Korte broek over je onderbroek

Elke week doet Geert Jan Hahn op DNP verslag van de strijd om de leeftijd van 27 te kunnen doorstaan.

Morgen doet moderecensent Arno Kantelberg in De Volkskrant een pleidooi voor het dragen van korte broeken. 

Ik pleit er al twee decennia voor. Mijn eigen, letterlijke graadmeter was vijftien. "Als het morgen wel vijftien graden is, doe ik mijn korte broek aan", wist ik altijd triomfantelijk aan mijn moeder te melden. Ik geloof niet dat mijn moeder grote problemen had met mijn eigenwijsheid; het was nog geen vijf minuten fietsen naar de basisschool, dus ondanks mijn spillebeentjes zou ik het niet al te koud hebben. En anders: eigen schuld, dikke bult. 

Later scherpte ik de criteria enigszins aan. Maar ik bleef fan van de korte broek. Want waarom zou je, als het gewoon warm is, een lange broek dragen? Mijn ritje naar de middelbare school duurde dan wel wat langer (drie kwartier heen, bij Hoevelaken letterlijk rechtsaf, en driekwartier terug), maar dat deerde niet. En altijd de korte boven de onderbroek, niet eronder. Dat was misschien wel modieus, maar ik ging er niet gemakkelijker door lopen, laat staan fietsen.

Toen ging ik naar de universiteit. Daar had ik niet zo vaak les, kon ik dus lekker veel sporten in mijn korte broek. Het is dat ik niet aan professioneel wielrennen heb gedaan, anders had ik vast ook nog mijn benen geschoren.

Maar mijn belangrijkste kortebroekenmoment maakte ik bij tijdens mijn stage bij Nieuwe Revu. Zomer 2005. Amsterdam Bijlmer. Hard, maar fair milieu. Toen klasbakken als Lensink, Vuisje, Hoekman en beeldkoningin Hissink er nog zaten. En met ene Mark Koster als hoofdredacteur aan het roer. De man die mij als jongste stagiair ooit had aangenomen omdat ik ooit Herman Kuiphof op eigen initatief zou hebben geinterviewd. Is hij er toch ingetuind…

Diezelfde Mark Koster vond het tijdens de hittegolf van 2005 merkwaardig dat ik in mijn korte broek op de redactie verscheen. Sterker nog, hij was verbolgen! Ontzet! 

Die houding sloeg al snel om in het bedenken van een passende straf voor deze stagiair. Het inkleuren van Gummbah (met echte inkt) had ik al eens gedaan, dus dat was geen optie. Nee, hij zou een stukje over mij schrijven. Een hoofdredactioneel commentaar. Vervolgens werd een fotograaf ingeschakeld. Een ware fotoshoot van mij en mijn korte broek. Daar sta je dan.

De rest laat zich raden. Je komt bij de kapper, en je wordt herkend. Familieleden worden aangesproken. Berichten van medestudenten. Het is dat er nog nauwelijks aan social media werd gedaan, anders was mijn korte broek viral gegaan. Hoofdredactioneel, pagina 2 van een landelijk weekblad: dan heb je wel je aandacht te pakken. 

Ik ben benieuwd wat Kantelberg morgen in De Volkskrant schrijft. Of korte broeken op redacties inmiddels zijn toegestaan. Of er regelingen zijn voor stagiairs. En voor ZZP'ers. 

Want ik zit in korte broek nu achter de computer. Ben je nooit te oud voor. En die vijftien graden zijn we inmiddels ook wel voorbij.

 

Mijn gekozen waardering € -

Geert Jan Hahn is journalist en slavist. Werkte, woonde en studeerde in Kiev, Sint-Petersburg en Warschau. Voltooide Slavic Literary Studies cum laude aan de UvA. Reist, schrijft en spreekt als Oostblogger voor landelijke media. Is daarnaast bekend van zijn taalvirtuoze zege bij het tv-spel Lingo en zijn columns over de favoriete sterfleeftijd van 27 jaar.

Geef een reactie