Jaren geleden verplichtten de Iraanse autoriteiten me tijdens een reportagereis in Teheran een bezoekje te brengen aan de tentoonstelling van tekeningen tegen de Holocaust. Dat waren de beste inzendingen in een wedstrijd die ieder jaar werd uitgeschreven – en nog steeds. Waarin de Holocaust op de eerste plaats wordt ontkend, en Joden en Israël beschimpt en belachelijk gemaakt.
Ook dit jaar is de International Holocaust Cartoon Contest met tweehonderd van dit soort cartoons weer opengegaan voor het publiek in het Palestine Museum in Teheran.
Ongeveer tegelijkertijd stonden Iraanse overheidsgetrouwen te protesteren voor de Franse ambassade in de Iraanse hoofdstad, uit protest tegen de cartoons die het Franse blad Charlie Hebdo publiceerde van de Iraanse geestelijk leider ayatollah Khamenei. Ze droegen identieke foto’s mee van de ayatollah en riepen leuzen dat Parijs het blad moest straffen.
De leider van de Iraanse Revolutionaire Garde, generaal Hossein Salami verklaarde dat ‘vroeger of later de moslims wraak zullen nemen’, waarbij hij verwees naar wat er met de Britse schrijver Salman Rushdie is gebeurd. Rushdie is vorig jaar aangevallen en zwaar verwond, jaren nadat de toenmalige Iraanse geestelijk leider Khomeini in 1989 een fatwa tegen hem uitsprak vanwege zijn boek De Satanische Verzen.
Traditie
Cartoons hebben in het Midden-Oosten een lange traditie. Er is geen krant die geen spotprenten afdrukt, meestal gericht tegen een vijand, het Westen of een niet-bevriend regime. De terreurgroep ISIS was een dankbaar onderwerp, net als de Amerikaanse president Trump. Slechts enkele media wagen het om ook cartoons af te drukken die kritisch zijn ten aanzien van de politieke macht. Want die houd je toch liever zoveel mogelijk te vriend.
De cartoons van Khamenei, die in een zee van bloed naar een strop zwemt, wiens baard in brand wordt gestoken door een jonge vrouw zonder hoofddoek, die in onderbroek getekend is voor de Pirelli-kalender – zijn die erger dan die in het Palestine Museum zijn tentoongesteld over Joden? Dat betwijfel ik. Maar het hemd is nader dan de rok. Dat Iraniërs de cartoons zelf via internet kunnen zien en erom gniffelen, is voor de machthebbers onverteerbaar. Dat de geestelijke leider van een land dat zichzelf graag neerzet als het voorbeeld van een islamitische staat belachelijk wordt gemaakt, is niet te vergeven.
Khamenei is onder zijn aanhangers een halve heilige; zoals zijn voorganger Khomeini en de Iraanse generaal Qassem Soleimani na hun dood hele zijn geworden. Daarvan maak je hooguit fraai gestileerde kleurige portretten. Iraanse schilders zijn daar meesters in. Ook van de schoonzoon van de profeet, Ali en de kleinzoon van de profeet, Hoessein zijn posters en schilderijen alom vertegenwoordigd.
De grens ligt bij de profeet Mohammed. Nog een herinnering aan een reis naar Iran. Op bezoek bij een hartelijke dame die mijn gids en mij uitnodigde voor een uitgebreide maaltijd. Ze verzamelde tapijten, en een ervan viel me in het bijzonder op. Is dat echt de profeet? Ze gaf toe dat het uiterst omstreden was, maar weghalen deed ze niet omdat niemand kon bewijzen dat het echt de profeet verbeeldde.
Ontslagen
Ik werd eraan herinnerd toen ik las over de Amerikaanse docente die ontslagen is omdat ze in haar geschiedenisklas een veertiende-eeuws portret van Mohammed had laten zien. Ze had haar studenten vooraf gewaarschuwd zodat de moslims onder hen die hier problemen mee hadden, weg konden blijven. Een van haar studenten begon echter een actie wegens islamofobia die tot haar vertrek leidde.
Het portret dat ze liet zien van Rashid al-Din toont de engel Gabriel die Mohammed de eerste openbaringen voor de Koran brengt. Het hangt in de Universiteit van Edinburgh en is met andere soortgelijke schilderijen in het verleden op verschillende plaatsen tentoongesteld geweest.
Een artikel in het universiteitsblad waarin werd uitgelegd waarom het belangrijk is dit soort afbeeldingen te tonen in geschiedenislessen, werd binnen een dag offline gehaald. Het hoofd van de Universiteit stuurde daarop een email aan alle werknemers dat ‘respect voor gelovige moslimstudenten in een klas boven academische vrijheid moet gaan.’
Terwijl het incident de discussie over de grenzen van academische vrijheden gaande houdt, is het interessant op te merken dat in de Koran niets het afbeelden van Mohammed verbiedt. Afbeeldingen van Christus, die de islam beschouwt als een profeet, zijn er natuurlijk te over.
Cancelen
Dat onze mening over allerlei onderwerpen over de tijd verandert, is een feit. De discussies laaien op in het Westen, waar de cancelcultuur het grootst lijkt en Amerikaanse schoolbibliotheken momenteel worden leeggehaald. Maar het Midden-Oosten kan er ook wat van. Na jaren van het negeren van de Holocaust, gaan in de Emiraten scholen er les over geven – het eerste Arabische land dat die ommezwaai maakt.
Terwijl de ruzie over de cartoons van de Iraanse geestelijke leider voortraast, verbood Israël de Palestijnse vlag in het openbaar omdat die geïdentificeerd zou worden met een terroristische organisatie. In Turkije kan je maar beter geen Koerdische vlag uithangen als je geen problemen wilt krijgen, zoals een Koerdische toerist ondervond.
En de jongste ruzie in het verlengde hiervan betreft het water dat op de kaart van Irak boven mijn bureau de Perzische Golf wordt genoemd. Tijdens de 25ste Arabische Golf Cup die momenteel in de Iraakse stad Basra wordt gehouden speelt een oude ruzie over de naam weer op.
Teheran riep de Iraakse ambassadeur op het matje nadat de Iraakse premier en andere Iraakse politici de naam van het voetbaltoernooi hadden genoemd. Dat is genoemd naar de Golf waaraan immers meer Arabische dan Perzische landen liggen. Daarmee hadden ze echter ‘een valse naam gebruikt voor de Perzische Golf’, zo was de aanklacht. Het was ‘een futiele poging van Arabische buurlanden om de eeuwenoude geschiedenis van de regio te vervormen.’
Basra
Waar maak je je druk om, vraagt menigeen zich af. What’s in a name. Maar in het Midden-Oosten zijn namen gekoppeld aan status.
Irakezen hebben al vastgesteld dat de Golf, waaraan Basra een historisch belangrijke handelsplaats is, eeuwenlang de Golf van Basra werd genoemd. En stellen als oplossing voor die naam weer in gebruik te nemen.
De ruzie over de naam heeft natuurlijk een politieke achtergrond. Het feit dat het voetbaltoernooi in Basra de Iraakse relatie met Arabische landen na een ban van 30 jaar eindelijk weer versterkt, leidt tot zorg in Teheran. Dat ziet haar invloed in buurland Irak toch al teruglopen door het verzet daar tegen corruptie en de groeiende impopulariteit van door haar gesteunde Iraakse politici.
Ook de woede over de cartoons van Khamenei is vooral politiek, zeker als je als natie daarnaast nog veel hatelijker tekeningen van Joden en Israël tentoonstelt. Teheran kan niet blij zijn over haar weer toenemend isolement, vooral sinds de interne protesten vorig jaar begonnen. Het is natuurlijk makkelijker om stelling te nemen tegen een paar spotprenten. Het hoofd bieden aan de stroom van kritiek uit de wereld over het gewelddadige antwoord van het regime op de nog immer voortdurende opstand is veel moeilijker.