Hoe West-Afrika gebukt gaat onder dumping en smokkel van melk

In Mali noemen ze het ronduit dumping. Die grote hoeveelheden melkpoeder die Europese melkfabrikanten en de EU op de markt in West-Afrika wegzetten. De enige uitweg is het ontwikkelen van een fatsoenlijke nationale zuivelketen.

Boerenzonen worden omgeturnd tot jihadisten door het ‘dumpen’ van mageremelkpoeder uit Europa. Het was Adama Ibrahim Diallo, voorzitter melkveehouderij in Burkina Faso, die onlangs het Europarlement met deze uitspraak het vuur aan de schenen legde.
Afrikaanse regeringen hebben binnen handelsafspraken met Europa echter wel degelijk mogelijkheden om hun producenten tijdelijk te beschermen tegen lage prijzen stelde LTO-lobbyist Klaas Johan Osinga in zijn weblog. Waarom doen zij dat niet? vroeg hij zich af.
Ik was onlangs in Mali waar ik de vraag voorlegde aan Cyril Askar, general manager van Groupe AMI. Een grote speler in West-Afrika met de productie van tarwebloem, pasta, drinkwater, veevoer, snoep en olie. Zijn volgende activiteit wordt een melkfabriek om lokale melk te pasteuriseren en kaas te maken.
‘Natuurlijk kent ons land importbelastingen en -regels’, zegt Askar. ‘Maar het is veel goedkoper en sneller om deals te sluiten buiten de officiële kanalen om.’

‘Smokkel is de gemakkelijke weg. Fatsoenlijk zakendoen is veel moeilijker’

Dit is wat Askar ‘smokkel’ noemt: ‘Dat is de gemakkelijke weg om zaken te doen. Een fatsoenlijk bedrijf beginnen is ontzettend moeilijk. Je moet opgeleid zijn en kennis van zaken hebben. Je moet aan ingewikkelde regels voldoen, belasting betalen, etcetera.’
Met zijn plannen voor een melkfabriek roeit Askar tegen de stroom in. Toch is dat volgens hem de enige route richting een fatsoenlijke melksector. ‘De Malinese overheid pakt de corruptie aan, wat het dumpen bemoeilijkt, maar wanneer de markt dan zonder melk komt te zitten, blijft er een vraag.’
Dit gat in de markt kun je vullen met binnengesmokkelde melkpoeder tegen dumpprijzen, Askar daarentegen gelooft er oprecht in dat gat te kunnen vullen met zijn melkfabriek.

Ontwrichting

Melk is er genoeg in het land. Vooral in het noorden van Mali trekken veel veehouders rond, zoals de Fulani. Vee is hun kapitaal, maar met hun melk kunnen ze nergens naartoe. Het zijn vooral deze bevolkingsgroepen die in de clinch liggen met de overheid en vervallen tot jihadstrijders of bandieten.
Niet toevallig, want ondanks hun kapitaal aan vee krijgen ze geen enkele economische kans. Dus Diallo uit Burkina Faso is misschien wel kort door de bocht door te stellen dat EU-beleid leidt tot jihadisme, maar hij heeft wel degelijk een punt.
Dat het Europese beleid direct leidt tot een ontwrichting van de melkmarkt, bleek eind februari toen de EU maar liefst 4.300 ton melkpoeder uit interventie verkocht voor een historisch lage prijs van 110 euro per 100 kilo.
Iets dat tot hevige kritiek leidde van Europese melkproducenten, maar ook van collega’s uit West-Afrika: ‘Als grote hoeveelheden melkpoeder uit de EU, uit interventie of rechtstreeks via de melkverwerkende industrie, naar West-Afrika worden verscheept, moeten onze lokale melkproducenten de lasten dragen’, aldus Bocar Diaw, voorzitter van de Senegalese melkveehoudersfederatie.

Subsidie

In Mali wijst ook Moussa Ismaila Toure me op de enorme consequenties van de Europese dumpingpraktijken. Toure is algemeen directeur van API Mali, de Investerings Promotie Autoriteit van de Malinese overheid.
Een liter lokale melk moet rond de 300 CFA-Frank kosten, omgerekend 45 eurocent. En dat ligt veel te hoog in vergelijking met de prijs voor melkpoeder uit Europa.  ‘Ja, dat mag je dumpen noemen’, stelt hij. ‘Europese melkveehouders krijgen subsidie. Wij hebben daar geen geld voor.’

Ja, de overheid stelt alles in het werk om de corruptie aan te pakken die de smokkelpraktijken in de hand werken. Maar zolang het smokkelen lucratief blijft, profiteert ook Europa daarvan. Niet de Europese melkveehouder die eveneens de melkprijzen ziet kelderen, maar de Europese melkindustrie.

Nigeria 

Wie ook profiteert is de verwerker van de goedkope melkpoeder in West-Afrika. Een jaar geleden sprak ik met Rahul Colaco, de algemeen directeur van FrieslandCampina Wamco Nigeria PLC.
De fabriek in Lagos is verreweg de grootste melkverwerker in heel Nigeria. Dat wil zeggen: vrijwel alle melk wordt in de vorm van poeder aangekocht op de lokale markt. Van dumping wil Colaco niets weten. ‘Dat is nu eenmaal de manier waarop de internationale markt in elkaar steekt. Dat kun je ons moeilijk verwijten.’
Colaco gaat er trots op dat zijn bedrijf zo goedkoop als mogelijk melk weet aan te bieden aan de enorme Nigeriaanse bevolking die over het algemeen weinig te besteden heeft. In dit land wordt het bedrijf juist geprezen voor de inspanningen om melk te produceren voor prijzen die ook voor de armsten nog betaalbaar zijn. Overal in het land, tot in de meest afgelegen lokale winkeltjes, zijn zakjes magere melk van 14 gram te koop voor slechts 20 Naira. Omgerekend 6 eurocent.

Wereldmarkt

Dat de import van goedkope melkpoeder de ontwikkeling van een lokale markt in de weg staat, ziet hij niet. ‘Er is hier simpelweg geen markt van betekenis.’ Nigeriaanse melkveehouders zullen gewoon op de wereldmarkt moeten concurreren. Zonder subsidie zal het inderdaad moeilijk zijn die inhaalslag te maken, erkent hij.
Toch is dit waar Colaco zich hard voor maakt door mede te investeren in het Dairy Development Program. Waar ook Cyril Askar in Mali op wees blijkt hier in Nigeria: de melkfabrikant moet de volledige sector ontwikkelen.
Al vorig jaar kon de zuivelfabrikant minimaal 21.000 liter melk per dag collecteren van lokale melkveehouders. Dit maakt echter nog slechts 3 procent uit van de totale vraag van zo’n 260 ton per jaar. Hun doel is om 10 procent van hun vraag met lokale melk in te vullen binnen vijf jaar.

© Marc van der Sterren  |  Farming Africa

Lees ook het interview met Rahul Colaco, de algemeen directeur van FrieslandCampina Wamco Nigeria PLC

Mijn gekozen waardering € -

Marc van der Sterren is freelance journalist en blogger. Hij schrijft, fotografeert en maakt radio en tv. Hij is breed geïnteresseerd, met landbouw, natuur en milieu als specialisatie. Hij is de enige agrarisch journalist van Nederland met als specialisatie Afrika. Maar ook is hij ingevoerd in de lokale berichtgeving over politiek-maatschappelijke ontwikkelingen. Zoals de jeugdzorg.