Hij was een moedig man. Dat is het eerste dat opvalt aan Thafer Elyahou, die onlangs op 60-jarige leeftijd in Bagdad overleed. Deze arts, gespecialiseerd in orthopedie, stond erom bekend dat hij gratis hulp verleende aan arme Irakezen, en onverstoord had doorgewerkt tijdens onrustige en gevaarlijke situaties in de Iraakse hoofdstad. Als zodanig werd er ook om hem gerouwd, op diverse sociale media platforms.
Dat hij een van de laatste Joden in Bagdad was, wisten veel mensen niet. Want net als zijn zus, bij wie ik altijd even langsga als ik in Bagdad ben, sprak hij daar niet openlijk over. Ik herinner me hem vooral als een behulpzame en intelligente man, van die ene keer dat ik hem bij haar ontmoet heb. We spraken over mijn geplande voetoperatie ā die hij ook voor me kon doen, bood hij lachend aan, over de politieke situatie in Bagdad, de veiligheid.
Naast zijn drukke werk in een van de ziekenhuizen in Bagdad was hij actief voor de piepkleine Joodse gemeenschap die nog over is in Bagdad. Ooit maakten Joden volgens Ottomaanse cijfers veertig procent uit van de bevolking van de Iraakse hoofdstad. Ten tijde van de oprichting van de staat IsraĆ«l in 1948 was het nog altijd een kwart, en vormden de Joodse bankiers en handelaren de financiĆ«le macht in de stad. In heel Irak, dus inclusief Koerdistan, woonden toen zoān 150.000 Joden.
Driekwart
Maar de Tweede Wereldoorlog, het nazisme dat ook in Irak voet aan de grond kreeg, het antizionisme en het antisemitisme dat Iraakse politici gebruikten om hun eigen falen om voor hun burgers te zorgen te maskeren, leidden er in de jaren veertig en vijftig toe dat driekwart van de Iraakse Joden hun land verlieten. Er kwam zelfs een speciale wet die het Joden toestond om te vertrekken met achterlating van hun eigendommen en hun Iraakse nationaliteit.
Dictator Saddam Hoessein bracht de gemeenschap de doodsteek toe door Joden te vervolgen en als āspionnen voor IsraĆ«lā ter dood te brengen. Toen hij in 2003 verjaagd werd, waren er nog hooguit honderd Joden over, onder wie voetendokter Thafer Elyahou en zijn zus. En die bleven zelfs toen er in 2005 een burgeroorlog uitbrak in Bagdad, toen Al Qaida en later ISIS aanslagen uitvoerde en die laatste in 2014 een derde van Irak bezette. Van Elyahou wordt gezegd dat hij in die onrustige jaren operaties verrichtte terwijl buiten de bommen ontploften.
Inmiddels wonen er zoān 219.000 Iraakse Joden in IsraĆ«l, en nog een handjevol in Bagdad.
Door te blijven was Elyahou patriottischer dan vele van zijn landgenoten, stelde docent en fotograaf Ali Baroodi in Mosul vast die op Twitter rouwde om āde laatst overgebleven Joodse artsā. Honderdduizenden Irakezen hebben Irak immers de afgelopen decennia verlaten, eerst op de vlucht voor Saddam, daarna voor het aanhoudende geweld. Elyahou liet zich er niet door verdrijven.
Vier
Over het handjevol Joden in Bagdad ā vier om precies te zijn, na de dood van Elyahou ā is buiten een kleine kring van hun kennissen weinig bekend. Dat is om veiligheidsredenen, en het is dan ook precies de reden dat zij stand wisten te houden. Ze zijn incognito gegaan, verscholen achter een andere identiteit.
Tegelijkertijd is het een gemeenschapje zonder toekomst. Elyadou en zijn zus hebben geen kinderen. De laatste huwbare jongere verliet Bagdad alweer jaren geleden om in het buitenland een bruid te vinden. En het is meer dan vijftien jaar geleden dat de onder leiding van Elyahou fris geverfde en opgeknapte synagoge gebruikt is voor een gebedsbijeenkomst, aangezien de tien Joodse mannen die daarvoor nodig zijn sindsdien ontbreken.
Edwin Shuker, een Iraakse Jood die met zijn familie in de jaren zestig naar Londen was gevlucht, was bevriend met Thafer Elyahou. Shuker heeft als een van de weinige Iraakse Joden zijn vaderland na 2003 een aantal keren bezocht. Hij herinnert zich in 2005 Pesach met hem te hebben gevierd in Londen, en in 2019 samen een bruiloft te hebben bezocht. Hij rouwt om de dood van zijn vriend, en ziet met hem het einde van 2600 jaar Joodse geschiedenis in Irak dichterbij komen. Die is begonnen met de verbanning van Joden uit Judea naar Babylon door de Assyrische koning Nebukadnezar in 586 voor Christus.
Zes maanden
Want nog maar zes maanden geleden overleed een ander prominent lid van de gemeenschap: Marcelle Yacoub, die de administratie van Joods eigendom in Bagdad bijhield, dat sinds het vertrek van de eigenaren leeg staat en in een steeds slechtere staat is komen te verkeren. Volgens Shuker waren die gebouwen tot 2003 āin perfecte staat, en was iedere eigenaar bekend.ā De aftakeling heeft alles te maken met de corruptie en het slechte bestuur van na Saddam.
Hoewel veel Irakezen zeggen hun Joodse buren en het Joodse element in hun samenleving te missen, wordt er niets ondernomen hen weer toe te laten. Bij het recente bezoek van de paus aan Irak is er vergeefs voor gepleit bij diens gebed voor de geloven van Abraham in Ur ook Iraakse Joden uit te nodigen.
De Iraakse wet verbiedt herstel van de Iraakse nationaliteit voor de vertrokken Joden, waardoor zij hun eigendommen niet kunnen claimen, en ze uiteindelijk in ruines zullen veranderen. Dat zal een groot effect hebben op het aanzicht van Bagdad, want het zijn ook historische gebouwen. Voorstellen om dat te veranderen zijn niet gedaan, al zou een simpele stemming in het parlement het probleem kunnen oplossen. Tegelijkertijd is de wet waarmee in de jaren vijftig de doodstraf is ingesteld voor āpromotie van zionismeā, nog steeds van kracht.
Gebeden
Elyahou had de administratieve functie overgenomen van Yacoub. Wie van de overgebleven vier Joden in Bagdad, die allemaal op leeftijd zijn, dat nu gaat doen, is onduidelijk.
Op de Joodse Habibiya begraafplaats, die nu in de Sjiitische miljoenenwijk Sadr City ligt, was zijn zuster de enige die bij Thafer Elyahouās begrafenis de geĆ«igende gebeden zei.