‘Laat ze rotten in de woestijn’

Wat moet er met de in Syrië gevangen zittende IS-ers en hun vrouwen en kinderen? En wat zijn de belangrijkste argumenten? Rob Jetten wil wel over terughalen praten, maar hoezo? Een somber en hardvochtig, maar niet helemaal hopeloos verhaal.

Tussen de puinhopen van het piratennest dat een tijdje bekend stond als het Kalifaat zitten honderden gewetenloze moordenaars en hun groupies  gevangen in provisorische detentiekampen, in afwachting van berechting. Maar de Koerden die in Syrië die kampen beheren, kunnen die klus op eigen kracht en gezag met geen mogelijkheid aan, en de rest van de wereld heeft er geen zin in. Nu de Amerikanen er in Syrië de brui aan geven, zodat de Koerden er bizar genoeg alleen voor komen te staan, dreigt het gevaar dat het uitschot dat die kampen bevolkt domweg vrijkomt, en als even zovele ongeleide projectielen de wereld onveilig gaat maken. Dat is een verschrikkelijk vooruitzicht.

Vandaar dat er stemmen opgaan, inclusief die van de Amerikaanse President Trump, om de landen van wie de gevangenen formeel ingezetenen zijn, ze terug te laten halen om ze in eigen land te berechten en te straffen. Onmiddellijk waren de rapen gaar. Dat is niet gek, veel mensen zijn terecht doodsbang van niet alleen de ISIS-mannen, maar ook van hun even levensgevaarlijke vrouwen en kinderen. Want wat haal je in huis?

Roosteren

Er is heel wat voor te zeggen om het tuig dat aan de hele wereld de oorlog verklaard heeft en er geen been in ziet om iedereen die hen niet aanstaat letterlijk de keel af te snijden in de woestijn weg te laten rotten. Hun in naam van de Islam bedreven barbarij kent geen weerga in de moderne wereldgeschiedenis – zelfs de nazi’s probeerden hun ergste wandaden nog voor de wereld verborgen te houden. Zo niet IS, dat mensen boven een vuurtje roostert en dat trots met een ronkende tekst op YouTube publiceert. Spijt is er niet, laat staan enig geloofwaardig spoor van berouw. Smeekbeden van dames en heren die het is toch is tegengevallen en die nu, al dan niet met hun kroost “hun gewone leven” weer willen oppakken, getuigen alleen maar van het onvoorstelbare gebrek aan verstand, moreel besef en schaamte  van deze gehersenspoelde fanatici.

Anderen wijzen erop dat we als natie een verantwoordelijkheid hebben jegens “onze” IS-ers. Dat klinkt raar, bijna alsof die massaverkrachters en -moordenaars iets namens “ons” verricht hebben. Of dat ze als het bijbelse zwarte schaap uit de kudde verstoten zijn, zodat we ze na hun ontsporingen als verloren zonen “terug” zouden moeten verwelkomen. Dat is natuurlijk niet zo. Het is moeilijk in te zien hoe onze samenleving iets verschuldigd zou kunnen zijn aan of aansprakelijk zou zijn voor lieden die uit eigen vrije wil Nederland en de beschaving zo finaal de rug toegekeerd hebben, uit de grond van hun hart verfoeien en het liefst in een bloedbad zouden veranderen.

Schandvlek

Nog weer anderen zien, als we niet gauw die kampen leeghalen, een tweede  Guantánamo Bay ontstaan. Amerikanen bijvoorbeeld, die Europa graag verwijten dat het “net als toen” halsstarrig de andere kant op blijft kijken. Maar de vergelijking met de schandvlek Guantánamo Bay gaat niet op. Het mag zo zijn dat de aanslag van Mohammed Atta en de zijnen op 11 september 2001 in opdracht van Osama Bin Laden een rechtstreekse aanval op de westerse cultuur was, maar dat maakt nog niet iedere westerling verantwoordelijk voor de desastreuze  reactie van de “coalition of the willing” daarop. Hoe Amerika daarbij te keer ging vond de rest van de wereld misschien niet raar, maar het was wel degelijk héél bijzonder. En het gevolg was dat Guantánamo Bay volstroomde met mensen aan wie nauwelijks iets ten laste gelegd kon worden. Dat is nu een stuk minder het geval.

Dit artikel lees je gratis. Als het bevalt kun je onderaan een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven schrijven

Daarbij komt dat het langdurig voortbestaan van Guantánamo Bay uitsluitend voortkomt  uit Amerikaanse onwil om de eigen, zelf verzamelde gevangenen op het eigen grondgebied te huisvesten en te berechten, waarbij het zich verschuilt achter de eigen wetgeving. Geen wonder dat niemand de inmates wilde overnemen. Want waarom zou pakweg Nederland een zootje door de Amerikanen vakkundig tot levensgevaarlijke psychopaat gemaltraiteerde oeigoeren, tegen wie geen enkele redelijke verdenking bestaat, op zijn grondgebied toelaten? Dat komt dicht in de buurt van: “hé meneer, ik heb een handgranaat op scherp gesteld, maar ik moet de kinderen van school halen. Houdt u hem even vast?”

Maar een andere vergelijking klopt een stuk beter. Ook in dit geval hebben we te maken met ernstig getraumatiseerde en getroebleerde mensen. Heb je dan als mens niet de morele plicht om ze uit de shit te halen, of op zijn minst hun onschuldige kindertjes?

Ah, de kindertjes. Die zijn de pineut. Maar dat is altijd zo, in elk conflict, waar ook ter wereld. Op zich is dat dus geen reden om je bijzondere zorgen te maken. Maar het spreekt zelfs niet vanzelf dat we die kinderen  met repatriëring naar Nederland een plezier doen. Roemeense weesjes werden, zo luidt de tegenwoordige pedagogische consensus, ook niet beter van adoptie in Nederland. En als migrantenkinderen hier in een paar jaar wortelen, waarom zou dat dan in Syrië anders zijn?

Giftig milieu

Er bestaat een flink risico dat kinderen bij repatriëring in hetzelfde giftige milieu terechtkomen dat eerder hun ouders misvormde. Dat geldt des te sterker als ze blootgesteld worden aan de aanwezigheid van hun moeder, wat zeker zal gebeuren ingevolge allerlei mensenrechtenverdragen – daar liften die moeders maar al te graag op mee. Dat is het paard achter de wagen spannen. Als die kinderen ergens mee geholpen zijn, dan is het met bescherming tegen hun ouders, óók hun moeder. Maar daar voorziet het Nederlandse recht niet zo maar in.

Er is in dit geval wel meer waar het Nederlandse recht niet zonder meer in voorziet. Dat is namelijk niet opgezet om om te gaan met mensen die zich in georganiseerd verband tegen de beschaving zelf keren. De strafwet dient om mensen te corrigeren die binnen het kader van de Nederlandse cultuur en moraal ontsporen en misstappen begaan. Het is gemaakt voor op zijn ergst de Holleeders: gewetenloze misdadigers en psychopaten die zich evenwel in de samenleving onder de Westertoren heel senang voelen. Maar die kaders zijn in het geval van Is-ers simpelweg niet relevant. Die vinden de Westertoren iets om op te blazen. De vrees van veel mensen dat “ze dan zes jaar krijgen en binnen drie jaar weer voor je neus staan” is daarom niet ongegrond.

Bijzondere Rechtspleging

Dat is geen nieuwe ontdekking. Ook aan het eind van de Tweede Wereldoorlog zat men met het probleem dat het normale recht, hoe goed en respectabel het ook in elkaar zat, niet toegesneden was op de enormiteit van de te vervolgen misdaden. Daaruit is toen de Bijzondere Rechtspleging voortgekomen. Die was niet altijd fraai, evenmin als de toepassing ervan, maar het was beter dan niets en leverde snel resultaten.

Het voorgaande geeft een deel weer van de dingen waar allerlei mensen mee zitten als het gaat om het “terughalen” van IS-ers. Daar zit veel angst, wantrouwen en rancune in. Dat zijn negatieve emoties, maar dat maakt ze niet minder relevant of respectabel. In tegendeel, er is werkelijk geen enkele reden voor naïef optimisme in het geval van deze mensen, die dreigen terug te keren in een maatschappij die ze erkennen noch achten, en die op dit moment de middelen niet heeft om afdoende met ze om te gaan.

Die middelen moeten er wel zijn voordat er ook maar één IS-er terug naar Nederland komt – als er al iemand naar Nederland komt, want dat kan, maar hoeft niet de beste oplossing te zijn. Dat maakte dat ik schrok, toen ik op maandag 18 februari D66-fractievoorzitter Rob Jetten opgewekt hoorde verklaren dat hij wel over terughalen wilde praten. Met wie dan? En waarover precies? En wat ga je doen? Wat is je plan? Jetten maakte niet de indruk daar ooit een seconde over te hebben nagedacht. Ook was volstrekt onduidelijk met wat voor mandaat hij het gesprek in zou gaan. Als iets in dit geval gevaarlijk lichtzinnig en schadelijk is, dan is het wel dat soort gaan praten in het wilde weg.

Zwarte Pieten

Zonder een goed en concreet plan ontaardt “praten” in een kwestie zo heikel als deze onmiddellijk in een wedstrijdje afschuiven. En dan is Nederland domweg een kleine, hopeloos zwakke partij, die onvermijdelijk allerlei Zwarte Pieten in zijn mik geschoven krijgt. Zonder een hecht doortimmerd plan ben je kansloos tegenover de medeleden van de EU, maar meer nog tegenover de boze man Amerika en nog duisterder machten als Rusland en China, die zich zeker ook met de zaak zullen gaan bemoeien. Wie tussen al dat geweld een kans wil maken, en serieus aan een enigszins verteerbare oplossing wil bijdragen, volge de raad van de Amerikaanse president Teddy Roosevelt: “speak softly and carry a big stick.”

Bijna iedereen in Europa zit in dit geval met ongeveer hetzelfde probleem: wij, maar de Fransen, de Duitsers, de Belgen, Zweden, Denen en Britten ook. Zorg dus als de wiedeweerga voor een gedurfd maar realistisch en pragmatisch plan waarmee je al die landen wat te bieden hebt, zoals een vorm van bijzondere rechtspleging die snel recht doet. Een plan dat in geen geval mag kunnen ontaarden in de zich eindeloos voortslepende, teleurstellende  procedures van de al bestaande Haagse tribunalen, waarbij verdachten geregeld nog voor hun vonnis komen te overlijden. Een plan dat tegemoet komt aan de angsten die binnen de bevolking leven. Een plan dat de Koerden van hun last bevrijd, maar tegelijk recht doet aan hun unieke bijdrage aan het oprollen van de boevenbende die IS heet. Pas als je dat hebt, Rob Jetten, en pas als je er voldoende steun voor verzameld hebt, mag je van je laten horen. Maar schiet op, het moet wel snel.

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je je waardering laten blijken door een kleine bijdrage te doen.

Mijn gekozen waardering € -

Taalkundige, schrijver, vertaler en wetenschapsjournalist @rik_smits_ @RikSmitsAuthor