De Grieken hadden voor Troje het houten paard. Israël gebruikt piepers (of pagers) en elektronica als een wapen om vijandelijk gebied te infiltreren. Militaire strategie is van alle tijden. Het Trojaanse paard bracht de overwinning. Van Israëls elektronische oorlogsvoering is alleen nog duidelijk dat de reacties zowel afwijzend als meewarig zijn.
Nog even de gegevens. In de Trojaanse oorlog wisten Griekse soldaten Troje binnen te dringen door zich te verstoppen in een groot houten paard, dat de bewoners nietsvermoedend de stad binnen hadden gehaald door een bres in de stadsmuur te slaan. Daarop konden de Grieken de stad veroveren.
Geruime tijd gebruikte Israël mobiele telefoons voor gerichte aanslagen op leiders van Hezbollah, waarna die sjiitische Libanese organisatie ze in de ban deed en overging op het gebruik van piepers en walkietalkies. Die ietwat archaïsche apparatuur is niet af te luisteren en je kunt er essentiële informatie mee delen met je achterban en strijders.
Israël wist te infiltreren in de Hongaarse fabriek waar de apparatuur in licentie voor het Taiwanese Gold Apollo werd gemaakt. Volgens de New York Times was de fabriek zelfs een frontje van de Israëlische geheime dienst. Ze leverde ook aan gewone klanten, maar richtte zich vooral op de orders voor Hezbollah en Iran, waarbij speciale batterijen werden gebruikt die bewerkt waren met het explosief PETN.
Wachten
Net als de soldaten in het houten paard moesten wachten tot ze in stelling waren gebracht door de bevolking, moest ook Israël geruime tijd wachten voor de tijd rijp was. De eerste piepers arriveerden al in de zomer van 2022 bij Hezbollah, maar de stroom kwam pas echt op gang nadat haar leider Nasrallah in februari de mobiele telefoon in de ban deed. Sindsdien zijn er zeker vijfduizend geleverd.
Op dinsdag 17 september besloot Israël dat het lang genoeg had geduurd. Toen op de piepers een tekst in het Arabisch binnenkwam die van de Hezbollah-leiding leek te komen, pakten de gebruikers het apparaat op om die te lezen. Op dat moment ontplofte het. Of het ging in hun broekzak af.
De aanval werd de volgende dag gevolgd door een soortgelijke op de walkietalkies, die nog meer schade aanrichtte. In totaal kwamen 26 mensen om en raakten er 3250 gewond, waarbij de Libanese ziekenhuizen totaal overspoeld raakten. Veel verwondingen zijn aan ogen en handen, maar ook in de buikstreek en tal van mensen raakten blijvend gehandicapt.
Oorlogsrecht
De aanval ontlokte vragen die het Trojaanse paard nooit heeft opgeroepen. Toen vroeg niemand zich af of dit strategische kunstje misschien in strijd was met het oorlogsrecht. Uniek was de reactie waarbij werd vastgesteld dat Hezbollah de piepers bij de fabriek heeft gekocht en dus indirect Israël heeft betaald voor de aanval. Wat de acties gemeen hebben is dat zowel het paard als de piepers en walkietalkies door de vijand zelf (in onwetendheid) binnen zijn gebracht.
De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch wijst erop dat internationale wetten het gebruik van boobytraps verbiedt, omdat burgers die voorwerpen kunnen oppakken. Klokkenluider Edward Snowden verklaarde dat het terrorisme was, want onschuldigen konden gewond raken. Dat gebeurde overigens inderdaad toen een kind de pieper oppakte om die naar haar vader te brengen, maar verder lijken toch vooral Hezbollah-leden geraakt te zijn.
Hezbollah heeft de piepers namelijk alleen verdeeld over haar leden, zo heeft de organisatie zelf erkend. Dat er ook artsen door zijn verwond, is omdat die voor Hezbollah werkten maar dat geheimhielden. En dat gold voor wel meer Libanezen; zo’n lidmaatschap is in lang niet in alle gemeenschappen en families iets waar je openlijk voor uitkomt.
Dat mag wel blijken uit het feit dat Hezbollah de dood heeft aangekondigd van 37 van haar leden als gevolg van de explosies. Dat is een hoger aantal dan het officiële dodental dat van de Libanese overheid komt.
Raketten
In reactie wordt vanuit Israël vooral gewezen op de duizenden raketten die Hezbollah al vele maandenlang neer laat regenen op het noorden van Israël (waarover de internationale pers nauwelijks bericht) en de Hezbollah-aanval in juli op een kinderspeelplaats in Majdal Sjams waarbij twaalf kinderen omkwamen.
Opvallend voor ons als waarnemers is om te zien waar de bommetjes precies afgingen. Het feit dat ook de Iraanse ambassadeur in Beirut gewond raakte, bijvoorbeeld. Dat laat goed zien hoe nauw verknoopt Iran en Hezbollah zijn, als de vertegenwoordiger van Iran in Libanon op de hoogte moet zijn van de communicatie tussen de groep en haar leden.
De zwaargewonde ambassadeur is naar Teheran overgevlogen voor medische behandeling, samen met meer dan negentig Hezbollah-functionarissen en hun gezinnen.
Piepers ontploften ook in Syrië, waar Hezbollah nogal wat uitvoerders en planners heeft. En zelfs in Irak, bij leden van aan Iran gelieerde sjiitische milities. Het Syrische leger en verschillende groepen die gelieerd zijn aan het Assad-regime zijn begonnen de elektronica die ze eerder dit jaar uit Iran hebben gekregen te vernietigen. En de Iraanse Revolutionaire garde heeft haar leden en de aan haar gelieerde milities in Syrië en Irak opgedragen zich te ontdoen van alle elektronische apparaten die ze de afgelopen vier tot acht maanden hebben ontvangen.
Fall-out
Dat betekent dat de fall-out van de Israëlische operatie zich uitstrekt tot Iran en haar bondgenoten. Niemand kan zijn militaire apparatuur nog vertrouwen. Met daarachter ook nog de paranoia die wordt opgevoerd: als Israël dit kan, wat kan ze dan nog meer?
Opvallende reacties in de Arabische wereld waren er ook. Hezbollah, dat met Iran samenwerkt in Syrië en dus met president Assad, heeft zich daardoor in Syrië zelf behoorlijk gehaat gemaakt. De groep was betrokken bij de belegering van het bergdorp Madaya waar velen de hongersdood zijn gestorven en van het Palestijnse Yarmouk kamp, en werkte op tal van andere plekken met de Syrische overheid samen om de opstanden tegen Assad neer te slaan.
Geen wonder dus dat op verschillende plaatsen in Syrië snoepgoed is uitgedeeld, toen de berichten over de vele slachtoffers door de explosies binnenkwamen.
Uit de rest van de Arabische wereld kwam weinig bijval voor Hezbollah. Het bleef zelfs opvallend stil. Wie zo nauw met Iran samenwerkt, en daarbij een bloeiende Arabische staat als Libanon kapot weet te maken, kan rekenen op leedvermaak als je wordt geraakt. De grappen en grollen gingen over het hele internet.
Vermaak
In Iran leidde het onder de oppositie tot vermaak. Een van de songs die daar werd geproduceerd had als tekst ‘waar is mijn pager? Waar zijn mijn genitaliën?’ De verwijzing naar verwondingen aan mannelijke geslachtsdelen overheersten op sociale media aangezien de meeste Hezbollah-leden de pieper in hun broekzak hadden toen die ontplofte. Die ontmanning en aantasting van de mannelijke eer sprak nogal tot de verbeelding.
In de Verenigde Staten zullen de geheime diensten ook met veel interesse hebben toegekeken. Daar zijn ze allerminst vergeten dat Hezbollah in 1984 de CIA-stationschef in Beirut, William Francis Buckley ontvoerde. En hem na vijftien maanden van martelingen overdroeg aan een Palestijnse groep voor executie.
En tenslotte heeft de operatie Israël kostbare informatie opgeleverd. Waar de piepers en walkietalkies ontploften, waren immers Hezbollah-leden. En daarmee wellicht ook nieuwe doelen. De operatie is donderdag opgevolgd door een serie luchtaanvallen op Hezbollah-doelen en Israëlische troepen zijn naar de grens verplaatst.
Alle ogen zijn daarmee opeens gericht op Libanon. En niet meer op Gaza. Voor het eerst in bijna een jaar.