Honderd jaar strijd voor erkenning

Op 24 april herdenken Armeniërs de massamoord die de Turken nu precies honderd jaar geleden pleegden op hun volksgenoten. Ankara wil nog altijd niet toegeven dat het om genocide gaat, wat tot op heden normale relaties tussen Armenië en Turkije in de weg staat. Maar daarin komt volgens sommigen snel verandering. 'Zelfs Erdogan wil erkenning.' Een bericht vanuit de Armeense hoofdstad Jerevan.

Marina Kazarjan (40) schieten spontaan de tranen in de ogen als haar oma vertelt over de ontberingen die haar eigen moeder heeft moeten ondergaan honderd jaar geleden. 'Mijn overgrootmoeder heeft er tijdens haar leven nooit over gepraat, dit is confronterend', snikt Kazarjan. Ze kan het niet opbrengen de Armeense woorden van haar oma te vertalen. Ze zijn te erg. Vrouwen werden verkracht en mannen met de ruggen naar elkaar toe vastgebonden in de rivier gegooid. Ze verdronken. Sommigen werden levend verbrand.

Piroeza Kazamjan-Stepanjan (89) doet in een buitenwijk van Jerevan het verhaal van haar moeder, Mari Gemdzjan, die de genocide overleefde en uiteindelijk nog 92 mocht worden. 'Ze wist te ontsnappen uit Turkse gevangenschap, toen het Osmaanse rijk in chaos uiteenviel. Hoe heeft ze me nooit verteld.'

Haar man werd door de Turken vermoord, maar ze hertrouwde. Uit dat huwelijk werd Piroeza geboren. 'Mijn moeder was een sterke vrouw', vertelt Piroeza. 'Maar ik heb haar nooit zien lachen. De dingen die zij heeft meegemaakt, legde een zware druk op ons gezin.' Maar achterkleindochter Marina zegt: 'Ik heb haar ook nooit een traan zien plengen.'

Piroeza kan de Turken niet vergeven wat ze haar moeder hebben aangedaan, zelfs niet als ze nu de genocide zouden erkennen. Verbazingwekkend leerde ze zelf vloeiend Turks. 'Omdat je de taal van je vijand beter moeten kennen dan je eigen taal', verklaart de hoog bejaarde vrouw.

Mijn moeder ontsnapte uit Turkse gevangenschap toen het Osmaanse rijk uiteenviel. Hoe heeft ze me nooit verteld

Volgeboekt

De 100-jarige herdenking van de genocide leeft bij de wereldwijde Armeense gemeenschap. De hoofdstad  Jerevan (1,5 miljoen inwoners) loopt dezer dagen vol, ook met Armeniërs uit de diaspora. Die is vele malen talrijker dan de ongeveer drie miljoen die in het land zelf wonen. Hotels zijn al volgeboekt, de files in de stad zijn langer en overal prijkt het symbool van de '100-jaar na'-herdenking: een paars vergeet-me-nietje. Ook beroemde (half-)Armeniërs trekken naar het land van hun voorouders om daar eer te betonen aan de slachtoffers: zangeres Cher, zanger Charles Aznavour en de Amerikaanse celebrity Kim Kardashian. Met name laatstgenoemde krijgt kritiek: haar (soms losbandige) levenstijl zou niet overeenkomen met de Armeense en ze zou vooral uit zijn op persoonlijke publiciteit. 'Ik wrijf het haar niet aan', zegt derdejaars gescheidenisstudente Nina Hajrapetjan (20). 'Ze genereert aandacht voor de genocide, dat is veel belangrijker.'

In het cetrum van Jerevan zit Asjot Jeritsjan (27) op een hip terras van zijn koffie te nippen. 'Weet je, de verhouding tussen Turken en Armeniërs is eigenlijk best oke', zegt de jonge beeldhouwer, terwijl hij een Marlboro Light-sigaret opsteekt. 'Maar toch heb ik altijd het gevoel dat ze me zo een mes in de rug kunnen steken.'

Ik heb nog altijd het gevoel dat Turken je zo een mes in de rug kunnen steken

Jeritsjan behoort tot de derde generatie Armeniërs van na de massamoord in 2015, die volgens de meeste historici voldoet aan de criteria voor 'genocide'. Hij zegt geen wraakgevoelens te koesteren. Maar tussen de regels door proef je de weerstand. De genocide zit diep bij Armeniërs. 'Zelfs jongeren praten en lezen er nog altijd veel over ze is deel van ons geworden', verklaart de kunstenaar. 'En als een Armeniër iemand uitscheldt, gebruikt hij nog altijd het woord Turk.'

Het tekent de gespannen verhouding tussen de buurlanden, zelfs een eeuw na de gruwelijke gebeurtenissen in de nadagen van het ineen zijgende Osmaanse Rijk (zie onderaan). Vanzelfsprekend steekt het de Armeniërs het meest dat Turkije tot op de dag van vandaag niet wil erkennen dat het genocide heeft gepleegd. Het was oorlog, er stierven ook Turken, zo zeggen ze aan de andere kant van de grens. 

Jeritsjans goede vriend Artasj Abrahamjan (27), regisseur van beroep, denkt dat de Turken Armeense grondclaims in Oost-Turkije vrezen, mocht Ankara tot erkenning overgaan. In het gebied liggen steden als Kars en Dogubayazit en de berg Ararat, ooit waren ze allemaal Armeens. 'Maar zo'n claim is niet waarschijnlijk, want wat moeten we ermee? Zitten we straks met die Koerden opgescheept', grinnikt Abrahamjan. Jeritsjan vermoedt dat er wat anders schuilgaat achter de halstarrige weigering van de Turkse regering. 'Ze moeten erkennen dat ze tegen drie generaties eigen burgers hebben gelogen, Turkije zou ontploffen.'

Afkopen

Oud-diplomaat Arman Navasardjan (76) kent de verhalen over de massamoord van zijn vader en grootvader. Hij stamt uit een rijk handelsgeslacht, dat ten tijde van de genocide in de buurt van Istanboel woonde. Door hun grote geld hebben ze hun gewisse dood kunnen afkopen. 'Als de wereld al meteen was begonnen met het erkennen van de genocide, dan hadden de Holocaust en de massaslachtingen als in Rwanda wellicht nooit plaatsgevonden', is de overtuiging van Navasardjan. 

Een nieuwe genocide door de Turken is volgens hem uitgesloten. Maar toch loert er nog altijd gevaar vanuit het westelijke buurland. Dat zou de Pan-Turkische gedachte van een Turkstalig rijk dat zich uitstrekt van grofweg West-China tot aan de Middellandse Zee, nooit zijn vergeten. Armenië is daarbij samen met Georgie de enige (niet-Turkse, christelijke) spelbreker, stelt Navarsardjan. 'Maar Europa zal ons niet te hulp schieten, alleen Rusland kan ons beschermen.'

Die stelling beaamt historicus Mikael Malchasjan. Rusland legert nog altijd vierduizend troepen in Armenië. 'Turkije heeft een enorme legerbasis in Dogubayazit, tegen Armenië aan. Reden waarom de Russissche troepen alleen de Turks-Armeense grens bewaken', verklaart Malchasjan.

Op die manier werkt de genocide en de Armeense angst voor de Turken nog steeds door in de tegenwoordige geopolitiek. Armenië was afgelopen zomer evenals Oekraïne, Moldavië en Georgië voornemens het Assosciatieverdrag met de Europese Unie te tekenen. Maar uiteindelijk koos het voor de door Moskou geleide Euraziatische Unie, waarin een aantal voormalige Sovjetstaten onder leiding van Rusland hun eigen vrijhandelszone zijn begonnen. 

Wellicht heeft Rusland het kleine Kaukasische land – evenals het bij Oekraïne deed – onder druk heeft gezet tot de eigen club toe te treden met verwijzing naar de militaire steun die Moskou biedt. 'Mogelijk ja', zegt Malchasjan. 'Armenie wilde met beide kanten zaken doen. En ja, het is tekenend dat het uiteindelijk voor de Euraziatische Unie heeft gekozen. Maar we zijn slechts een klein land dat geen vrije keuze heeft', verzucht hij. 'Voor de Russische bescherming hebben we nu eenmaal geen alternatief.'

Armenië heeft geen keus, het is van Rusland afhankelijk voor zijn veiligheid

Leed toeeigenen

Maar leven Armeniërs ook niet te veel in het verleden en eigenen ze zich niet te veel het leed toe van de Eerste Wereldoorlog? De Turken slachtten immers ook honderdduizenden Grieken en Assyriërs af in die tijd. Geschiedenisstudente Hajrapetjan vindt dat echt onzin. 'Nog dit jaar heeft Armenië ook de genocide tegen de Assyriërs veroordeeld. En onze halve natie is uitgemoord, denkt u niet dat wij compensatie verdienen? Er zijn destijds 15 miljard Franse francs van ons afgenomen!', zegt ze.  

Diplomaat Navarsjan tovert een papier tevoorschijn, een kopie van een bankcertificaat uit 1915 ter waarde van (destijds) miljoenen francs die de Turken hebben buitgemaakt op zijn familie. 'Het zouden er nu, honderd jaar later, triljoenen zijn. Ik zou meteen mijn geld gaan opeisen in Ankara', grinnikt de oud-diplomaat. 'Geeft u dit papier maar aan elke Turkse ambassadeur die u tegenkomt en zeg dat ik nog geld van hem tegoed heb.'

Deelneming betuigen

Turkije op zijn beurt leek de laatste jaren iets meer open te staan voor de kritiek. Zo sprak de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan vorig jaar aan de vooravond van de genocide-herdenking nog verzoenende woorden en betuigde hij zijn deelneming aan de nakomelingen van de slachtoffers. Maar de laatste maanden gaat Turkije er weer met gestrekt been in. Toen paus Fransiscus onlangs ook het woord genocide in de mond nam met betrekking tot de Armeense massamoord, reageerde Ankara ouderwets als door een adder gebeten. Het belooft weinig goeds voor de herdenking van komende vrijdag en de verdere toekomst. 

Niettemin zijn de Turken tot meer toegeeflijkheid genegen dan de wereld vermoedt, stelt journalist en analist Nairi Hochikian (30) van de commerciële Armeense tv-zender Kentron. Hij komt veel in Turkije, leerde de taal vloeiend en maakte een film over de ongeveer 50.000 Armeniërs die nog in – wat hij noemt – 'West-Armenië' (Oost-Anatolië) wonen.    

'Turkije gaat op een gegeven moment de genocide gewoon erkennen. Zelfs Erdogan wil dat, er wordt openlijk over gesproken in regeringskringen', weet Hochikian. Dat dat niet in een keer gebeurt, is naar zijn mening logisch. Erdogan voelt immers de hete adem in de nek van de Kemalisten (nationalisten) en ultrarechtse groeperingen als de Grijze Wolven. 'Turkije zou exploderen als de regering van het ene op moment de genocide zou toegeven', zegt Hochikian. En dus is er tijd nodig.

Zelfs Erdogan wil de genocide erkennen

Turkije heeft op de lange duur evenwel geen keus, vervolgt Hochikian: 'Iedereen geeft hoog op over de Turkse economie. Maar het oosten is straatarm. Om dat gebied te ontwikkelen, is hulp van Rusland noodzakelijk. Dat heeft er belang bij dat ook Armenië welvarend wordt. En via Armenië kan Rusland meehelpen aan de opbouw van Oost-Turkije', stelt Hochikian.

Ararat

Op de Tsitsernakaberd-heuvel van het genocidemonument in Jerevan staat een stevige bries. In het westen ligt de berg Ararat, zoals vrijwel het hele jaar grotendeels verscholen achter de wolken. De aanblik lijkt het verdriet van de Armeniërs om hun verloren grond en vermoorde voorouders te symboliseren. Voor de twaalf reusachtige, voorovergebogen en in een kring om het eeuwige vuur van het monument heen gebouwde pilaren (een voor iedere door Turkije geannexeerde West-Armeense provincie) staan vier vrijwillige jongeren de wacht te houden. Al zeven dagen lang wisselen ze elkaar om het uur af. Allen hebben de paarse bloem op de revers en ze kijken er ernstig bij. 

De zestienjarige Ofelia Hakobjan vertelt waarom ze er staat. 'We voelen de pijn van onze voorvaderen. Hun lijden zit ons in het bloed, het is genetisch doorgegeven', zegt ze plechtig. Om eraan toe te voegen: 'Schrijft u alstublieft dat we er trots op zijn dat we in dit land werden geboren.'

De Armeense genocide

Op 24 april 1915 liet de Turkse regering zo'n 250 Armeense intellectuelen arresteren, afvoeren en vermoorden. Het was het begin van de ongekend wrede campagne die later bekend werd als de Armeense genocide. De door een staatsgreep aan de macht gekomen Jong Turken, onder leiding van de fel nationalistische Talaat Pasja, Enver Pasja en Djemal Pasja, grepen de landing van de Fransen en Engelsen op het schiereiland Gallipoli in 1915 aan om Turkije (toen nog het Osmaanse rijk) van alle niet-Turkse burgers te ontdoen. Volgens de Turken collaboreerden de Armeniërs met de in het oosten binnenvallende Russen, reden om de massaslachting te ontketenen. De Turken vermoordden mannen en jongens, vrouwen en kinderen deporteerden ze door de Syrische woestijn naar het zuiden. Door de moorden  (Armeniërs werden rug aan rug gebonden in de rivier gegooid en vedronken, sommigen levend verbrand) en de ontberingen in de woestijn, kwamen naar schatting zo'n 1,5 miljoen Armeniërs om. Turkije schat het aantal op 500.000. Inmiddels hebben 26 landen de genocide als zodanig erkend. Nederland deed dat in 2004.

Mijn gekozen waardering € -

Joost Bosman (1969) is correspondent in Rusland en de rest van de voormalige Sovjet-Unie voor onder meer het AD, De Tijd, BNR en Reporters Online.