Weinig twintigste-eeuwse componisten waren zo inventief in hun relatie met de muziekgeschiedenis als de Italiaanse componist Luciano Berio. Hij maakte in zijn composities gebruik van populaire en voorouderlijke tradities.
Luciano Berio was een muzikale ontdekkingsreiziger met een grote passie voor de menselijke stem. Hij ging de klankwerelden in en exploreerde de binnenruimten van zowel Beatles-hits als de soundscapes van straat en markt.
Dirigent Geoffroy Jourdain schildert op het album âBerio To Singâ een fascinerend vocaal portret van de componist. Zijn Parijse kamerkoor is hiervoor het uitgelezen ensemble. Les Cris de Paris en hun dirigent tonen in hun concerten en opnamen, net als eerder Luciano Berio zelf, grote belangstelling om de brug over te gaan die de klassieke muziek scheidt van meer populaire cultuurvormen. Zo sluiten de zangers hun concerten met eigentijdse muziek doorgaans af met een bewerking van een niet-klassiek werk, vaak afkomstig uit de pop- of rockmuziek. Dat kan een nummer zijn van Frank Zappa, maar ook Britney Spears, Björk, Madonna en Jacques Brel horen tot de favorieten. Het belangrijkste criterium is dat de songs bijdragen aan het plezier van pure expressie en dat de hoogstaande vocale techniek van de zangers er optimaal in tot zijn recht kan komen.
Een van de meest bekende werken op âBerio To Singâ is de liederencyclus âFolk Songsâ. Berio componeerde de serie in 1964. De compositie bestaat uit arrangementen van volksmuziek uit verschillende landen aangevuld met enkele andere liederen. Ze waren bedoeld als eerbetoon aan de Amerikaanse zangeres Cathy Berberian, die was gespecialiseerd in Berioâs muziek en enige tijd zijn vrouw. De eerste twee liederen zijn overigens geen echte folksongs. âBlack Is the Color (Of My True Love’s Hair)â en âI Wonder as I Wanderâ zijn beide van de hand van de Amerikaanse componist, zanger en verzamelaar van traditionele ballades John Jacob Niles (1892-1980) uit Kentucky. De mezzo-sopraan Lucile Richardot zingt de folksongs uitbundig en met gevoel voor soul en oude volkstradities.
Lucile Richardot speelt ook de hoofdrol in âSequenza IIIâ. Over dit werk uit 1965, eveneens geschreven voor Cathy Berberian, zei de componist dat het kan worden beschouwd als âeen dramatisch essay waarvan het verhaal als het ware de relatie is tussen de soliste en haar eigen stemâ. Lucile Richardot brengt dit betoog vechtlustig en explosief, en geeft het werk een grote vocale dynamiek mee.
Met een naam als Les Cris de Paris kun je niet om Berioâs âCries of Londonâ heen. De cyclus âCries of Londonâ was oorspronkelijk een compositie uit 1974 in vier delen voor zes stemmen, maar Berio bewerkte en breidde het stuk in 1976 uit tot zeven delen en acht stemmen. De teksten reflecteren onder andere de tegen de oude huizen weerkaatste kreten van de verkopers op de markten van Londen die Berio bezocht. Daarnaast gebruikte de componist enkele âextended vocal techniquesâ, zoals zwaar ademen, neuriĂ«n en zingen met de voortanden op elkaar. Hoewel het marktverhaal misschien anders zou doen denken, is âCries of Londonâ niet opgebouwd rond rauwe straatgeluiden. âCries of Londonâ is eerder flamboyant te noemen. De zangers van Les Cris de Paris openen hier met prikkelende vocalen de toegangsdeur naar een betoverende wereld.
Op âBerio To Singâ staan naast âFolksongsâ, âSequenza IIIâ en âCries of Londonâ ook nog âThere is no tuneâ voor kamerkoor, het speelse âO Kingâ en het meer zangerige âE si fussi pisciâ, alsmede en in lijn met Les Crisâ âEncoresâ een bewerking van âMichelleâ van de Beatles. Een kleurrijk palet, waarmee Les Cris de Paris een opwindend portret heeft geschilderd.
Les Cris de Paris â Berio To Sing
HMM902647 / EAN 3149020942710