Hoe ik fan werd van de Amerikaanse gitaarband Sonic Youth

Op een zondagavond in juni 1983 zag ik op de VPRO tv een rechtstreeks verslag van het Holland Festival in Amsterdam. Het thema van deze avond luisterde naar de, zo zou al spoedig blijken, alleszeggende naam Aanvallen van Uitersten. Volgens de organisatie was het bedoeling "een kleine verbouwing aan te richten in het fatsoens- en normenkamertje van het publiek". Ik wist niet helemaal zeker wat mij te wachten stond, zittend voor de tv, maar ik had wel een vermoeden.

In het maandblad Vinyl had ik namelijk een uitgebreid interview gelezen met componist Glenn Branca. Hij zou met zijn gezelschap een van de optredens die avond verzorgen. Toen het concert begon bleek deze Branca de dirigent van een klein orkest dat bestond uit meerdere gitaristen en een drummer. Branca was geen gewone dirigent. Zijn gebaren waren die van een bezetene.

De gitaristen leken elkaar te herhalen, maar het viel me op dat er langzaam maar zeker iets veranderde in de muziek, omdat het geluid met elke herhaling steeds harder werd. Ik hoorde raakvlakken met wat ik kende uit rockmuziek, maar wist het verder niet goed te plaatsen. Later begreep ik dat Branca iemand was van de “keiharde composities” aldus een later artikel in Vinyl.

Daar was niet iedereen van gediend. Het concert liep uit op een flinke rel. Veel mensen in het publiek vonden de muziek te hard en maakten dat ze weg kwamen. Van het Omroeporkest dat klaar stond om na Branca de Nederlandse performancekunstenaar Moniek Toebosch te begeleiden, stapte de helft boos en verontwaardigd op.

Het moet begin 1984 zijn geweest wanneer ik op een zaterdagochtend platenzaak Satisfaction in Heerlen binnenstap en zie dat er net nieuwe lp’s zijn binnengekomen. Ze liggen nog op de toonbank om geprijsd te worden. Ik bekijk het stapeltje en zie drie platen van een band die ik niet ken. Op de hoezen lees ik de namen van Lee Ranaldo en Thurston Moore. Oh wacht eens even, speelden zij niet in het volumeorkest van Glenn Branca? Ik weet nog dat ik toen dacht: die muziek van Branca vind ik best bijzonder dus wellicht is de muziek van deze band, eens effe kijken, genaamd Sonic Youth dus, misschien ook heel cool. De platen waren verschenen op een label uit Berlijn, Zensor. Ze zaten in hoezen die er vreemd en goedkoop uitzagen.

Ik besloot ze gewoon maar alledrie te kopen, ook omdat ze niet al te duur waren, ik meen rond de 15 gulden per plaat. Toen ik ze later die avond draaide was ik verrast en verbaasd over de muziek die ik hoorde. Twee van de drie lp’s droegen titels die mij tijdens het luisteren bezighielden. Kill Y’r Idols en vooral die ene: Confusion Is Sex. Het was voor het eerst dat albumtitels, hoezen en muziek bij mij vragen opriepen waarop ik het antwoord niet wist en ook dat intrigeerde me. Ik hoorde het geluid van een grote stad, van New York, waar de band vandaan kwam en waar de platen waren opgenomen. De geluidskwaliteit van de muziek liet zich het beste omschrijven als rauw en primitief.

Ik hard eerder al eens kennis gemaakt met muziek van een bandje waarvan de muziek rauw ‘rammelde’: The Fall. Maar het geluid van Sonic Youth was toch andere koek. Alsof alles elk moment uit elkaar kon vallen. De gitaren en de ritmes van de drummer klonken totaal anders dan wat ik gewend was en het verraste, nee overrompelde mij dat ik ‘rare’ muziek goed vond. Ik voelde dat ik iets bijzonders had ontdekt. Vanaf dat moment zou ik Sonic Youth op de voet blijven volgen.

Sonic Youth werd onderdeel van mijn leven, dus de beste band aller tijden. Eigenlijk zijn ze dat nog steeds, al draai ik hun platen nog maar zelden. Die ken ik min of meer van buiten. Ik heb de band een paar keer live gezien, o.a. in Eindhoven en in Amsterdam. Dat ze nota bene al in 1983 bij mij om de hoek speelden, in Venlo om precies te zijn, ontdekte ik pas jaren later. Sonic Youth was meer dan muziek. Een undergroundbeweging die ook bovengronds invloed had. Via de albumhoezen leerde ik het werk kennen van kunstenaars als Mike Kelley, Gerhard Richter, Richard Prince en Marnie Weber.

Gek genoeg vond ik het helemaal niet zo erg dat de band er op gegeven mee ophield. Dat gebeurde min of meer noodgedwongen, nadat het huwelijk tussen gitarist Thurston Moore en bassiste Kim Gordon op de klippen was gelopen. In muzikaal opzicht waren de scherpe kantjes er de laatste jaren vanaf. Alles wat Sonic Youth zo goed maakte hoorde ik er steeds minder in terug. Voorspelbaarheid lag op de loer, het geluid klonk gepolijster. In recente interviews verklaart Moore dat de band echter nog steeds bestaat. Maar dan als een soort gedachtegoed dat door de afzonderlijke leden wordt gepredikt. Moore zelf heeft op zijn lichaam de woorden Sonic Life getatoeëerd.

Volkskrant 2 juni 1983

Mijn gekozen waardering € -

Muziek. Film. Boeken. Ooit Opscene, Heaven, Platenblad. Reporters Online. Boek POSTPUNK HEDEN EN VERLEDEN (uitgeverij Koninklijke Van Gorcum, longlist nominatie Pop Media Prijs 2021)