Maffia-spijtoptant bekent moorden na oproep paus

Tijdens een langlopend proces over onderhandelingen tussen de Italiaanse staat en de maffia doet spijtoptant Carmelo D’Amico schokkende bekentenissen.

D’Amico, een ex-baas van de Siciliaanse maffiaorganisatie Cosa Nostra, is op eigen verzoek gehoord door Italië’s bekendste anti-maffia onderzoeksrechter Nino Di Matteo. D’Amico verklaart: “Vanaf 1992 heb ik zo’n dertig moorden gepleegd. Ik heb besloten om met justitie te praten nadat paus Franciscus de leden van de maffia uit de kerk gezet heeft, zijn woorden hebben me heel erg geraakt. Ze hebben me aan het denken gezet en toen heb ik besloten te vertellen wat ik weet en mijn leven te beteren, voor mij en mijn familie”.

D’Amico doet in zijn verklaringen een boekje open over de werkwijze van de maffia, de geheime dienst en toppolitici.

Onderhandelingen staat en maffia

Decennialang heeft de katholieke kerk in Italië de andere kant op gekeken en de maffia min of meer zijn gang laten gaan, maar daar is met de komst van paus Franciscus verandering in gekomen. De paus heeft de veelal streng gelovige maffiosi al meerdere keren in toespraken opgeroepen tot inkeer te komen en criminele daden toe te geven, anders is er voor hen geen plaats meer in de katholieke kerk.

De bekentenissen van spijtoptant D’Amico maken deel uit van een lopend proces over onderhandelingen tussen de maffia en de Italiaanse staat, die begin jaren ’90 zouden hebben plaatsgevonden.

Toen eind jaren ’80, begin jaren ’90 de onderzoeksrechters Giovanni Falcone en Paolo Borsellino honderden maffiosi lieten arresteren en velen veroordeeld werden tot levenslang, werd er besloten door de maffiaorganisatie Cosa Nostra, met aan het hoofd Totò Riina, tot een terroristische oorlog met de Italiaanse staat. Falcone en Borsellino waren de bekendste slachtoffers van de bomaanslagen die volgden, maar er werden ook politici vermoord, waaronder Salvatore Lima, de rechterhand van de toenmalige premier Giulio Andreotti. Om een einde te maken aan de aanslagen zouden er onderhandelingen hebben plaatsgevonden tussen de Italiaanse staat en Cosa Nostra.

Isoleercel

Belangrijkste inzet van Cosa Nostra bij de onderhandelingen zou de herziening van de wet ’41 bis’ zijn geweest: het uiterst strenge gevangenisregime wat veroordeelde maffiosi ten deel valt. Het gaat daarbij om veelvuldige opsluiting in de isoleercel en vrijwel geen contact met medegevangenen en met de buitenwereld. Het wensenlijstje van de maffiaorganisatie zou twaalf punten bevat hebben, waaronder de herziening van maffiaprocessen en het sluiten van mega-gevangenissen.

Tijdens het grootschalige proces staan een hele reeks personen terecht op verdenking van betrokkenheid bij de onderhandelingen tussen staat en maffia, de eerste verhoren dateren van mei 2013. Het gaat onder meer om de maffiabazen Riina en Provenzano, om het voormalige hoofd van de geheime dienst, Mori, die tevens directeur is geweest van de Ros, een nationale politie eenheid maffiabestrijding en om Subranni, ook voormalig directeur van de Ros. Verder staan er politici terecht: twee ex-senatoren, Dell’Utri en Mannino en ex-minister van Binnenlandse Zaken, Mancino.

Nep zelfmoorden

Spijtoptant D’Amico getuigt tijdens het proces over de rol van de geheime dienst: “De namen die ik noem zijn van personen die tot alles in staat zijn. Ze gaan gevangenissen binnen waar ze mensen vermoorden en het laten lijken op zelfmoord of een natuurlijke dood. Zij zijn het die aan de touwtjes trekken in de politiek en die mij het zwijgen willen opleggen, zoals ze ook met u willen doen, rechter Di Matteo.” En hij vervolgt: “Voor hen ben je nergens veilig. Dat is ook de reden waarom andere spijtoptanten, zoals Brusca en Giuffré, niet alles vertellen wat ze weten over de opdrachtgevers van de bomaanslagen. Ik wil nog even benadrukken, vanwege de zelfmoorden die de geheime dienst in scène zet in de gevangenissen, dat ik in erg goede gezondheid verkeer en geen enkele intentie heb om zelfmoord te plegen”.

Tijdens het proces zijn onlangs geheime documenten boven water gekomen met afspraken tussen de gevangenispolitie en de geheime dienst. De akkoorden, getekend in 2004 en 2010, maken vrije toegang mogelijk van geheim agenten tot de gevangeniscellen van maffiosi, waarbij alle sporen worden gewist. Ook krijgen de geheim agenten toegang tot alle beschikbare informatie over de zwaar bestrafte gevangenen. De akkoorden zijn gesloten volledig buiten medeweten van de rechterlijke macht om en bevatten zelfs afspraken over hoe een eventuele enquêtecommissie of rechter te misleiden.

Rechter Di Matteo

D’Amico vertelt aan rechter Di Matteo over de vergevorderde plannen om hem om het leven te brengen: “Er was afgesproken dat u vermoord zou worden. Zowel Cosa Nostra als de geheime diensten wilden dat omdat u de relaties tussen hen naar buiten wilde brengen, dezelfde reden als waarom indertijd onderzoeksrechter Giovanni Falcone is vermoord. Ik zou toen net uit de gevangenis komen en ze hadden mij op het oog om de klus te klaren”.

Deze verklaring van D’Amico sluit aan bij uitspraken van Totò Riina, de belangrijkste maffiabaas aller tijden, die sinds 21 jaar onder een streng regime gevangen zit. De gesprekken die Riina voerde met maffioso Alberto Lorusso, op de binnenplaats van de gevangenis Opera in Milaan, zijn maandenlang geregistreerd met een videocamera, om als bewijs te dienen in het proces over de onderhandelingen tussen staat en maffia. Riina: “Ik zal ervoor zorgen dat Di Matteo een slechter einde krijgt dan rechter Falcone. Laten we het snel organiseren. Laten we het groots aanpakken en dan praten we er niet meer over”.

Berlusconi

D’Amico getuigt ook over de rol van politici: ”Voormalig premier Giulio Andreotti, andere politici en de geheime dienst zijn de opdrachtgevers geweest voor de moorden op de rechters Falcone en Borsellino in 1992. Ze hadden besloten om Falcone te vermoorden omdat hij op het punt stond om de banden bekend te maken tussen Cosa Nostra, de geheime dienst en bepaalde politici. Ze wilden Italië gaan regeren, de partij Forza Italia van Berlusconi is daarvoor opgericht. Berlusconi was een pion van maffiabazen Dell’Utri, Riina en Provenzano en van de geheime dienst. Cosa Nostra heeft heel veel geld in de partij van Berlusconi geïnvesteerd”.

In de opgenomen gesprekken tussen Riina en Lorusso geeft Riina een andere versie: “Berlusconi gaf ons iedere zes maanden 250 miljoen lire, via Dell’Utri. Ik heb Berlusconi nooit persoonlijk ontmoet. In mijn tijd was hij niet zo beroemd, anders zou ik hem wel opgezocht hebben”. Omdat Berlusconi zich niet aan zijn afspraken gehouden zou hebben, spreekt Riina het volgende oordeel uit: “Hij zou levenslang de gevangenis in moeten. We hebben een recht als het gaat om Berlusconi, weet je wanneer we dat opeisen? Als we hieruit komen, dan vermoorden we hem”.

Opvallend is dat Massimo Dell’Utri door D’Amico een maffiabaas wordt genoemd en ook in de verklaring van Riina niet ontbreekt. Dell’Utri, jeugdvriend en rechterhand van Berlusconi, staat als voormalig senator van Forza Italia terecht in het proces vanwege betrokkenheid bij de onderhandelingen tussen staat en maffia. Een paar jaar geleden werd hij al tot zeven jaar gevangenisstraf veroordeeld vanwege banden met de maffia.

Intercom

Uit de video-opnames van de gesprekken met Lorusso blijkt dat Riina voormalig premier Andreotti wel persoonlijk ontmoet heeft. In eerdere rechtzaken over de moorden op Falcone en Borsellino is bewezen dat er banden bestonden tussen de maffia en bepaalde politici, en ook tussen de maffia en kopstukken van de geheime dienst en de politie. Of de opdracht tot de moorden ook uit die hoek kwam, blijft onduidelijk. Maar bij de Italiaanse justitie zijn sommigen ervan overtuigd dat Falcone en Borsellino zijn vermoord omdat zij de onderhandelingen tussen staat en maffia in de weg stonden.

Riina beschrijft aan Lorusso hoe geraffineerd de maffia tewerk ging bij de moord op onderzoeksrechter Borsellino: doordat de knop van de intercom verbonden was met een autobom, was het rechter Borsellino zelf die de bom activeerde waarmee hij omgebracht werd. Riina is er trots op: “Het feit dat ze met elkaar verbonden waren is werkelijk geniaal. Het was op die plek (het huis van de moeder van de rechter) moeilijk om hem te activeren… Maar zo deed hij het dus zelf”.

Staatsmacht binnen de staat

Er zijn al veel spijtoptanten en andere getuigen gehoord in het omvangrijke proces over onderhandelingen tussen staat en maffia, waaronder ook Giorgio Napolitano, tot begin vorig jaar president van Italië. En zo langzamerhand zijn er heel wat lessen geleerd in de strijd tegen de maffia. Vincenzo Scotti, minister van Binnenlandse Zaken ten tijde van de moord op Falcone, maar ten tijde van de moord op Borsellino al vervangen door Nicola Mancini, die nu in het proces terecht staat, zegt er het volgende over: “Men moet ervan doordrongen zijn dat er geen compromissen gesloten mogen worden met de maffia, het moet definitief duidelijk zijn dat je niet kan samenleven met de maffia, dat je geen andere staatsmacht binnen de de staat mag accepteren”.

Scotti zou indertijd vervangen zijn door Mancini omdat hij tegen de onderhandelingen van de staat met de maffia was. Scotti waarschuwt niet de fout te maken om de maffia te reduceren tot puur criminele feiten, het gaat om een macht die het hele openbare leven van een staat verzwakt middels infiltratie, waardoor politieke, democratische en economische vrijheden worden aangetast. Dat geldt niet alleen voor Italië, maar ook voor alle andere landen waar het fenomeen zich doet gelden, zoals bijvoorbeeld in Centraal-Amerika. 

Radicale oorlog

Volgens Scotti moet Italië niet verwachten ‘het licht’ te zullen zien door dit grootschalige proces, want het is allang duidelijk wat ervoor nodig is om de maffia te bestrijden. Om te spreken met de woorden van Falcone: “Je hoeft de geldstromen maar te volgen om erachter te komen hoe de maffia werkt”. Steeds opnieuw is de maffia bezig om zijn illegaliteit met legaliteit te verbinden; zijn zwarte geld met wit geld; de onderwereld met de bovenwereld. De maffia werkt op een manier van: als je me niet in de weg staat, dan steun ik je, als je me wel in de weg staat, dan bedreig ik je.

Hoe transparanter de bovenwereld, hoe moeilijker het is voor de onderwereld om aan te haken. Het beste voorbeeld daarvan zijn de Scandinavische landen, waar niet teveel, maar wel heldere wetten en regels gelden en waar bijna geen corruptie voorkomt. Italië daarentegen heeft ruimschoots de meeste wetten van alle Europese landen. Scotti: “We moeten ervan doordrongen raken dat alleen een radicale oorlog op zijn plaats is. We moeten datgene herhalen wat Barack Obama zei bij de start van zijn presidentschap, namelijk dat de georganiseerde criminaliteit het grootste gevaar bevat voor het openbare leven van staten en voor de democratie in de wereld”.

Ook paus Franciscus verklaart radicaal en rechtstreeks de oorlog aan de leden van de maffia: “De kerk moet nee zeggen tegen de maffia. Jullie macht en geld is verkregen met criminele daden, jullie geld is bloedgeld dat niet naar het hiernamaals zal leiden. Er is nog tijd om jullie daden op te biechten, zodat jullie niet in de hel hoeven te eindigen”.

Mijn gekozen waardering € -

Silke Wallenburg is journalist en ondernemer in Florence. Ze schrijft over politiek actuele kwesties. Als politicoloog kijkt ze met een Nederlandse blik naar Italië en met een Italiaanse blik naar Nederland.