Ondergesneeuwd door de bestorming van het Capitol in Washington, is de escalatie van geweld in Irak van afgelopen week. Met als absoluut dieptepunt het Iraakse leger dat kogels afvuurt op Iraakse politiemensen en veiligheidstroepen, in een poging Iraakse betogers te beschermen.
De betogingen van voornamelijk Iraakse jongeren die in oktober 2019 begonnen tegen de corruptie van de regering en groeiende armoede, gaan nog steeds door. Weliswaar op minder grote schaal, maar met name in de sjiitische stad Nasiriya blijven jongeren de straat op gaan. Ondanks het feit dat de protesten vorig jaar leidden tot een regeringswisseling, is er niets veranderd.
Sterker nog, door de lage olieprijs en de financiële crisis waarin de regering zich bevindt, is de economische situatie nog slechter geworden. Doordat de corruptie en vriendjespolitiek niet worden aangepakt en de machtigste partijen doorgaan met het afromen van overheidsgelden, leiden de lage olie-inkomsten tot grote problemen. Om het regeringsbudget toch enigszins kloppend te maken, heeft de regering vorige maand de Iraakse dinar gedevalueerd, waardoor het meer overhoudt aan haar oliedollars.
Gewone man
Voor de gewone man, die toch al getroffen is door de maatregelen om coronabesmettingen tegen de gaan, heeft dat enorme gevolgen. Overheidsinkomens die al zijn verlaagd (en later betaald) vanwege te tekorten, worden in dinars uitbetaald. Handelaren die goederen importeren en daarvoor in dollars betalen (Irak produceert zelf erg weinig), zadelen hun klanten op met hun extra kosten. Dat leidt tot inflatie, terwijl burgers minder in de knip hebben. Volgens betrouwbare cijfers leeft inmiddels een derde van de Irakezen onder de armoedegrens.
De ervaring onder dictator Saddam Hoessein tijdens het internationale embargo in de jaren negentig leert, dat ernstige verarming van een bevolking leidt tot afnemend verzet. Als vechten om te overleven je prioriteit is, zal je niet in opstand komen. Het verschil met vijfentwintig jaar geleden is, dat inmiddels een dikke meerderheid van de bevolking jonger is dan vijfentwintig jaar, en dat die jeugd een toekomst eist. Iraakse jongeren hebben niets meer te verliezen. Geen werk, nog minder inkomen – voor hen betekent het dat ze juist moeten doorgaan met protesteren.
In Nasiriya, en ook in andere steden in sjiitisch Zuid-Irak, proberen milities die verbonden zijn aan corrupte politieke partijen hen van dat idee af te brengen. Sinds oktober 2019 zijn tientallen activisten en honderden betogers gedood, en vele tientallen gekidnapt. De populaire sjiitische voorman Moktada al-Sadr heeft al zijn militieleden en aanhang ingezet om de ‘revolutie’ over te nemen, in Nasiriya met doden onder de betogers tot gevolg. Daarna heeft hij geprobeerd haar te laten doodbloeden.
Vlam
De vlam sloeg deze week in Nasiriya weer in de pan na de moord van een advocaat die bij de protesten betrokken was, en een dag later de vondst van het verminkte lichaam van een jonge arts die zich ook als activist inzette.
De Iraakse premier Kadhimi, die in mei aantrad met de zegen van de betogers, beloofde dat de schuldigen van dit soort acties zouden worden bestraft. Hij beloofde op te treden tegen de militieleden in zwart, die verantwoordelijk zijn voor het ontvoeren en doodschieten van betogers. Negen maanden na zijn aantreden blijkt daar weinig van terecht te komen. Als zijn mensen er al in slaagden militieleden op te pakken, dan zijn ze met dreigementen en geweld gedwongen hen weer te laten gaan. De moordenaars van de bekende analist Hashim al-Hashimi zijn meer dan een half jaar na zijn dood nog altijd niet opgepakt en berecht.
Met de voortdurende wetteloosheid staat niets de milities in de weg om hun dodelijke optreden tegen de opstandige Iraakse jeugd voort te zetten. Ondanks de doden die blijven vallen, blijven de jongeren de straat opgaan. Bij de protesten in Nasiriya kwamen deze week ook een politieman en een soldaat om. Dat laatste zou de aanleiding zijn geweest voor het leger om zich aan de zijde van de jeugd te scharen.
Geïnfiltreerd
De veiligheidspolitie werd gedwongen zich terug te trekken. Zoals vrijwel alle overheidsinstanties zijn ook de veiligheidstroepen geïnfiltreerd door de machtige sjiitische partijen, die hun eigen mensen aan baantjes hebben geholpen. Dat verklaart hun harde optreden tegen de betogers, maar ook het treffen met het leger. Dat ziet zichzelf als een vertegenwoordiging van alle Irakezen.
Het is voor het eerst dat het tot zo’n botsing komt. Alle betrokken partijen speelden een rol bij de strijd tegen de islamitische terreurgroep ISIS, al was van directe samenwerking nauwelijks sprake. De strijd leidde tot de officiële acceptatie van de sjiitische milities, verenigd in de Popular Mobilisation Forces (PMF), als blijvende militaire factor. Professionele militairen, vaak uitgebreid getraind door westerse collega’s, zijn niet onverdeeld enthousiast over die situatie.
Hoewel de PMF volgens beleid uit 2018 onder het commando van het ministerie van Defensie moet vallen, als een Revolutionaire Garde naast het leger, is daar weinig van terechtgekomen. De milities antwoorden aan hun eigen commandanten en bewegingen, en een deel ervan heeft zeer nauwe banden met Iran. In de strijd tegen ISIS stonden ze zelfs onder direct commando van de Iraanse generaal Qassim al-Soleimani.
Sancties
Dat laatste is ook de achtergrond van een Amerikaanse beslissing om sancties af te kondigen tegen de leider van de PMF, Falih al-Fayyadh. Hij is op een terroristenlijst geplaatst. Washington beschuldigt hem ervan onderdeel te zijn geweest van een crisis-cel die eind 2019 met steun van de Iraniërs besloot het vuur te openen op de betogers. Er vielen honderden doden, wat leidde tot het aftreden van premier Abdul-Mahdi en de komst van Kadhimi.
Milities met de nauwste Iraanse banden hebben bovendien de strijd afgekondigd tegen de Amerikanen. Die zijn nog steeds met een paar duizend militairen in Irak voor de strijd tegen ISIS. Die milities voeren regelmatig raketaanvallen uit op de Amerikaanse ambassade in Bagdad, maar ook op militaire bases van het Iraakse leger waar ook Amerikanen gelegerd zijn. Dat laatste maakt hen niet erg populair bij het Iraakse leger.
Dat leger, waaruit in 2003 alle Saddam-getrouwen zijn verwijderd, vormt weliswaar met een sjiitische meerderheid toch een betere afspiegeling van de Iraakse samenleving dan de PMF. Zelfs al heeft die ook milities voor soennieten en christenen. In het leger leeft bovendien de herinnering voort aan de bloedige oorlog uit de jaren tachtig tegen Iran.
Verdeeld
De invloed die Iran in Bagdad heeft weten te veroveren sinds daar een sjiitische meerderheid aan de macht kwam, verdeelt het land. Die verdeeldheid neemt echter alleen maar toe. Ook onder sjiieten vat het besef post dat Teherans invloed op een indirecte bezetting begint te lijken. En dat dit met alle corruptie en zelfverrijking die daaruit voorkomen, bepaald niet in het voordeel van de Irakezen uitwerkt.
Het Iraakse leger is inmiddels een van de weinig instituties waar de bevolking nog tegenop kijkt. De herovering van het voormalig ISIS-bolwerk Mosul wordt door velen vooral op haar conto geschreven. Helemaal sinds de achtergebleven sjiitische militieleden zich er met afpersingen en corruptie zeer ongeliefd maken. Dat het leger nu door de betogers te beschermen in feite een standpunt inneemt tegen dat soort gedrag, leverde de soldaten in Nasiriya zoenen en bedankjes op.
Zorgwekkend
Tegelijkertijd is het een zorgwekkende ontwikkeling. Komt het Iraakse leger, als het nationale leger, tegenover de milities te staan die vooral zichzelf, hun geloof, een deel van de Iraakse sjiieten en tenslotte ook nog Iran vertegenwoordigen? Wordt de strijd voor een betere toekomst een militaire tussen regeringstroepen en sjiitische milities – die uiteindelijk draait om de macht in Bagdad? In feite een burgeroorlog, tussen Iraakse nationalisten enerzijds, en aanhangers van het shiisme en Iran als de leider daarvan, anderzijds?
Wie zich herinnert hoe Iran alle kritiek in eigen land met harde hand neerslaat, kan de bui al zien hangen. Teheran zal haar invloed in Bagdad niet zomaar loslaten. De problemen van Irak zijn alweer een beetje groter geworden.