Bij binnenkomst tref ik de vrijwilligers Martin en Gert, die graag bereid zijn om tekst en uitleg te geven. In De Hoefhamer worden soms nog wel kleine opdrachten uitgevoerd. Eventueel kun je ook zelf de grondbeginselen van het smeden onder de knie krijgen: De Hoefhamer biedt twee tiendelige cursussen aan, één voor beginners en één voor gevorderden.
Geen paarden meer
De museumsmederij is gevestigd in een van de vele monumentale panden die Elburg rijk is. Dit gebouw dateert uit 1621. Anders dan de naam doet vermoeden, worden in deze smederij allang geen paarden meer beslagen. De museumsmederij is vernoemd naar de familie Hoefhamer, die in elk geval sinds 1650 hier een smederij dreef.
Niettemin tref je op zolder een paardje aan; een opgezette Haflinger, die wat angstig uit de glazen ogen kijkt. Het dier staat in een zogeheten travaille of hoefstal; een soort box die moest voorkomen dat een paard aan de wandel ging tijdens het bekappen of beslaan van de hoeven.
Karren en botters
Waarschijnlijk hielden de Hoefhamers zich nog wel met paarden bezig, maar de latere smeden werkten voor de landbouw en visserij. Daarnaar verwijst de ‘wagenwip’ (een enorme krik voor boerenkarren, die met kettingen aan de zoldering is bevestigd) en een rond luikje in de grond waar karrewielen van ijzeren banden werden voorzien.
Verderop staan botternummers in een houten wand gegrift: EB26, EB38, EB48 … Alle onderdelen van de botter werden namelijk gemerkt met het ‘kenteken’ van de boot in kwestie, waarbij EB voor Elburg stond.
Patroonheilige
Een informatiebord is gewijd aan de heilige Eligius van Noyon (ca. 590-660), die zowel hoefsmid als edelsmid was en voortreffelijk met weerspannige paarden kon omgaan. Daarnaast besteedde hij veel aandacht aan de armen en kocht slaafgemaakten vrij. Eligius is de patroonheilige van de metaalbewerkers en van paarden.
Een café heeft dit museum niet, maar persoonlijk vind ik het al heel mooi dat iedereen gratis mag binnenlopen. Bovendien bevinden we ons hier in het oude stadshart van Elburg, met een keur aan cafés binnen een straal van honderd meter.
Het kleine pand biedt evenmin ruimte aan een lift; er zijn twee smalle, steile trapjes naar de tussenzolder en de zolderverdieping. De toegankelijkheid is daarmee helaas wel beperkt. Verder moet ik met mijn 1.79 meter oppassen dat ik op die tussenzolder mijn hoofd niet stoot aan de balken.
Blaasbalg
Fascinerend is de originele, gigantische leren blaasbalg, die je op de tussenzolder van dichtbij kunt bekijken. Boven staat een aantal vitrines; in een daarvan ligt een doorgesneden stuk paardenbeen. Niet elke bezoeker zal daar met plezier naar kijken, maar indrukwekkend is het wel. Al is de aanblik van de sierlijk gesmede wandklok een stuk aangenamer. Te oordelen naar de jaartallen ontstond deze decoratieve kunststukje in 1951 en moest een jubileum van de smidse markeren.
Wat je bijblijft na een bezoek aan museumsmederij De Hoefhamer: hoe veelzijdig het smidsambacht eigenlijk is, en hoeveel kennis van zaken een smid moet hebben. Niet alleen van natuur- en scheikunde, maar ook van biologie. Zo heeft een hoefsmid de anatomie van paarden bestudeerd, kent hij de hoefkwalen waaraan het dier kan lijden en is ook nog in staat om het dier van orthopedisch ‘schoeisel’ te voorzien.
Museumsmederij De Hoefhamer
Smedestraat 22, 8081 EH Elburg
Website: MuseumSmederijElburg.nl