond de 8 procent van de Nederlanders tussen 12 en 64 gebruikt het. Sommige overgebleven shops groeien daardoor uit tot miljoenenbedrijven, en worden zo nog interessanter voor criminelen. De eigenaar van megacoffeeshop Checkpoint in Terneuzen trok zelf bij justitie aan de bel, omdat hij merkte dat criminelen druk op hem probeerden uit te oefenen.
Zijn shop was, tot de gedwongen sluiting in 2008, de grootste van Nederland. Dagelijks vonden drieduizend drugstoeristen de weg naar de coffeeshop. De gemeente had de route hulpvaardig bewegwijzerd. Er was zelfs een parkeerterrein met duizend plaatsen. Uiteindelijk rolde de politie de shop op, en het OM vervolgde de eigenaar. De rechter verklaarde het OM echter niet-ontvankelijk, omdat de overheid de megashop jarenlang had gefaciliteerd.
Gedoogbeleid muurvast
Het gedoogbeleid, in de jaren zeventig bedoeld als een tijdelijke oplossing, staat al decennia ter discussie. Al net zo lang zit het debat muurvast. Coffeeshops sluiten lijkt geen optie meer, nu cannabisgebruik zo is ingeburgerd, concludeerde de Maastrichtse burgemeester en oud-officier van justitie Annemarie Penn-te Strake dit najaar. Maar een experiment met geregelde teelt, zoals zij samen met veel andere burgemeesters van coffeeshopgemeenten voorstaat, stuit steevast op een ‘njet’ van het kabinet en een meerderheid van de Tweede Kamer.
De komende anderhalve week neem ik een kijkje achter de schermen bij een coffeeshop. Ik spreek met een coffeeshophouder, een wietinkoopster en twee hennepkwekers. Hoe gaan zij om met het Nederlandse gedoogbeleid, het contact met criminelen en de druk van justitie? Dat beschrijf ik in deze serie over de achterdeur.
Dit artikel verscheen eerder in Trouw.