Hoe een Amerikaanse marketeer Jemen verkoopt

De Monnik van Mokha is een boek dat drie verhalen met elkaar vervlecht: een jongensboekige American Dream, erin verstopt een boeiend college over de veelzijdigheid van koffie en in het meest verfrissende deel: een genuanceerd verhaal over de pracht, kracht en complexiteit van Jemen.

Dave Eggers is een succesvolle veelschrijver die zijn romans afwisselt met non-fictieve, journalistieke boeken waarin de lezer via korte, simpele zinnen met de hoofdpersoon meeleeft en soms ook meereist, door verre buitenlanden als Soedan en Saoedie-Arabië.

In dit geval kruisde Eggers pad dat van Mokhtar Al-Khanshali, een jonge Amerikaan van Jemenitische komaf die in zijn Amerikaanse homeland alsmaar van het juiste pad raakt.

Opgroeien in de hoods

Mokhtar is namelijk een druk jongetje dat opgroeit in de minder nette neighborhoods van eerst New York, later San Fransisco, en daar rondneuzend vanzelf kennis maakt met geld, geweld, prostitutie en discriminatie.

Mokhtar kan best, maar wil in zijn jonge jaren niet echt leren en ook niet altijd deugen. Waar vrienden en familie het schoppen tot prestigieuze colleges, beletten Mokhtars onuitgesproken adhd-achtige trekjes -en soms ook brute pech- hem met succes hetzelfde pad te begaan.

Gestaag ontdekt Mokhtar dan toch zijn capaciteiten; handel, en vooral: marketing. Terugkijkend realiseert Mokhtar zich ‘dat hij zich al ergens naar binnen kon praten als de deur maar op een heel klein kiertje stond’, of ‘hoe hij soms kansen rook en zich er geestelijk op kon voorbereiden’.

Succesvol verkoper wordt hij in een exclusieve kledingzaak, later verdient hij goed geld als autoverkoper. Totdat het bedonderen van mensen hem gaat tegenstaan en hij arm en werkloos opnieuw bij zijn hoofdschuddende ouders intrekt.

Dan komt de dag dat een vriendin hem wijst op een standbeeld.  ‘Aan de overkant van de straat staat een beeld van een Jemeniet met een grote kop koffie. Dat staat er vast niet zomaar. Kan interessant voor je zijn. Wat ze daarmee bedoelde was: Je bent al vijfentwintig, Mokhtar. Ga iets met je leven doen.’

Mokhtar -tot dan geen koffiedrinker- raakt bevlogen door de wereld van koffie en die bevlogenheid voert hem halverwege het boek naar moederland Jemen, dat hij herontdekt en tegen het einde van het boek succesvol market, middels koffie.

Hoe die voorspelbare American Dream precies afloopt zal ik verder niet verklappen, daarover gaan al die andere recensies al en dat verhaal is de afgelopen jaren al uitvoerig genoeg belicht, want Mokhtars verhaal stond in 2015 al in menig krant en tijdschrift.

Koffie als evenknie van wijn

Belangrijker hier -ik bedoel arabisten en MO-geinteresseerden-  zijn de ruim honderd pagina’s die zich in Jemen afspelen. Anders dan wat je doorgaans leest over Jemen -honger, geweld en ellende- beleeft Mokhtar Jemen met nuance, ook al belandt hij er middenin een burgeroorlog. Maar Jemen is -ook  nu nog- meer dan oorlog.

Eerst nog even kort over koffie, het bruggetje tussen de VS en Jemen in dit boek. Nieuw in het sowieso al aantrekkelijke verhaal koffie is de recente upgrading van koffie tot een product dat de evenknie mag zijn van wijn. We hebben het dan niet over goudmerk, senseo’s of zelfs nespresso, maar over single origin coffees: vergelijkbaar met een goeie AOC-wijn.

Mokhtar leert er alles over, voordat hij naar Jemen afreist, en de lezer leert gezellig mee. Mokhtar schopt het zelfs tot Q-grader, een ambacht waarvoor je blind proevend allerlei soorten brandingen en superieure koffies van elkaar moet kunnen onderscheiden.

Nog even: ironisch is het dat Mokhtar ‘nota bene een Nederlander moet betalen om het vak te leren’. Iemand uit hetzelfde land dus als de verfoeide VOC, die Jemen in de zeventiende eeuw de koffieplant ontfutselde. Het is het soort informatie dat het boek er voor Nederlanders niet onaantrekkelijker op maakt.*

Wat Mokhtar uit de berg kennis extraheert is een lekker verhaal -locatie, mensen, smaak, veelzijdigheid, geschiedenis; alles aan koffie is mooi en daarom zijn er boeken vol over geschreven. Gekoppeld aan zijn marketingtalent weet Mokhtar met dat verhaal vervolgens zowel Amerikaanse investeerders als Jemenitische koffieboeren voor zich te winnen.

Naar de pieken van Jemen

Voor die laatsten moet hij wel naar Jemen, dat dan net in een voorpoortaal is geraakt van een oorlog die tot op de dag van vandaag – ik gok de productietijd van Zemzem er even bij- voortduurt.

Vanwege de dreigende situatie haken de Amerikaanse onderzoekspartners af, maar Mokhtar kan rustig zijn gang gaan. Hij bezoekt de tweeëndertig verschillende koffieproducerende gebieden van Jemen, allen even afgelegen als pittoresk hoog in de bergen verstopt. Eggers is geen literair wonder, maar dit wordt zo puur verteld dat het wat mij betreft het ene hoogtepunt van het boek is.

Het doet af en toe denken aan het boek Eating the flowers of Paradise, van Kevin Rushby, een andere Amerikaan die dezelfde, schier onbereikbare streken van Jemen bereist. Rushby focust daarbij echter op qat, precies het gewas dat veel koffiestruiken de afgelopen decennia van al die prachtige locaties verdrong, omdat qat de boeren nu eenmaal meer oplevert.

Mokhtar wordt in diezelfde streken onthaald met traditionele zawamil (زامل/ زوامل, welkomstliederen) en uitgebreide qatsessies, ziet abusievelijk een olijfboom aan voor zijn eerste koffiestruik en ontmoet er de nodige scepsis. Soms treft Mokhtar zelfs geen enkele koffiestruik. ‘Mijn overgrootvader verbouwde koffie, je bent honderd jaar te laat’.

Maar Mokhtar leert in sneltreintempo zoveel bij dat wanneer hij zijn rondje Jemen af heeft hij de beste koffieboeren achter zijn plan weet te scharen. Dat plan behelst: beter kweken, beter plukken -alleen de rode bessen!- en beter verwerken van de koffie. Als dat lukt -belooft Mokhtar- koop ik de oogst op, tegen prijzen ver voorbij de marktprijs, hebben jullie een beter leven en krijgt de wereld eindelijk een waarheidsgetrouwer, mooier beeld van Jemen.

Intussen lopen spanningen op, groeien conflicten uit de bocht, vertrekken alle buitenlanders, vlucht de president en breekt toch de echte oorlog uit. Als op die fatale dag in mei de Saoedische buren daadwerkelijk hun bommen op Sana’a loslaten, spoelt een enorme golf van ongeloof over Jemen.

Het is iets wat je vaak terughoort van Jemenieten, gewend aan jarenlange onheilstijdingen die nooit materialiseerden. De naïviteit vooraf: ‘Mokhtar wist niet eens meer of Saoedie-Arabië wel een leger had. Iedereen haalde de schouders op.’ En het ongeloof achteraf -na een nacht vol bommen- als Mokhtar voor het eerste ochtendgebed een bezoek brengt aan ‘een moskee vol huilende mannen, zich verzoenende met hun lot.’

Op een waanzinnige vlucht

Jemenieten zijn veerkrachtig. Van de oorlog die volgt -de blitzkrieg van de Houthi’s begin 2015-  doet Mokhtar verfrissend en weinig dogmatisch verslag, het is wat mij betreft het andere hoogtepunt van het boek. Mokhtar moet terug naar San Fransisco om zijn Amerikaanse geldschieters te overtuigen. Hij vlucht halsoverkop het land uit, dwars door oorlogsfronten, met een koffer vol groene bonen en een Colt.’ Zes stalen bonen, het resultaat van een vijf eeuwen oude traditie.’

De waanzinnige vlucht leest als een jongensboek, maar dan een die de complexiteit van Jemen heel aardig in beeld brengt. Checkpoints na elke bocht, militairen en milities, houthi’s en pseudo-houthi’s, foute en goede bandieten, je weet eigenlijk nooit met wie je te maken hebt. Wat uitmaakt is hoe je je tot hem verhoudt. In elk geval redt marketingwonder Mokhtar zich overal uit.

Zelfs als een militieleider hem bijna lyncht, redt hij zich eruit met zijn alsmaar overtuigender koffieverhaal. Het mooiste moment is wanneer hij bij de zoveelste aanhouding foto’s op zijn telefoon toont ‘van Haymah, van Bura’a, Hajjah, Bani Matar, Ibb en Utman – alle beelden van de bergterrassen, die verbazingwekkende, hooggelegen plantages. ‘Is dat in Jemen?’ vroeg een van de jongere soldaten. Hij was nog nooit buiten Aden geweest. Hij had geen idee dat zulke landschappen in Jemen te vinden waren.’

Uiteindelijk weet Mokhtar met een sloepje uit Jemen te komen en ‘via de verschrikkelijke hitte van Djibouti’ keert hij terug in de omgekeerde wereld, op een mediaontvangst in San Fransisco en neemt the American Dream het verhaal weer over. Ergens aan een belendend tafeltje treft hij een toevallige durfkapitaalvertrekker en even later een ‘genderfluide angel investor’. Hij ronselt honderduizenden dollars bij elkaar en dan volgt de dag dat een van zijn koffies een rating krijgt van 97, de hoogste ooit in de wereld die specialty koffie heet.

De All American Dream komt daarmee in volle glorie tot zijn einde. Mokhtar is geslaagd zakenman, heeft de wereld laten zien hoe goed de Jemenitische koffie is. Laten zien dat die het land kan redden en laten zien dat Jemen meer is dan qat en drones, zoals hij zich in het begin van het boek voorneemt.  ‘Ben je handelaar of activist,’ vraagt een vriend hem op die eerste pagina’s.  ‘Je verkoopt Jemenitische bonen. Als je dat goed doet komt de rest vanzelf.’

*Wie nog meer wil weten over die ontvoerde koffieplanten, leze het boekje ‘de VOC in Jemen, 1614-1655’, van arabist en Jemenkenner Kees Brouwer.

Op Port of Mokha zie je adembenemende foto’s uit Jemen en koop je de koffie van Mokhtar, hier lees je een Q&A met Dave en Mokhtar of bezoek de fundraising pagina voor de Jemenitische boeren. En lees ook even het recentste interview met Mokhtar, in de Volkskrant

Draag je abumelle een warm hart toe, overweeg dan een donatie. Alle kleine beetjes helpen. Of geef je op voor de het kwartaalbericht per email, met nieuwe artikelen etc. Ook daar moedig je de auteur mee aan.

Mijn gekozen waardering € -

Een actualiteit staat zelden op zichzelf, die komt voort uit context. Daarom reist Anthon Keuchenius (1964) graag rond, ongeveer tussen Heuvelrug en Jemen, om die context in tekst en beeld te brengen. Liefst ruim voor- of nadat die actualiteit zich voordoet. Of waar anderen hem laten liggen.