In een opblaasbootje naar het beloofde land

Zuid-Spanje wordt steeds meer de poort tot Europa. Voor wanhopige, veelal goed opgeleide en meertalige Afrikanen, die geen enkele toekomst zien in eigen land. Ondanks de economische crisis is hun aantal, na jaren van daling, de laatste maanden scherp toegenomen.

Op de bodem van de Middellandse Zee liggen ten minste 20.000 dode bootvluchtelingen. Afrikanen, die de afgelopen jaren de Europese kust niet hebben gehaald. Dat weerhoudt mannen, vrouwen en kinderen er niet van in steeds grotere aantallen de oversteek te wagen. Met als favoriete locatie de Straat van Gibraltar, de kortste én gevaarlijkste route. In een rubber bootje op weg naar het beloofde vaste land.

Het diepe water tussen Spanje en Afrika borrelt, zuigt, stroomt. Golven van twee tot drie meter slaan van alle kanten tegen de reddingsboot van Salvamar. Een helikopter zoeft laag over, op topsnelheid. De oefening, onder een strakblauwe lucht, verloopt perfect. Nu de nachten nog, als de echte SOS-oproepen binnen lopen. In die donkere uren zijn de lichtgevende vierkante boeien, de radar en sterke zoeklichten onmisbaar. Net als de netten langs de zijkant van de boot, een houvast voor nerveuze drenkelingen.

Het is tijdens de acties een kwestie van manoeuvreren op de vierkante centimeter voor kapitein Juan Carlos Dujat (46). Een golfslag te veel en de rubberen bootjes slaan om. ,,Dat is het ergste dat kan gebeuren”, weet de schipper uit de Zuid Spaanse havenstad Tarifa. ,,Het water is maar een graad of 17 en veel vluchtelingen kunnen niet zwemmen, hebben verschillende lagen kleding aan, zijn vermoeid en gedesoriënteerd. Ze dobberen vaak al uren rond, hebben het koud, zijn nat. Als ze uit de boot vallen, zijn ze vrijwel onmogelijk te lokaliseren.”

Botsende stromingen

De ervaren zeeman praat over de gevaarlijke stromingen onder water, in de engte waar de Middellandse Zee en Atlantische Oceaan met elkaar botsen. Na Het Kanaal tussen Frankrijk en Groot-Brittannië is de Straat van Gibraltar de drukst bevaarde route ter wereld. Over de onzichtbaar uitgelegde snelwegen passeren jaarlijks meer dan 100.000 boten. Stuk voor stuk te volgen op de grote schermen van de verkeerstoren van Salvamar in Tarifa, die 100 meter boven de zeespiegel uittorent.

Marokko lijkt vanuit de toren op een steenworp afstand te liggen, de kranen in de nieuwe containerhaven van Tanger zijn duidelijk te onderscheiden. Net als de rotsen en stranden tot aan de Afrikaanse stad zelf. Favoriete lanceerplek voor de illegale immigranten. ,,Bij helder weer kun je de huizen zien aan de overkant”, weet Salvamar-coördinator Adolfo Serrano Solís (53). ,,Het lijkt zo dichtbij en de mensen hebben geen idee van de gevaren. Ze stappen in rubber opblaasboten, speelgoed, van twee tot drie meter lang. Met zes tot 15 mensen tegelijk. Alleen met een stel peddels, terwijl het zonder motor onmogelijk is de oversteek te maken.“

Schreeuw om hulp

De bootjes zijn onzichtbaar voor de radar en worden door de golven en stromingen alle kanten op geslagen. Een schreeuw om redding op het alarmnummer van Salvamar komt veelal van de vluchtelingen zelf. Een enkele keer belt een ongerust familielid vanaf het andere continent, na dagen zonder nieuws.

Spanje heeft in internationale verdragen de verantwoordelijkheid genomen voor de hele Straat van Gibraltar. Er is namelijk veel onduidelijkheid over de wateren in de smalle zeestraat. Spanje erkent niet dat zee rondom de enclave Gibraltar Brits is. Terwijl Marokko zich verzet tegen de aanspraak van de Spaanse enclave Ceuta aan de overkant. ,,Dus hebben wij gezegd: alle reddingen zijn voor onze rekening. Marokko ontwikkelt zich steeds beter, maar beschikt nog niet zoals wij over een reddingsploeg die 24 uur per dag 365 dagen per week inzetbaar is. Bovendien bellen de vluchtelingen bewust ons nummer, anders zijn ze zo weer terug in Afrika.”

Doodsbang

Lokaliseren van de bootjes is een pittige klus. ,,We vragen of ze bijvoorbeeld de lichten van de haven van Tanger zien, er een grote, opvallende boot in de buurt vaart, hoe ver ze denken van de kust af te zijn”, vertelt Adolfo Serrano Solís. ,,Moeilijke is dat ze meestal geen kennis hebben van de kustlijn, maar deels Frans of Engels spreken en doodsbang en nerveus aan de lijn hangen.”

Of half zijn gezonken, omdat de boot lek is geslagen, zoals kapitein Juan Carlos Dujat de mensen vaak aantreft. ,,Als prof vind ik het ongelooflijk, maar gelukkig zit ik niet in hun positie. Er zijn zwangere vrouwen, baby´s van een paar maanden oud. Vanuit onze normen en waarden valt dat niet te begrijpen. Het moet waar ze vandaan komen veel en veel slechter zijn dan hier. Ze hebben al een half continent over gereisd, door de woestijn, en allerlei ontberingen ontstaan. Dan laat je je niet tegenhouden door de laatste etappe, het oversteken van de Straat van Gibraltar.”

Solidariteit

Waar ze niet altijd een warm welkom wacht. ,,Eerder vonden immigranten hun weg wel, werden ze geholpen”, weet Adolfo Serrano Solís. ,,Maar er is steeds minder solidariteit. Controles op illegale arbeiders zijn opgevoerd en er is geen werk. Europa heeft zelf momenteel problemen genoeg. Hier in Tarifa kennen de mensen de zee, hebben ze zelf ook vrienden verloren in het water, daar is begrip voor de reddingsacties. Maar in de rest van Spanje ligt dat anders.”

Illegale immigratie tussen Afrika en Zuid Spanje is van alle tijden. Maar de laatste twee jaar is er snel en veel veranderd. Zoals de nationaliteit van de bootvluchtelingen. Marokkanen weten hoe hard de crisis heeft toegeslagen in Europa en kiezen nauwelijks meer voor de zee-route. Het grootste deel van de vluchtelingen, die na redding worden opgevangen door het Rode Kruis en de Guardia Civil, komt van onder de Sahara. Uit centraal en zuidelijk Afrika.

Utopie

Daarnaast is de overtocht, door gebruik van andere transportmiddelen, veel riskanter geworden. Begin jaren negentig werden grote, houten vissersboten ingezet, die mensen afleverden aan de Spaanse kust en terug keerden naar Marokko. Relatief veilig, want er was een motor aan boord en de eigenaar wilde zelf ook graag heelhuids thuis komen. De zogenaamde paternas zonder schipper die later in zwang kwamen, maakten al veel slachtoffers. Te vol geladen strandden ze in de branding, waar de vluchtelingen dood of levend werden opgevangen op de stranden.

,,De laatste twee jaar zien we alleen nog rubber boten en dat heeft een revolutie ontketend in de bewaking van de kustlijn”, aldus Adolfo Serrano Solís. ,,De vluchtelingen komen niet meer aan op het strand, maar moeten gered worden op open zee. Sinds oktober vorig jaar is er sprake van een sterke stijging van het aantal illegale immigranten.”

,,Hoe we de stroom kunnen stoppen? We moeten het systeem veranderen, is mijn persoonlijke mening. Zolang het verschil tussen armoede en welvaart wereldwijd zo groot is, zal er migratie blijven. Afrika moet zich ontwikkelen, dat is de enige manier. Een utopie, ben ik bang.”

Eerder verschenen in bij De Persdienst aangesloten kranten.

 

Mijn gekozen waardering € -

Geef een reactie