Jonge ‘sexy’ boeren in Kenia

Met een iPad in de hand beginnen in Kenia steeds meer hoog opgeleide jongeren een eigen boerderij. En ze verdienen er goed geld mee.

Nieuwsgierig verdringen tientallen jonge boeren zich rond twee betonnen bakken vol water in een kas op het platteland van Centraal-Kenia. Als Daniel Kimani poeder in het donkere water strooit en het in een kolkende massa happende visbekken verandert, maken de jongeren er glunderend foto’s van met hun smartphones.

“Per jaar kweken we hier tweeduizend kilo meerval en tweeduizend kilo tilapia”, zegt Kimani. Dan verplaatst de rondleiding zich naar de andere helft van de kas, waar twaalfduizend aardbeienplantjes in honderden rechtopstaande plastic buizen groeien. “Door deze torens kunnen we op drie vierkante meter niet 21 maar 420 plantjes laten groeien.”

Vissen en aardbeienplanten houden elkaar in leven

Dan zet Kimani een knop om en verwijden de ogen van de andere boeren. Een generator begint te brommen, het waterpeil in de twee bakken begint te zakken en vanuit de zwarte pijpjes boven de aardbeienplanten begint overal water te druppelen: water vol visontlasting uit de betonnen bakken, om precies te zijn.

“In dit aquaponic systeem houden de vissen en aardbeienplanten elkaar letterlijk in leven”, legt Kimani uit. “Mineralen uit de visontlasting fungeren als organische mest voor de aardbeienplanten. Die nemen die op en filteren zo het water, dat weer naar de aquaria wordt teruggepompt.”

Facebook voor jongen boeren heeft 28.000 volgers

De aan de rondleiding deelnemende boeren zijn allemaal lid van Mkulima Young (Swahili voor ‘jonge boer’), een Facebook pagina die een jaar geleden werd opgericht en al meer dan 28.000 volgers heeft. Dagelijks verschijnen er honderden berichten op zoals: ‘Help, ik heb tien bijenkorven maar na drie jaar zijn er pas twee bevolkt. Wat doe ik fout?’ of ‘Goedenavond collega boeren. Verkoopt iemand ganzen in de buurt van Nairobi?’ en ‘Ik heb honderd liter konijnenurine. Iemand geïnteresseerd?’

Hoewel Afrikaanse jongeren de laatste jaren steeds minder te porren waren voor het boerenbestaan, lijkt in Kenia het tij te keren. Een groeiende groep, veelal hoogopgeleide, jongeren, die door het stijgend aantal afgestudeerden maar moeilijk een kantoorbaan vindt, begint in te zien dat er in de agrarische sector geld te verdienen valt.

Boer verdient beter dan kantoorbaan 

Zo ook Francis Kimani (30) die vijf jaar geleden afstudeerde als leraar geschiedenis maar nergens werd aangenomen. Inmiddels runt hij een veeboerderij met honderd koeien en tweehonderd schapen en geiten op twintig kilometer van de stad Thika. Met de verkoop van het vlees en de huiden verdient hij zo’n vijftienhonderd euro per maand, vele malen meer dan hij als beginnend docent zou verdienen.

Mary Gitau, die afstudeerde in Human Resource Management, verdient met haar boerderij buiten Nairobi zo’n 250.000 Keniaanse shilling (2100 euro) per maand, meer dan veel van haar oud-klasgenoten met een kantoorbaan. Om de kosten te drukken, verbouwt de 30-jarige boerin zelf het voer voor haar meer dan negentig varkens. Daarbij maakt ze gebruik van hydroponic-techniek, waarbij zaadjes niet groeien in aarde maar in water. “Ik bespaar zo zestig procent op de kosten voor het voer.”

Producten populair bij de groeiende middenklasse

Behalve varkens, kippen en paprika’s heeft Gitau ook konijnen, aardbeien en cherrytomaten; stuk voor stuk voor Kenia nieuwe producten die populair worden door de groeiende middenklasse. Ze verkoopt haar artikelen niet op een markt maar door er foto’s van op Facebook en de Mkulima Young pagina te plaatsen. Klanten zoals restaurants, hotels en supermarkten komen direct naar Gitau om de producten te kopen.

Ook richt de jonge boerin zich op ‘waardetoevoeging’. “Als jonge boer moet je out of the box denken”, zegt Gitau terwijl ze in één van haar zelf gebouwde kassen onkruid wiedt tussen haar paprikaplanten. “Aardbeien kan ik bijvoorbeeld vers verkopen maar ik kan er ook jam, yoghurt en vruchtensap van maken. Zo verdien ik er drie keer zoveel mee.”

De introductie van aquaponic in Oost-Afrika

“We kunnen niet allemaal advocaat of dokter worden, maar wel boer”, zegt Daniel Kimani lachend na afloop van zijn rondleiding aan zijn collega-boeren. Zelf studeerde hij af als bouwkundig ingenieur maar werd nergens aangenomen. “Overal eisten ze vijf jaar werkervaring. Waar je dat moet opdoen, is me nog altijd een raadsel.” Hij ging opnieuw studeren, maar dit keer aquacultuur. Inmiddels is hij op de boerderij in Centraal-Kenia aquaponic-consultant. Kimani is naar eigen zeggen de eerste die deze techniek in Oost-Afrika heeft geïntroduceerd en de tweede in heel Afrika.

Hoewel landbouw de belangrijkste economische sector van Kenia is, het 25 procent van het BNP uitmaakt en drie op de vier Kenianen in de agrarische sector werkt, zijn tot nu toe slechts enkele duizenden moderne jonge boeren zoals Gitau en Kimani en gebruiken pas enkele tientallen boeren moderne technieken zoals hydro- en aquaponic.

Jonge boeren cruciaal voor Afrika’s voedselzekerheid

Daniel Kimani voorspelt echter dat deze jongeren een cruciale rol gaan spelen in Afrika’s voedselzekerheid. “Alleen zij staan open voor deze nieuwe technieken die noodzakelijk zijn in dit continent.” De jonge boer legt uit hoe Afrika kampt met een tekort aan land, water, vruchtbare aarde en met ongunstige weersomstandigheden.

“Met aquaponics beheers je deze klimaatfactoren, heb je weinig plek nodig, recycle je het water en gebruik je in plaats van aarde bijvoorbeeld vulkanisch puimsteen, dat hier in de bergen te vinden is en geen verdere economische waarde heeft.” Zelfs mensen in de woestijn kunnen volgens Kimani met aquaponics groenten en vis produceren. “Met de vitaminen en proteïnen die daarin zitten, lossen we ondervoeding op.”

Het wiel niet opnieuw hoeven uitvinden

Wel moest Kimani nog even studeren op de perfecte balans in het aquaponic systeem. Na een aantal weken werden aardbeien geel en gingen vissen dood. “In het water bleek niet voldoende calcium, zink en magnesium te zitten, die zowel de planten als de vissen nodig hebben.” Sinds de boer dit aan het visvoer heeft toegevoegd zijn planten en dieren kerngezond. Ook heeft Kimani deze informatie op Mkulima Young gedeeld, zodat andere boeren het wiel niet opnieuw hoeven uit te vinden.

Een andere uitdaging is de financiering van een nieuwe boerderij. Mary Gitau en Francis Kimani stellen echter dat je klein kan beginnen. “Ik begon met vier kippen – twee mannetjes en twee vrouwtjes – en spaarde met de verkoop van eieren en kuikens om de rest van mijn boerderij op te bouwen” Kimani begon met vijf geiten en bouwde langzaam zijn kudde uit. De afgelopen drie maanden had hij echter veel last van de droogte waardoor elf van zijn koeien en zeven van zijn geiten stierven. Om het volgende droge seizoen beter door te komen, gaat Kimani nu zelf voer verbouwen op een klein stukje land dat hij gaat irrigeren. 

Focussen op intensieve landbouw

“Deze jongeren zijn totaal anders dan de oudere generaties boeren in Kenia” , stelt Joseph Macharia (35), oprichter van Mkulima Young. “Met hun smartphones en iPads vinden ze razendsnel informatie op internet en houden zo eenvoudig contact met klanten en andere boeren binnen en buiten Kenia. Ze staan open voor moderne technieken, verbouwen nieuwe producten en focussen zich veel meer op intensieve landbouw vanwege het tekort aan land en water in Kenia.’

Bovendien is Mkulima Young van plan om een microkredietsysteem voor jonge boeren op te zetten. “Maar we willen pas kredieten gaan verlenen, als jongeren al zelf geld hebben gespaard. Het is belangrijk dat ze dat leren.”

Potentie in Rwanda 

Jongen uit Tanzania en Rwanda zijn volgens Macharia inmiddels ook geïnteresseerd in dit ‘nieuwe boeren’. Vanwege het goede internet, ziet hij zelf vooral potentie in Rwanda. “Je hebt sociale media nodig om de jeugd mee te krijgen.” Dan lacht de 35-jarige Keniaan: “Sommige mensen zeggen dat we het beroep sexy moeten maken. Maar het gaat erom hoe je het verpakt. Boer zijn is al sexy.”

Meer weten over deze jonge Keniaanse boeren? Kijk dan op Mkulima Young

Een kortere versie van dit artikel verscheen eerder in Het Parool.

Mijn gekozen waardering € -

Andrea Dijkstra is freelance journalist en cultureel antropoloog. Met fotograafΠJeroen van Loon trekt ze sinds juni 2011 voor onbepaalde tijd per auto door Afrika, waar ze schrijft over de achtergronden van oorlog, corruptie en deΠontwikkelingssector en ook over opkomende economieen, jonge creatievelingen en haar persoonlijke ervaringen.