Maar zo gemakkelijk is het nog niet. Zodra de camera aanstaat, word je je bewust van alles. Je houding, je gezicht, de achtergrond, je eigen stem. Je gaat nadenken over antwoorden die zonder camera automatisch uit je mond rollen. “De grootste fout? Naar jezelf kijken in beeld”, zegt sprekerscoach Judith de Bruijn.
Een wegloopbon is genoeg
De ober op het terras waar Judith en ik hebben afgesproken wil meteen afrekenen. “Ja, sorry hoor. Ik heb al een ‘wegloopbon’ gehad vandaag en dat vind ik wel genoeg.”
“Nu voel ik me meteen een beetje ongemakkelijk”, zegt Judith de Bruijn. “Hij associeert ons nu ook met wanbetalers. Slechte presentatie voor de zaak.” Het past in het straatje van de voormalig AVRO presentatrice en omroepster. Uitstraling en presentatie kunnen reputaties vandaag de dag maken en breken.
Ze demonstreert even wat technieken: hard en zacht spreken, drukke gebaren, nadrukkelijk oogcontact, even aanraken. “Het gaat er om dat je met je presentatie impact maakt. Amerikanen kunnen dat als geen ander, houd ze op straat een microfoon onder hun neus en ze lullen zo een eind weg. Hier vervallen mensen in gehakkel en ge-euh.”
'Waarom wordt de ene persoon in een vergadering wel opgemerkt en de andere niet.'
Het wordt wel beter. Onder invloed van de televisiecultuur zien steeds meer mensen de waarde van een goede presentatie in. “Waarom wordt de ene persoon in een vergadering wel opgemerkt en de andere niet? Waarom krijgt de ene ondernemer de opdracht wel en de andere niet, terwijl hun aanbod bijna hetzelfde is?”
Onzeker type met twijfeltaal
Het antwoord op Judith’s vragen is uiteraard presentatie. “Mensen trekken conclusies uit presentaties. Als je niet kunt overtuigen, zegt dat waarschijnlijk iets over de toekomstige samenwerking. Een onzeker type dat veel twijfeltaal gebruikt, zal straks ook niet in staat zijn mensen mee te nemen in zijn verhaal.”
Het zijn zaken waar je niet meteen bij stil staat als je net met een lijf vol adrenaline je presentatie hebt afgerond, maar op dat moment word je wel gewikt en gewogen.
“Gelukkig wordt er steeds meer aandacht besteed aan de uitstraling. Zelf kan ik me nog wel spreekbeurten op school herinneren waarin je uitsluitend beoordeeld werd op de inhoud. Tegenwoordig gaat het ook om spreekvaardigheid.”
Omroepster nieuwe stijl
Zelf heeft ze als omroepster het vak in de praktijk geleerd. “Je leert hoe je in twee minuten informatie over brengt. Het moet er natuurlijk uitzien, mensen boeien en in een keer goed. Ik schreef mijn eigen teksten en ging bij programmamakers vragen wat ze in de uitzending gingen doen. Op die manier wordt het meer dan alleen een stukje tekst voorlezen en dat is belangrijk.”
In haar eigen bedrijf de Presenters Web Academy komt die omroepervaring terug, want ze richt zich voor een belangrijk deel van haar tijd op webcam presenteren. “Ik werk nu ruim 13 jaar als zelfstandige en in mijn werk als facilitator, sprekerscoach en dagvoorzitter combineer ik mijn kennis en ervaring over hoe mensen leren, met de liefde voor het podium en het presenteren.”
“Het was een logische stap om voor mezelf te beginnen. Toen ‘Get the Picture’ stopte, kreeg ik niet meteen een nieuw televisieprogramma. De etiquette in Hilversum is dat je gevraagd wordt en dat gebeurde niet. Voor mij een signaal dat ik verder moest gaan kijken. Ik had al een onderwijs achtergrond en uiteindelijk heb ik die zaken gecombineerd.”
Webcam believer
“Ik ben inmiddels een webcam believer en vind dat iedereen het professionele niveau van een televisiepresentator moet kunnen halen.” Ze bakent met haar handen het terrein om haar hoofd af. “Het gaat om dit stuk. Daar leer ik mensen mee werken. Net zoals ik vroeger zelf deed als omroepster.”
“Daar hoef je geen x-factor voor te hebben. De meeste mensen hebben die ook helemaal niet, maar dat is niet erg. Het gaat erom dat je je verhaal combineert met jezelf en op die manier impact maakt op je gehoor.”
Het webcam terrein leent zich daar goed voor. Binnen die postzegel naar jezelf kijken is soms al confronterend genoeg, maar het is een mooie opstap naar verdere presentaties, waar het non-verbale nog veel belangrijker is.