De Quiet 500 krijgt een vervolg. De glossy over stille armoede werd in 2013 door een groep betrokken Tilburgers opgestuurd naar alle grootverdieners uit de Quote 500. Dirk Lips, eigenaar van de attractieparken van Libéma, voelde zich aangesproken. Hij bedacht de ‘Quiet Community’, waar armen gebruik kunnen maken van gratis diensten, producten en uitjes. Dertig bedrijven doen al mee.
Wat dacht u, toen u de Quiet 500 ontving?‘
‘Ik heb het blad een maand op mijn bureau laten liggen, als een soort doosje wat je niet wilt openmaken. Ik vond het te confronterend. Ik had het gevoel ‘daar heb ik niets mee te maken’.’
Wat vond u ervan dat u als miljonair werd aangesproken?
‘Dat wekte een beetje aversie. Ik dacht: ‘Hoe komen jullie verdomme aan mijn adres?’ Maar ik heb het blad wel op mijn bureau laten liggen. En ik wist dat ik het een keer zou moeten lezen. Dat heb ik gedaan. En ik ben emotioneel geraakt door de verhalen over stille armoede. Het blad heeft me verrijkt – met nieuwe inzichten.’
Wat waren eyeopeners voor u?
‘In de eerste plaats dat het dikke vette pech is dat je in die omstandigheden terecht komt. En verder dat die mensen niet bij de pakken neerzetten, dat ze eruit willen komen. Ik was onder de indruk van hun kracht en discipline. Dat zijn eigenschappen waar ik als ondernemer mezelf in herkende. Het had mij ook kunnen gebeuren.
Je eerste reactie is dan dat je geld wilt overmaken. Dan heb je het afgekocht hè, zoals bij een aflaat. Maar de makers van het blad vroegen om ideeën in plaats van geld.’
Met welk idee kwam u?
‘Een Quiet Community. Bedrijven en particulieren die een product of dienst willen aanbieden, kunnen dat erop zetten. Wij kunnen er bijvoorbeeld honderd kaartjes weggeven voor ons park de Beekse Bergen. Een bioscoop kan op een rustige avond gratis bioscoopstoelen ter beschikking stellen. En stel, jij wilt een uurtje in de week Frans geven, dan zet je dat erop. We hebben al veel reacties gehad, bijvoorbeeld van een tandarts die gratis gaatjes wil vullen. Je zet je in voor armen in je eigen regio. We beginnen in Tilburg, maar je kunt het zo neerpleuren in Alkmaar of Maastricht. We hopen dat mensen daarvoor het initiatief nemen.’
‘Behalve mijzelf heeft ook Harry Hilders (vastgoedontwikkelaar, red.) gereageerd. Er waren natuurlijk centjes nodig, en wij hebben besloten dit een kans te geven voor de eerste twee jaar. Ik denk dat we meer dan 100.000 euro hebben geïnvesteerd. We hebben onderzoek laten doen naar de behoeften en gebouwd aan een online marktplaats. Die gaan we nu vullen. We hebben twee medewerkers in dienst, die bedrijven gaan benaderen. In januari gaan we open. Alle klanten van de Tilburgse voedselbank kunnen er dan gebruik van maken.’
Wat is het doel?
‘We hebben geen hoogdravende ambities. Mensen zitten in een rotsituatie, en die situatie willen we wat verzachten.’
Dit artikel verscheen eerder in Trouw.