Deze week zijn voor het eerst sinds het coronavirus de Koerdische regering in Erbil noopte tot ingrijpende maatregelen, de moskeeën weer opengegaan. De regering van premier Masrour Barzani had begin maart besloten tot een totale lockdown, toen duidelijk werd hoe ernstig de uitbraak van het virus in buurland Iran was.
De bijna zes miljoen Koerden in de Regio kregen huisarrest. Ze mochten alleen de straat op als ze konden bewijzen dat het noodzakelijk was. Alle winkels gingen dicht: zelfs de zogenoemde Doktersstraat in Erbil waar apotheken en artsenpraktijken gevestigd zijn. Alleen supermarkten waren nog open. Reizen tussen steden werd tot een minimum beperkt, en buitenlandse vluchten geschrapt. Ook in Koerdistan gingen prachtige foto’s rond van lege wegen en pleinen.
Allereerst sneuvelde de viering van het belangrijke Nowroz-feest (Koerdisch nieuwjaar op 21 maart). Anders bracht dat in steden als Acre en Sulaymaniya vele honderdduizenden mensen op de been. Alle vergaderingen en bijeenkomsten werden verboden; ook die in gebedshuizen. Ondanks het feit dat de Ramadan eind april begon bleven de moskeeën vooralsnog dicht.
Snel ingrijpen
Door het snelle ingrijpen bleef het aantal coronagevallen beperkt. Het verouderde en zwakke gezondheidssysteem kon de uitbraak redelijk aan. Toen op 5 mei in Erbil en Sulaymaniya de speciale ziekenhuizen voor coronagevallen sloten, waren er totaal 388 van die gevallen geteld, van wie vijf stierven. Op dat moment waren er overigens nog veertig mensen ziek. Aangezien er niet structureel werd getest zal het werkelijke aantal mensen dat corona heeft gehad beduidend hoger liggen.
In de afgelopen maanden zijn er meerdere gevallen geweest van mensen die toch naar buiten trokken, bijvoorbeeld voor de traditionele voorjaarspicknick – waarna steeds een opleving van het virus waar te nemen was. Toch heeft de regering nu besloten tot een versoepeling. Zonder veel tromgeroffel overigens. Want toen de handelsstad Duhok in april vierde dat het ‘coronavrij’ was, werd er kort daarna alweer met een nieuw geval gemeld. Eind april is daar nog een heel kamp met Syrische vluchtelingen afgesloten vanwege een coronageval.
Waar in Europa de nadruk ligt op afstand houden en persoonlijke hygiëne, valt bij de foto’s van de eerste Koerdische moskeegang na de heropening onmiddellijk op hoe dicht de gelovigen naast elkaar knielen. Er is geen vergelijking mogelijk met beelden uit de Saoedische heilige stad Mekka. Daar zitten ze netjes anderhalve meter van elkaar verwijderd in gebed.
Protest
Dat gebrek aan afstand valt ook op bij betogers in Sulaymaniya. Ambtenaren gingen de straat op omdat ze van de Koerdische overheid al twee maanden geen salaris hebben ontvangen. Aan de anderhalvemeterregel houdt niemand zich, zelfs de artsen die om dezelfde reden staken niet.
Toch moeten die betogingen voor de regering mede reden zijn geweest om de lockdown te versoepelen. Om nog iets van het geknakte vertrouwen op te vijzelen. Velen denken dat de maatregelen niet zoveel met corona te maken hebben. Zo wil de overheid voorkomen dat het niet uitbetalen van de salarissen aan de orde wordt gesteld, net als het feit dat beloofde hulp aan ondernemers uitblijft. Met als gevolg dat toen de maatregelen werden versoepeld, mensen onmiddellijk weer massaal de straat opgingen – met lak aan het verzoek afstand te blijven houden.
Ook elders in Irak – een land dat dol is op samenzweringstheorieën – zijn er veel mensen die menen dat corona een leugen is van de overheid.
Olieprijs
Beide overheden hebben met nogal wat problemen te stellen. De belangrijkste daarvan is zonder meer de dramatisch lage olieprijs. Als gevolg daarvan is de Iraakse begroting niet meer sluitend te maken. Dat heeft ook effect op de al jaren lopende ruzie tussen Bagdad en de Koerden over afdracht van de inkomsten van Koerdische olie aan het Iraakse staatsoliebedrijf.
De Koerden weigeren dat omdat zij menen dat de grondwet hen er het recht op geeft. Bagdad heeft daarom onlangs voor een tweede keer de geldkraan naar Koerdistan dichtgedraaid. Het deel van het Iraakse budget waar de Koerden recht op hebben, en waarmee ze meer dan een miljoen ambtenaren en gepensioneerden betalen, wordt niet uitgekeerd. Een aanbod van de Koerden om nu de olie in ruil voor het geld alsnog over te dragen, heeft vanwege de lage olieprijs iets van een sigaar uit eigen doos.
Het is de tweede keer in korte tijd dat de Koerdische regering ervoor kiest om geen salarissen uit te betalen. De vorige keer gebeurde dat tijdens de oorlog tegen ISIS en de economische crisis die deze teweegbracht. Veel Koerden overleefden dat door het spaargeld van de voorgaande vette jaren aan te spreken dat onder hun matras lag.
Nu hebben velen die buffer niet meer. En ook van de grootfamilie is weinig te verwachten nu als gevolg van de coronacrisis ook ondernemers al een paar maanden nauwelijks inkomen hebben. Veel ambtenaren hebben een bijbaantje, bijvoorbeeld als taxichauffeur, om hun inkomen aan te vullen. Zelfs dat levert nauwelijks nog wat op.
Vertrouwen
Het negatieve effect op het vertrouwen in de overheid, en de politiek in het algemeen, wordt nog versterkt door politieke ruzies. Zo heeft de KDP van premier Barzani, die een meerderheid heeft in het parlement, een Kamerlid van een van de partijen waarmee hij regeert ontdaan van zijn parlementaire onschendbaarheid. De man kan daardoor worden vervolgd voor zijn scherpe kritiek op de KDP en de leidende Barzanifamilie die van de corruptie worden beschuldigd.
En als dat in crisistijd, met behalve het coronavirus een vrijwel failliete overheid, Barzani’s prioriteiten zijn, dan ondermijnt dat het vertrouwen nog verder. Tegelijkertijd zijn al jaren sudderende tegenstellingen tussen Erbil en Sulaymaniya – en vooral tussen de twee grootste partijen KDP en PUK tot nieuwe hoogten gestegen. Die zitten tegelijkertijd wel allebei in de regering, met alle gevolgen van dien.
Koerdistan zou trots kunnen zijn op het feit dat de regio het coronavirus eronder lijkt te hebben gekregen – waar de Iraakse regering nog bijna duizend actieve gevallen heeft (op een totaal op 12 mei van 2818, en 110 doden). Nu de regio vrijwel failliet is en politici ruziënd over straat rollen, hebben de strenge coronamaatregelen het vertrouwen in de Koerdische regering nog verder aangetast. En dat zou het virus wel eens aan voldoende brandstof kunnen helpen voor een tweede golf.