Langs de randen van Europa: genuanceerd Iran

Van eind september tot half december reist historicus en filosoof Jozef Waanders (26) met een vriend in een eigen landrover (die tevens als slaapplaats dienst doet) langs de randen van Europa. Van Istanboel naar Iran, Armenië, Georgië en Rusland - tot aan de Noordpoolcirkel - en terug naar Utrecht. Voor TPO Magazine schrijft hij wekelijks een verslag.

Na een aantal prachtige dagen en nachten in de robuuste Iraanse bergen, slaat het noodlot in de afdaling richting Hamadan toe. De motor van onze landrover begint eerst licht te janken, om daarna al pruttelend alle kracht te verliezen. Een tijdje staan we besluiteloos langs de kant van de weg, terwijl zich rondom enkele nieuwsgierige mensen verzamelen. Dan arriveert de man, die onze redder in nood zal blijken: Hussein, een Koerd  uit de provincie Kordistan. Hij sleept ons met zijn bescheiden Renault naar het eerste middelgrote stadje (Qorveh), waar bevriende automonteurs zich over onze landrover ontfermen. Hij ontfermt zich ondertussen, zolang onze Landrover gerepareerd wordt, over ons.

Twee volle dagen zien we hoe onze auto volledig uit elkaar gehaald wordt, waarbij wij alle hoop op een verdere gezamenlijke reis verliezen. Een zonderlinge lotsverbondenheid openbaart zich als niet alleen onze landrover, maar ook wij met onze gezondheid beginnen te kwakkelen. De goede zorgen van de familie van Hussein – wiens gastvrijheid zo overweldigend is dat het bijna belastend voelt – helpen ons er echter weer bovenop, terwijl de monteurs als ware kunstenaars ook onze auto weer in elkaar geschroefd en aan de praat krijgen.

Wel ervaren we tijdens ons verblijf voor het eerst een schaduwzijde van de politiestaat die Iran ook is: op een avond wordt Hussein door de politie opgebeld en gemaand de twee toeristen die bij hem verblijven naar een hotel te brengen. Blijkbaar heeft iemand uit het stadje de politie van ons verblijf op de hoogte gesteld, en wil de politie een teveel aan contact tussen toeristen en lokale bevolking voorkomen. Als wij naar ons hotel worden gebracht, zien wij aan het eind van de straat een politieauto staan, en beseffen we ons hoe hier onder de oppervlakte angst en wantrouwen de mensen hier uiteen kunnen spelen.

Andere ervaringen compenseren het voorval echter snel. In Hamadan, op de route naar Isfahan, bezoeken we de synagoge waar de Oudtestamentische Esther en Mordekhai begraven liggen. Een bloeiende gemeenschap beweert al eeuwen in relatieve religieuze vrijheid in het hart van Iran te kunnen leven. Daags later treffen we in het zeldzaam mooie Isfahan, de culturele hoofdstad van Iran, meerdere Armeens-christelijke kerken en zelfs een kathedraal aan, waar we horen dat ook de christenen in dit gebied al lange tijd de ruimte krijgen hun geloof te belijden. In een lokale boekhandel vinden we bovendien in Farsi vertaalde geschriften van onder andere Plato en Aristoteles, net als vertaald denkwerk van Luther en Erasmus. Zo blijkt dat ons beeld van Iran – dat op het internationale toneel toch vaak als paria-staat wordt gezien – de nodige nuancering behoeft. In hetzelfde Islamitische land waar de nieuwgekozen president Rohani vanwege zijn recentelijk uitgestoken hand richting 'het Westen' door een woedende menigte in Iran onthaald werd op leuzen als 'dood aan Israël, dood aan Amerika', leven zowel christenen als joden al eeuwen in relatief grote geloofsvrijheid samen met de Perzen.

Wij vonden een verdere verdieping in de Perzische cultuur op zijn plaats – en zijn blij met onze kersverse Isfahaanse aanwinsten: het vertaalde werk van de soefistische dichters Rummi, Omar Khayyan en Hafez. Wederom blijkt dat Iran moeilijk in één beeld te vangen is. Want in hetzelfde land waar alcohol al sinds de revolutie streng verboden is, zien we bij het mausoleum van die laatste dichter mensen in tranen op de knieën gaan, terwijl wij in onze vertaling van hem vinden: 'Rang through the dim tavern a voice yesterday: “Pardon for sins! Drinkers of wine, drink! Ye may!”

Tekst: Jozef Waanders

Mijn gekozen waardering € -

Geef een reactie