‘Mijn zoon was elf weken toen mijn man gewond raakte in een auto ongeluk. Hij werkte als gitaartechnicus bij een band en ze waren met de hele crew op weg naar een optreden. Mijn man zat achter het stuur toen de bus over de kop ging. De gitarist van de band belde met het bericht. Mijn man was klem komen te zitten tussen de bus en het wegdek en was naar het ziekenhuis gebracht met ‘last van zijn benen’. In eerste instantie reageerde ik rustig. Geen paniek. We wisten nog niet hoe erg het was. Ik ging uit van een gebroken been. Het eerste dat door mijn hoofd ging: Nu moet ik voor twee mensen gaan zorgen! Later belde de manager van de band dat er iets mis was met de nek van mijn man en hij geopereerd moest worden. De arts wilde dat ik naar het ziekenhuis kwam. Maar hoe moest dat met de borstvoedingen als ik naar het ziekenhuis was en mijn zoon bij mijn moeder?
Ik belde een vriendin die kraamverzorgster was of ik zomaar over kon stappen op flesvoeding. Kwestie van uitproberen, zei ze… En het lukte! Zonder gedoe, stuwing of wat dan ook. Van de ene op de andere dag ben ik overgestapt van volledige borstvoeding naar alleen ’s ochtends en ’s avonds, en overdag de fles. Ondanks alle stress, ging het zonder problemen. Ik zie het als de kracht van moeder natuur. Als het niet anders kan en je doet het ‘gewoon’ dan lukt het ook. Precies dat gevoel van ‘ik kan het en ik doe het’ heeft mij door de moeilijke jaren die volgden heen geholpen.
In het ziekenhuis werd me verteld dat mijn man verlamd was vanaf het midden van zijn lichaam. Ze waren hem nog aan’t opereren. Na de operatie nam de arts me apart. Het was nog erger dan ze eerst dachten. Zijn 6e en 7e nekwervel waren gebroken, de verlamming was vanaf zijn nek. Hij zou zijn armen een beetje kunnen bewegen, meer niet. Ik kon het niet bevatten. Ik was in shock. Toen mijn vader en broer even later aankwamen in het ziekenhuis, brak ik. Huilend viel ik mijn vader in de armen. Toch kwam ik al snel in knok-modus. Ik stond aan het bed van mijn man en dacht: dit gaat ons lukken, we gaan ervoor! De volgende dag werd hij wakker uit de narcose. Het eerste wat hij zei toen hij bijkwam was dat het niet zijn schuld was. Ik hoor het hem nog zeggen. ‘Ik kon er niets aan doen…’ Mijn hart brak. Maar ik was opgelucht dat geestelijk alles in orde was. Hij was nog steeds mijn vent.
Ondertussen ging er van alles door mijn hoofd. Hoe gaan we dit doen? We woonden in een drive-in woning: beneden garage, eerste etage woonkamer en keuken, slaapkamers op de tweede. Hoe moest dat met een rolstoel? Er kwam zoveel op me af, ik kon het niet goed overzien. Toen gebeurde er iets onverwachts. De tweede dag na het ongeluk zag ik de grote teen van mijn man bewegen. Ik wist meteen: als zijn teen kan bewegen, dan komt het goed. En inderdaad. Beetje bij beetje kwamen er steeds meer prikkels terug. Na een maand in het ziekenhuid en een maand in een revalidatiecentrum, kon hij weer enkele passen lopen. Vijf maanden na het ongeluk kwam hij weer thuis. We hebben geluk gehad dat hij veel functies heeft teruggekregen. Maar zijn lijf heeft veel schade opgelopen met alle gevolgen van dien.
Zijn lichaam lijdt nog steeds. Hij is nog altijd arbeidsongeschikt. Het gevoel in zijn lichaam is verstoord. Sommige delen voelen verdoofd. Hij heeft problemen met zijn darmen en zijn benen ‘slapen’ zodat hij vaak valt of struikelt. Ook heeft hij veel last van zenuwpijn waarvoor hij dagelijks morfine slikt. De eerste jaren na het ongeluk, heb ik heel veel geregeld en gezorgd. Mijn man kon toen bijna niks. Alles koste moeite en energie. Ik zorgde voor hem, voor de baby, voor het huishouden en probeerde daarnaast ook mijn parttime baan weer op te pakken. Ondertussen waren we verwikkeld in twee rechtszaken rondom het ontgeluk. Juridische rompslomp die flink veel tijd en energie kostte. Terugkijkend op die periode snap ik bijna niet hoe ik het allemaal gedaan heb… Ik weet wel dat ik op een gegeven moment letterlijk dacht: het is aan mij, ik moet het doen!
Ik had lieve vrienden en familie om mij heen die me steunden en dat was fijn. Maar als ik ’s avonds doodmoe in bed lag en mijn zoon begon te brullen, dan moest ik het toch zelf opknappen. Ik heb altijd een positieve inslag gehad, maar voor het ongeluk worstelde ik met het moederschap en voelde ik weinig zelfvertrouwen. In de maanden na het ongeluk, draaide dat gevoel helemaal om. Ik voelde een enorme kracht in mezelf ontstaan. Ik ontdekte dat ik meer kon dan ik dacht. Ik bedacht oplossingen voor problemen en kreeg dingen geregeld. Ik leerde denken in mogelijkheden en kansen. Hoe gaan we dit weer aanpakken? Hoe maken we dat beter? Het waren zware jaren, maar tegelijkertijd wees deze crisis mij de weg naar mijn kracht.
Ten tijde van het ongeluk werkte ik in het welzijnswerk als social worker met jongeren. Ik had een paar jaar daarvoor een coachopleiding gedaan, maar geen concrete plannen om hier iets mee te doen. De jaren na het ongeluk werd ik opgeslorpt door de situatie thuis. Na twee jaar startte ik weer een opleiding tot coach. Toen was het vooral iets om te doen voor mezelf. De opleidingsdagen in Utrecht, waren dagen om op te laden, om te werken aan mijn persoonlijke ontwikkeling en te reflecteren op mijn leven. Nu zie ik hoe alles wat ik gedaan heb, heeft bijgedragen aan waar ik nu ben. Als puzzelstukken in het grote geheel. Toch kwam het plan voor mijn eigen bedrijf, pas jaren later.
Eerst kregen we nog een dochter. Ondanks de fysieke beperkingen van mijn man – hij had nog altijd veel hulp en verzorging nodig – lukte het om weer zwanger te worden. We wilden graag een tweede kind en waren dolgelukkig. Wel kwam de zorg grotendeels op mijn schouders en pas toen de kinderen groter waren, kwam er ruimte om na te denken over een eigen bedrijf. Ik wist inmiddels dat ik wilde ondernemen. De kwaliteiten die daarvoor nodig zijn – dingen regelen en gedaan krijgen, denken in oplossingen – had ik ondertussen op het thuisfront goed ontwikkeld. Dat ik iets wilde doen op het gebied van kinderen en emoties, wist ik ook. Maar wat precies?
Een specifieke gebeurtenis uit mijn jeugd was een belangrijke wegwijzer. Als kind had ik een kleine traumatische ervaring. Ik ben opgegroeid met liefdevolle ouders maar omgaan met mijn emoties vonden ze lastig. Althans, zo ervaarde ik dat. Toen ik me op een middag tijdens de lunch verslikte in een frietje en daarbij mijn slokdarm verbrandde en flauwviel, ging het hele gezin snel weer over tot de orde van de dag. Ik leefde nog, niks aan de hand, hups naar school… Er was geen oog voor hoe erg ik geschrokken was. Ik was nog nooit flauwgevallen en was ontzettend bang dat het nog eens zou gebeuren. Ik kreeg steeds meer angst om te eten. Ik ging treuzelen tijdens de maaltijd en elke hap heel lang kauwen zodat ik me niet weer zou verslikken. Mijn ouders werden er kriebelig van en ik voelde hun machteloosheid. Ze wisten niet hoe ze mij hier mee konden helpen. Ik voelde me niet begrepen en de angst werd alleen maar groter. Heel lang heb ik rondgelopen met angst om flauw te vallen en dat heeft flinke impact gehad op mijn tienerjaren.
Door die ervaring in mijn jeugd, realiseerde ik me dat emotioneel trauma vaak vrij eenvoudig te voorkomen is. Als iemand had gezegd: jeetje dat was even schrikken! Met een aai over mijn bol had gegeven en me had uitgelegd dat flauwvallen een overlevingsreactie is van het lichaam en dat ik daardoor goed ontspande zodat het frietje door mijn keel kon zakken , was het wellicht heel anders afgelopen. Dan had ik gesnapt wat er gebeurd was. Nu maakte ik het in mijn hoofd groter en enger dan dat het was. Oprechte aandacht, erkenning en uitleg… dat is wat kinderen nodig hebben om gebeurtenissen en emoties te begrijpen en te kunnen plaatsen.
Dat inzicht was een eyeopener. Net als de lastige start die ik had met mijn zoon. Ik ben er nu dankbaar voor. Doordat ik me toen zo onzeker en onhandig voelde, ben ik gaan zoeken naar meer inzicht in emoties bij kinderen. Mijn zoon huilde en ik wist niet waarom. Hij had allerlei emoties die ik niet begreep. Op het consultatiebureau kreeg ik alleen praktische informatie. Niks over emoties. Niemand vertelde mij dat emoties signalen van het lichaam zijn die ons iets vertellen. Dat boosheid aangeeft dat er iets of iemand over je grenzen gaat en dat je grenzen moet stellen; dat verdriet aangeeft dat er iets is om stil bij te staan; dat angst te maken heeft met behoefte aan bescherming. En heel belangrijk: dat er achter boos gedrag van kinderen vaak angst of verdriet schuil gaat…
Ik dacht eerst aan coaching van kinderen, maar realiseerde me al snel dat volwassenen de meeste invloed hebben. Als volwassenen met een andere blik naar kinderen leren kijken, veranderen kinderen vanzelf mee. Het gaat erom dat ouders en docenten beter snappen welke emoties achter gedrag verscholen gaan, zodat ze hier beter op in kunnen spelen. Acht jaar geleden heb ik me ingeschreven bij de kamer van koophandel met mijn bedrijf SOS Kinderen en Emoties. We verzorgen workshops, trainingen en coachtrajecten voor opvoeders – ouders en professionals – in binnen- en buitenland. Centraal staat steeds het ontwikkelen van bewustzijn en vaardigheden in het omgaan met en begeleiden van kinderen met hun emoties. Leren dat dingen anders kunnen. We zijn zo gewend onze kinderen duwtjes in de rug te geven. Maar waarom zou je een kind forceren iets te doen wat het spannend of eng vindt? Als een kind het heel eng vindt om een spreekbeurt te geven voor de klas, waarom dan niet eerst oefenen in een klein groepje? Of als een kind het eng vindt om door het gat in het zwembad te zwemmen, waarom dan niet rustig opbouwen in kleine stapjes? Zeg niet te snel: stel je niet aan, kom op, het valt best mee… Laat de angst er zijn en begeleid het kind op zijn of haar eigen tempo door de angst zodat het vertrouwen kan groeien.
Zoals ik het zie, was de generatie van onze grootouders druk met de wederopbouw. Werken was belangrijk en emoties werden weggestopt. Maar als je emoties wegstopt, ga je juist reageren vanuit die emotie die je waarschijnlijk niet eens herkent. Zo werk je woede uitbarstingen in de hand, depressies, burnouts… Onze kinderen laten ons zien wat we nog te ontwikkelen hebben. Er komt nu meer tijd en aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en innerlijke ervaring. Kinderen vragen dit van ons. Ze hebben ruimte nodig voor emotionele groei. En tegelijkertijd vragen ze om duidelijke grenzen. Als kinderen leren dat emoties normaal zijn en erbij horen en ze leren om hun emoties te herkennen, benoemen, accepteren en uiten op een gezonde manier, kunnen ze opgroeien tot sterke, emotioneel stabiele mensen.
Vorig jaar zijn mijn man en ik uit elkaar gegaan. We zijn in de loop der jaren uit elkaar gegroeid. Gelukkig is het contact goed en kunnen we samen goed voor de kinderen zorgen. Mijn kinderen zijn mijn grootste spiegels. Ik heb veel know how over opvoeden en weet dat erkenning van emoties belangrijk is. Maar als ik moe ben na een lange dag en mijn kinderen – twee pubers – lopen te zeuren, zeg ik ook wel eens: hou op! Ik ben geen perfecte moeder en dat hoeft ook niet. Wat ik belangrijk vind is dat mijn kinderen sorry kunnen zeggen als ze een keer tegen me uitvallen en kunnen uitleggen waarom ze zo reageerden. Dat leren ze alleen als ik dat ook doe en kan. Uiteindelijk ben je als ouder het belangrijkste voorbeeld voor je kind. Als jij leert dingen uit te spreken in plaats van opkroppen, help je je kind vooruit. Mijn pad hierin werd duidelijk door wat ik zelf heb meegemaakt in het leven. Ik ben dankbaar dat ik mag doorgeven wat ik heb geleerd. Meer inzicht in emoties en gedrag, kan de hele samenleving veranderen. Stel je een wereld voor vol evenwichtige, emotioneel stabiele individuen! Bijdragen aan die wereld, is mijn persoonlijke missie en streven.’
Image by adamtepl from Pixabay