‘Moguh!’ Opgewekt proosten een oude vriend en ik op ons weerzien. ‘Hoe is het?’ vraag ik. ‘Helemaal goed, op zoek naar een nieuwe uitdaging’, zegt hij grijnzend. ‘En jij?’ ‘Ook prima’, antwoord ik. ‘Ik doe van alles, maakt niet uit wat, je kunt me huren, tegen elk aannemelijk bod.’
Om ons heen staan letterlijk honderden mensen die het over het algemeen iets beter voor elkaar hebben: artsen, advocaten, bankiers, diplomaten, bedenk het en ze zijn er. Talloze oude bekenden. Het 200-jarig bestaan van onze studentenvereniging wordt groots gevierd. Duizenden reünisten zijn dit weekend naar Leiden gekomen. Even terug naar de tijd waarin we de basis legden voor onze toekomst. Prachtig feest vol herkenning.
‘Griepie! Hoe is het?’ Een andere bekende komt bij ons staan. Ik heb haar jaren niet gezien. ‘Wat enig dat opruimen’, zegt ze. ‘Ik volg je op Facebook! Ik ben soms best jaloers op je, jij bent helemaal vrij en kunt volgens mij doen en laten wat je wilt.’ Leve de sociale media, denk ik, waar ik mijn ‘diensten’ als organizer en redacteur graag onder de aandacht breng.
Geschikte outfit
‘Ja, het gaat goed, ik heb een heerlijk leven’, hoor ik mezelf zeggen. En ik meen het. Echt. Maar het contrast met veel mensen om me heen is vandaag vrij groot. Normaal gesproken sta ik daar niet bij stil, nu wel. Vanochtend al, toen ik over de Albert Cuyp liep op zoek naar een geschikte (en betaalbare) outfit. Want je wilt natuurlijk wel een beetje aardig voor de dag komen als je je tussen de mensen begeeft die je nog kennen van dertig jaar geleden…
Benijd ik de 'succesvollen' om me heen? Nee. Als mijn werk lekker loopt, ben ik er trots op dat ik het iedere maand weer flik om de hypotheek van mijn bovenhuis(je) in de Pijp te betalen. Mijn vrijheid is me lief en ik geniet van de dingen die ik doe.
Maar als ik naar een lege agenda kijk, vliegt het me weleens aan. Dan lig ik wakker. Van het feit dat ik bijna vijftig ben bijvoorbeeld – en geen pensioen opbouw. Een paar weken geleden stapte ik onderweg naar een klus letterlijk mis. Ik vreesde een botbreuk. Toen ik in het ziekenhuis op de uitslag van de foto’s zat te wachten, raakte ik even in paniek. Het viel godzijdank mee, maar ik realiseerde me wel hoe kwetsbaar ik ben: een dag niet gewerkt is een dag niets verdiend. Zo simpel is het. Ik verdien (nog) niet genoeg voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Buitengewoon geslaagd
Soms denk ik: where did I go wrong? Waarom heb ik geen dikbetaalde baan? Of een beeldig huis in ’t Gooi, zoals vrienden uit mijn studententijd? Maar dan herinner ik me mezelf altijd aan de droom die ik rond mijn afstuderen had: dat ik ‘later’ in Amsterdam woonde en als vrije vogel fluitend door de stad fietste, terwijl ik mijn geld verdiende met wat ik het liefste deed: schrijven. En dan voel ik me al snel weer buitengewoon geslaagd. Laat ik daar nog maar eens biertje op drinken. Met mijn Leidse vrienden. Moguh!