Irak ziet ‘held’ Soleimani niet meer als haar redder

Iran herdenkt de dood van haar held, generaal Qassem Soleimani. Irak moet onderdeel zijn van "zijn wraak". Maar Irakezen zijn de Iraanse invloed en het geweld van de pro-Iraanse milities zat.

Hij had moed, toonde initiatief, was gelovig, bescheiden, niet corrupt en een echte revolutionair. Op de tweede verjaardag van de dood van de Iraanse generaal Qassem Soleimani worden alle superlatieven van stal gehaald om het bijzondere karakter van de held te beschrijven. De hashtag #hero is populair. Vandaag is hij heiliger dan heilig, de martelaar per se.

Er zijn speciale accounts op Twitter om hem de hemel in te prijzen, zoals dat van ‘Soleimani’s dochter’, die zich uitput in het plaatsen van fraai bewerkte foto’s en portretten. De boodschap is dat zijn manier van denken zal voortleven. De Iraanse geestelijk leider Khamenei tweette dat de generaal ‘een eeuwige realiteit is die voor altijd zal leven, terwijl zijn moordenaars na hun verdiende wraak in de vuilnisbak van de geschiedenis terecht zullen komen’. En de Iraanse missie bij de EU maakte een speciale video van de ‘held die vrede in de regio wilde brengen en een bolwerk was tegen extremisme en terrorisme’.

Op 3 januari 2020 kwam Qassem Soleimani bij het vliegveld van Bagdad om bij een Amerikaanse droneaanval. Ook zijn Iraakse kameraad, de leider van de samenwerkende sjiitische milities in Irak, Abu Mahdi al-Muhandis die bij hem in de auto zat, werd gedood. Het was het Amerikaanse antwoord op de steeds openlijkere aanslagen op hun troepen in Irak nadat de oorlog tegen de soennitische terreurgroep ISIS grotendeels voorbij was. Aanvallen van pro-Iraakse milities die zich lieten inspireren, sturen en betalen door de twee mannen.

Maar de aanslag was ook bedoeld om een spaak in het wiel van Iraanse invloed elders in Syrië en Libanon te steken.

Wraak

Meer nog dan vorig jaar wordt die ook onder Soleimani’s tegenstanders in Irak niet onomstreden aanval herdacht. Bijvoorbeeld met een drone-aanslag (die verijdeld werd) op Amerikanen gelegerd op het vliegveld van Bagdad, met ‘Soleimani’s wraak’ op een van de vleugels.  En met een herdenking op de plaats van de aanslag, waar aanhangers anti-Amerikaanse en -Israëlische leuzen riepen, en auto’s over vlaggen van die landen lieten rijden. Onlangs werd bekend dat Israël een rol had gespeeld bij de uitvoering van de aanslag, en dus kregen de Jerusalem Post en Maariv te maken met pro-Iraanse regime hackers.

Er was bovendien – twee jaar na dato – een oproep van Iran aan de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties om die beide landen aansprakelijk te stellen voor de moord. En de Iraanse Revolutionaire Garde, waarbij Soleimani als generaal diende, kwam met de vaststelling dat hun terugtrekking uit de regio de eerste prijs is die de VS moeten betalen voor zijn dood.

Dat is exact wat pro-Iraanse groepen in Irak eisen: dat de Amerikanen uit Irak vertrekken. De omruil van Amerikaanse gevechtstroepen voor adviseurs en trainers van de afgelopen weken is onvoldoende voor hen: alle 2500 Amerikaanse militairen moeten weg uit Irak. En gebeurt dat niet, dan wachten de Amerikanen dit jaar meer aanslagen in Irak.

Opvallend is echter dat de grote, beloofde Iraanse wraak voor de dood van Teheran’s icoon afgelopen jaren is uitgebleven, op een aanval op een Amerikaanse basis in Irak in 2020 na. Die overigens ernstiger is gebleken dat aanvankelijk werd beweerd; er vielen geen doden maar wel ernstig gewonden. Maar om een verdere escalatie te voorkomen, werd daar aanvankelijk geen ruchtbaarheid aan gegeven.

Garen

Twee jaar na Soleimani’s dood doen Iran en pro-Iraanse krachten in Irak er alles aan om garen te blijven spinnen bij zijn dood. De slogan is dat de martelaar gevaarlijker is voor zijn vijanden dan de levende generaal. Maar dat lijkt vooral een politieke boodschap van een minderheid, die bij de verkiezingen van oktober fors heeft verloren en in het komende Iraakse kabinet veel minder invloed zal hebben dan tevoren. Bovendien hangt hen de aangekondigde beslissing boven het hoofd dat er ernst zal worden gemaakt met het integreren van militieleden in het Iraakse leger en het ontwapenen van milities die daar niet aan meewerken.

De herdenking van de dood van Soleimani en Muhandis is een mooi moment om Iraakse burgers te herinneren aan de rol die zij hebben gespeeld bij de redding van Irak uit de klauwen van ISIS. Maar veel Irakezen zien daarin een grotere rol voor (antiterreurbrigades van) het reguliere Iraakse leger en de luchtaanvallen van de coalitie. Aan soennitische zijde blijft vooral de herinnering hangen aan het geweld van de milities die alle soennieten behandelden als aanhanger van ISIS. En velen zien de Amerikanen liever nog maar even blijven, om een situatie als in Afghanistan te voorkomen.

Soleimani is voor een meerderheid niet de redder die Iran en de pro-Iraanse krachten in Irak van hem proberen te maken. Een jonge vrouw reageert op Twitter op het ophemelen van Soleimani: ‘Als je respect had voor jezelf en je religie zou je Soleimani niet vergelijken met je meester en redder en vergelijken met je imam.’ Een ander herinnert eraan dat de toenmalige Iraakse premier Abd Al-Mahdi op de hoogte was van de aanslag op Soleimani.

Vrije dag

Dat verschillende Iraakse provincies op het allerlaatste moment besloten de 3de januari tot vrije dag te verklaren vanwege de herdenking van de dood van de twee, had vooral te maken met de druk die pro-Iraanse groepen nog steeds uitoefenen. En het was wellicht een poging die met het oog op de huidige kabinetsvorming gunstig te stemmen. Want opvallend genoeg werd het besluit pas na middernacht naar buiten gebracht, wat wijst op weinig enthousiasme.

Met het vooruitzicht van verminderde invloed (en vooral: minder inkomsten uit de corruptie) hebben de pro-Iraanse politici hun aanhang de afgelopen maanden al herhaaldelijk de straat opgestuurd om tegen de ‘frauduleuze’ verkiezingsuitslag te protesteren. De dreiging van geweld hangt daarmee al sinds oktober boven Bagdad, maar betogers worden moe nu het al zolang duurt.

De herdenking van de dood van twee sjiitische voormannen is een mooi excuus om hen bij de les te houden. Geen van de twee kan echter over het graf heen regeren om ontwikkelingen in Irak tegen te houden. Na de verkiezingen en de eerdere maandenlange jeugdprotesten lijkt alleen een burgeroorlog nog te kunnen voorkomen dat Iran voor het eerst sinds 2003 aan invloed verliest in Irak.

Want die verandering is inmiddels de wens van een meerderheid van de Irakezen, die buurland Iran en haar generaal Soleimani allang niet meer als hun redder zien.

Mijn gekozen waardering € -

Judit Neurink is schrijver en journalist die vooral schrijft over Irak en het Midden-Oosten