J•lab winterboeken

Altijd afzien in de donkere dagen. Hoeveel afleveringen van The Bridge of Homeland kan je aan? Hoeveel kerstkransen? Hoeveel Mariah Carey? Familiebezoek? Tijd voor een goed boek. Hier de oogst van de afgelopen tijd. Op mijn bureau groeit een gestage stapel ongelezen boeken: gekocht, gekregen, toegestuurd, geleend. Tijd voor de winter-opruiming. 10 boeken over journalistiek en (nieuwe) media. Op papier en digitaal.

Het Succes van een Kwaliteitskrant

Pien van der Hoeven promoveerde eind 2012 op Het succes van een kwaliteitskrant; De ontstaangeschiedenis van NRC Handelsblad. De voortekenen waren niet dat uit de suffe en kwakkelende titels ooit een bloeiende kwaliteitskrant zou ontstaan. Het proefschrift over De Telegraaf heette Het Geheim van de Telegraaf. Dit proefschrift had Het Wonder van NRC Handelsblad kunnen heten. Het is een mooi boek – 543 pagina’s – over de curieuze anti-nieuws cultuur die bij deze twee keurige kranten de boventoon voerde. Het is ook het boek van André Spoor, want aan hem is het danken dat de krant een succes werd. Henk Hofland, een man die vaak de credits kreeg, leverde geen belangrijke bijdrage aan de nieuwe krant. Bij NRC is een voorschotje (2010) van het boek te downloaden.

De Krant van Gister

Met De Krant Van Gister; Uitgelezen Hergebruik maakte Koos Staal het vrolijkste mediaboek van 2013. Wat je allemaal niet van oude kranten kan maken. Meubels. Sierraden. Nagellak. Tassen. Hoekje-van-papier. Doodskisten. Bloempotten. Prullenbakken. Kleding. Schoenen. Kunstwerken. Huizen. En wat je ermee kan? Vis verpakken. Aardappelschillen in opvangen. Behangen. In je natte schoenen stoppen. Eieren verpakken. Vliegen doodslaan. Alles gedrukt op dun, gerecycled krantenpapier natuurlijk. Op de bijgevoegde boekenlegger schrijft Koos Staal terecht “Lang leve de papieren krant”…

Wie Bezit het Nieuws

Mathilde Sanders is niet de handigste interviewer ter wereld. Ze stelt onaangename vragen, soms wel twee of drie keer achter elkaar, en niet altijd op het handigste moment (klassiek lesje van Jessica Mitford: “ordering questions on a scale from kind to cruel”), maar het levert een vermakelijk en fraai inzicht in hoe media informatie over zichzelf uit de publiciteit proberen te houden. In haar blog|boek Wie bezit het Nieuws doet ze verslag van haar zoektocht naar de eigenaren van het nieuws, hun belangen, hun invloed en de relatie met de inhoud van de media. Sommigen willen niet (Van Thillo, de Van Puijenbroekjes), bij anderen loopt het vraaggesprek uit de hand (Els Swaab: “Ik vind dit gesprek niet prettig”) terwijl Rob Wijnberg, Derk Sauer (NRC), Job Woudt (FD), Tim Klein (GPD, HDC)  en Pieter Sijpersma (Genootschap hoofdredacteuren, NDC) wel te spreken waren.

GPD Houdt Vandaag op te Bestaan

In het afscheidsboek van het GPD (uit 2012), samengesteld door Jos Timmers, is de rol van de schurk weggelegd voor Rob de Spa van Wegener/Mecom. Het is de schuld van Wegener dat de GPD het loodje heeft gelegd (althans volgens de GPD-versie). Wie de geschiedenis kent en het boekje leest, ziet ook twee alternatieve verklaringen. De eerste is dat de druk op Wegener om op alle mogelijke manieren te besparen enorm moet zijn geweest – en het contract met GPD was een voor de hand liggende oplossing. Een tweede verklaring is dat het te lang te goed met GPD is gegaan. De verhalen getuigen daarvan: veel buitenland, kostbare correspondenten en verslaggeving die in het digitale tijdperk ook wel anders gehaald kan worden. Een documentaire over een revolutie in nieuwsgaring die deels aan de journalisten voorbij is gegaan.

Na de Deadline

Over Bart Brouwers meesterwerkje schreef ik eerder: “Op bijna elke pagina van “Na de Deadline” ben ik het eens met Brouwers en frons ik mijn wenkbrauwen. Hij haalt dan ook veel overhoop: de positie van ‘oude media’, het belang van de adverteerder, de rol van de overheid en de invloed van het publiek. Hij geeft 30 tips om geld te verdienen, voorspelt robotjournalistiek een gouden toekomst, en behandelt en passant niche-journalistiek, transparantie, curatie, entrepreneurship en community management. Iedereen in de journalistiek (praktijk, onderwijs, onderzoek) moet het boek lezen, al was het alleen maar om je er over op te winden.” Veel online, veel ondernemende journalistiek en kritiek op hoe journalisten opgeleid worden.

Journalism. New challenges

Chris van der Heijden schreef over dit boek, dat “het zich niet beperkt tot de ondertussen bekende problemen ten gevolge van digitalisering maar ook tal van veelal onbegane paden inslaat terwijl de oude paden niet vermeden worden. Zo staat er een hoofdstuk over radio-interviews in – A changing art wordt deze genoemd – terwijl ook allerlei andere aspecten van de klassieke journalistiek aan bod komen: het veranderende nieuws, de krant, de fotojournalistiek en ga zo maar door. (…) Verrassend is deze verzameling essays toch vooral omdat allerlei versmade terreinen betrokken worden en wel alsof het de gewoonste zaak van de wereld is: sportjournalistiek, beroemderikenjournalistiek, tabloids. Met essays over vaker genoemde onderwerpen als storytelling, bloggen en datajournalistiek geeft dit boek een overzicht van de huidige stand van zaken zoals ik nog niet eerder ben tegengekomen. Een aanrader, voor professionals, onderzoekers en docenten.”

Canonieke Icoonfoto’s

Martijn Kleppe promoveerde eerder dit jaar op dit proefschrift, ondertitel: De rol van (pers)foto’s in de Nederlandse geschiedschrijving. Hoofdstukken 3, 4 en 5 van het boek bevatten fascinerend materiaal voor historici en journalisten: welke persfoto’s worden vaak gebruikt en hoe worden ze gebruikt. Na een algemene inventaristaie gaat Kleppe in op het gebruik van twee foto’s: één van een orerende Troelstra (1912) en één van Dolle Mina’s met blote buiken (1970). Kleppe zoekt waar en hoe die foto’s in onderwijsboeken en in de pers gebruikt worden. Niet allen vaak maar ook vaak algemeen (om een ontwikkeling aan te duiden: de opkomst van het socialisme, vrouwenemancipatie). Met de nauwkeurigheid nemen journalisten en auteurs het vaak niet zo nauw: er wordt onjuist verwezen, er wordt een ander jaar of een andere plaats aangegeven. In het geval van Dolle Mina weet de beweging ook effectief gebruik te maken van de foto.

Social Media Survival

De Overlevingsgids voor journalisten van Arjan Dasselaar is gratis te downloaden als e-boek vanaf de site van Persinnovatie (ePub, Pdf of Mobi) die het boek financierde. Niet alleen tips en trucks over Linkedin, Twitter en Facebook (zoeken, lijsten, instellingen) maar ook over Instagram, Friendster, Quora, Hyves (toen nog in de lucht), Google, Flickr, Foursquare en veel andere sites, apps en platformen. “In acht hoofdstukken leren zowel beginners als gevorderden manieren om als journalist maximale winst uit sociale media te halen.”

Mediamonitor / Analyse en Verdieping

Het Commisariaat voor de Media brengt al jaren hun Mediamonitor uit. Het is een publicatie waar de politiek elk jaar naar uitziet. Het bevat gegevens over de belangrijkste media-ontwikkelingen: luister- en kijkgedrag, markaandelen, kabelbedrijven, eigendomsverhoudingen, bedrijfsstructuren (welke mediabedrijven vallen onder een concern), ontwikkelingen bij dagbladen en tijdschriften. Ook wordt het belangrijkste medianieuw van het afgelopen jaar samengevat. Elk jaar zijn er ook gastbijdragen over specifieke onderwerpen (dit jaar van bovengetekende over 30 jaar dagbladen). De laatste monitor dateert van september, maar in februari verscheen ook Analyse en Verdieping met bijdragen over mediawijsheid en mediagebruik, digitale tv-pakketten en video-aanbod op Nederlandse sites, digitale radio en webradio. De uitgaven zijn gratis te downloaden.

Big Data Revolutie

Griep, zwangerschappen, autoschades. Je kan het zo gek niet bedenken of big-data-specialisten kunnen het aan zien komen. In De big data revolutie; hoe de data-explosie al onze vragen gaat beantwoorden van Kenneth Cukier en Viktor Mayer-Schonberger worden niet alleen veel voorbeelden gegeven, er wordt ook uitgebreid ingegaan op het verzamelen van data (een eindeloze reeks van mogelijkheden), de mogelijke toepassingen (idem) en de theorie daarachter. Hun centrale stelling is dat causaliteit (A veroorzaakt B) niet langer het belangrijkste is. Het gaat om correlaties (A en B treden tegelijkertijd op). De auteurs geloven heilig in de Big Data revolutie. Ze doen nogal makkelijk over de gevaren – met name op het gebied van privacy – die met deze revolutie gepaard gaan. Hun benadering is vooral dat eigenaren en beheerders van die data verantwoordelijk moeten zijn, niet dat gebruikers zelf zeer voorzichtig moeten omgaan met hun eigen data en dat misbruik bijna onvermijdelijk is.

Mijn gekozen waardering € -

Lector Piet Bakker analyseert ontwikkelingen in de mediawereld.