Al jaren staat een meditatie-retraite in het boeddhistische klooster op Koh Samui op mijn verlanglijst. En nu is het eindelijk zover. Ik ga voor een driedaagse mini-course, van vrijdag tot zondag. Op de website staat dat de retraite in gaat op moderne opvattingen uit de psychologie over emoties en cognitie vanuit boeddhistisch perspectief. Dat klinkt interessant!
Vorig jaar heb ik een tiendaagse Vipassana meditatiecursus gedaan bij Vipassana Meditatie Centrum Dhamma Pajjota in Belgie, een club die Vipassana onderwijst in de traditie van de Indiase S.N. Guenka (1924 – 2013). Die tien dagen waren niet makkelijk maar tegelijkertijd was het ook een prachtige ervaring. De meditatie bracht helderheid, kalmte en acceptatie in mijn systeem: niet reageren op prikkels vanuit impuls maar leren observeren vanuit gelijkmoedigheid. Ook de nadruk op ‘loving kindness’ – een belangrijk uitgangspunt in de boeddhistische leer – sprak mij enorm aan.
Na die tiendaagse cursus heb ik een hele tijd dagelijks gemediteerd en dat voelde goed. Als ik regelmatig mediteer sta ik rustiger in het leven en voel ik beter wat er in mijn lichaam gebeurt. Als ik me bijvoorbeeld niet helemaal op mijn gemak voel bij iemand of in een situatie, voel ik dat mijn adem oppervlakkiger wordt of mijn hart sneller gaat kloppen. Nog voordat ik bewust word dat er iets niet klopt, geeft mijn lichaam al signalen. Beter voelen wat er in mijn lichaam gebeurt helpt mij bij het navigeren van het leven: wat is goed voor me en wat niet.
Maar zoals dat vaak gaat met goede gewoontes, is het niet altijd makkelijk om ze vast te houden in de dagelijkse gang van zaken. De laatste maanden schoot het er steeds vaker bij in. Een mini-course om het mediteren weer op te pakken is precies wat ik nodig heb. En dus reis ik af naar Koh Samui – ik ben al in Thailand voor een werkklus – waar ik me op vrijdag om 13 uur moet melden bij de Dipabhāvan foundation office vlakbij Lamai beach aan de zuidelijke kant van het eiland. Het klooster ligt ongeveer een kilometer hoger op een berg middenin de jungle.
Ik ben een half uur te vroeg bij de office en de andere deelnemers druppelen binnen. Een Nederlandse jongen van midden twintig die op sabbatical is van het stressvolle werkleven komt voor een ‘dopamine detox’. Een Duits stel dat Vipassana-cursussen organiseert op buureiland Koh Phangan komt voor inspiratie en vergelijkend warenonderzoek. Een Amerikaanse vrouw die woont en werkt op Koh Samui heeft nog nooit gemediteerd en wil het graag leren.
De retraite staat open voor iedereen ongeacht afkomst of religieuze traditie en dat zie je terug in de deelnemers. De groep is divers: man en vrouw, jong en oud, wel en geen ervaring met meditatie, verschillende nationaliteiten. Wat opvalt is dat er relatief veel Russen zijn. Van de totaal dertig mensen komen er zo’n tien uit Rusland. In het registratiekantoor hangen aanwijzingen in Thais, Engels en Russisch. Dat er veel Russen komen, zijn ze hier gewend. Het was me al eerder opgevallen dat er veel Russen in Thailand zijn, soms met de hele familie en aanhang. Het is lastig om met ze in contact te komen, ze zoeken elkaar op en spreken vaak gebrekkig Engels. Maar een ding is duidelijk: Russen komen naar Thailand om te ontsnappen aan de oorlog. En geef ze eens ongelijk?
In de office worden onze pasporten gecheckt en kunnen we bagage achterlaten. De komende dagen hebben we niet veel nodig: wat kleding, toiletspullen, muggenspul en een zaklamp. In een jeepachtige fourwheeldrive worden we in groepjes naar het klooster gebracht. De weg gaat stijl omhoog. Boven worden we vriendelijk ontvangen door Pierre uit Frankrijk. Pierre is midden zestig, woont sinds anderhalf jaar in Wat Dipabhavan en leidt samen met een Thaise vrouw de cursus.
Later vertelt Pierre me dat hij zijn dagen liever in stilte doorbrengt, in meditatie en bezinning. Maar hij woont gratis in het klooster dus toen ze vroegen of hij deze cursus wilde begeleiden accepteerde hij dankbaar. Dit is zijn manier van service doen. Ondanks dat hij het liever niet doet, doet hij het heel goed. Hij praat rustig en kalm, duidelijk en vriendelijk. Hij is vooral goed verstaanbaar en dat is prettig want ik hoor van vrienden dat dit bij retraites die geleid worden door Thaise monniken, niet altijd het geval is.
Wat Dipabhāvan werd in 2005 opgericht als klooster voor zowel Thai als buitenlanders in de traditie van Wat Suan Mokkh, een belangrijk bos-klooster op het vaste land van Thailand bij Surat Thani. Wat Suan Mokkh werd eigenhandig opgericht door de monnik Buddhadasa Bhikkhu (1906 – 1993), die nog altijd geroemd wordt als invloedrijke en progressieve hervormer van het Thaise boeddhisme. Buddhadasa verzette zich tegen de veelheid van religieuze rituelen en zag in het boeddhisme een belangrijke tegenkracht tegen het westerse imperialisme. Hij streefde ernaar om het boeddhisme toegankelijk te maken voor een breed publiek.
‘Wat’ betekent klooster in Thai, ‘Dipabhāvan’ betekent de ontwikkeling van het verlichte kluizenaarschap. Het ‘Licht’ is het licht van Dhamma. Dhamma (Pali-taal) of Dharma (Sanskriet) is de leer van de Boeddha. De meditatieretraites bestaan voornamelijk uit meditatiesessies en Dhamma talks: uitleg en inzichten over de boeddhistische leer die erop gericht is om de ware natuur van de dingen te zien en ervaren en te leven zonder gehechtheid aan spullen, gedachten of emoties. Volgens de Boeddha lijdt deze levensstijl tot een gelukkig leven zonder lijden.
Wat Dipabhāvan bestaat uit diverse gebouwen en huizen die met elkaar verbonden zijn door kronkelende wegen, paden en trappen. Alles omgeven door bomen, struiken en planten. ‘Gewone’ jungle-geluiden worden afgewisseld met gekukel van rondscharrelende hanen. Het lijkt gemoedelijk, maar we zijn gewaarschuwd: vooral als het regent zijn er ook slangen en schorpioenen! Naast de kleine woningen van vaste bewoners zijn er grotere eetzalen en slaapzalen, een keuken, een meditatiezaal en een moderne stupa: een boeddhistische tempel met prachtige schilderingen van fragmenten uit het leven van de Boeddha. Het woon- en leefgedeelte van de monniken en nonnen is grotendeels afgeschermd van ons, tijdelijke retraite-gangers.
De vrouwenslaapzaal voor bezoekers is op de tweede verdieping van een groot gebouw. Beneden zijn douches en wc’s. De faciliteiten zijn eenvoudig en schoon. Het slaapgedeelte is onderverdeeld in kleine cellen van ongeveer twee bij drie meter met een deur, een raam en een houten bed. Op het bed ligt een stevig, dun matras. In de gang op een tafel liggen houten blokken die je kunt gebruiken als kussen. Gelukkig liggen er ook zachtere blokken van kunstmateriaal, dat vind ik toch net iets comfortabeler. Ik doe de hoes om het matras, hang het muggennet op en stal mijn toiletspullen uit op een richel langs de muur. Ik ben er klaar voor!
In de eetzaal staan aluminium kommen klaar en een bak met fried rice. Wie wil mag pakken. Dit is de laatste maaltijd van vandaag. In een boeddhistisch klooster is het de gewoonte om twee keer per dag te eten: in de ochtend en middag een eenvoudige vegetarische maaltijd. ’s Avonds alleen nog thee en fruit. Of niks. Maar dat is voor de ongeoefende westerse ziel vaak wat veel gevraagd. Ik weet nog van de tiendaagse Vipassana in Dhamma Pajjota dat ik elke avond weer dankbaar was voor de warme thee met sojamelk voor het slapen gaan!
Voor de ongeoefende ziel is het ritme in een boeddhistisch klooster sowieso even wennen. Gelukkig hoef je nergens over na te denken. Er klinkt een gong als we naar de meditatiezaal moeten komen, in de eetzaal hangt het rooster en Pierre vertelt steeds na elke sessie wat er gaat gebeuren. De dag verloopt als volgt: 4.30 uur opstaan. 5 uur lezing. 5.15 uur meditatie. 5.45 uuur yoga. 7 uur meditatie. 7.30 uur ontbijt en vrije tijd. 9.30 uur Dhamma talk. 10.30 uur walking meditatie. 11 uur meditatie. 11.30 uur lunch en vrije tijd. 14 uur instructie en meditatie. 15 uur walking meditatie. 15.30 uur meditatie. 16 uur walking meditatie. 16.30 uur loving kindness meditatie. 17.30 uur thee en vrije tijd. 19 uur meditatie. 19.30 uur walking meditatie. 20 uur meditatie. 20.30 uur naar bed. 21 uur licht uit.
Het is geen kattenpis! Daarnaast gelden traditionele regels zoals het dragen van losse, bedekkende kledig, niet roken, niet praten, geen alcohol. Toch is Dipabhāvan in vergelijking met de Guenka Vipassana een stuk zachter en milder. In Dhamma Pajjota moesten we niet alleen stil zijn, we mochten ook geen oogcontact maken. Bij Guenka geef je tijdens de retraite je volledige aandacht aan het leren van de boeddhistische meditatie technieken. Al het andere moet naar de achtergrond. Daarom geen oogcontact, strikte scheiding man vrouw, geen boeken, geen opschrijfblokjes, geen andersoortige oefeningen of technieken, geen enkele afleiding…
Bij Dipabhāvan is het allemaal niet zo strikt. In de ochtend doen we yoga en je wordt aangemoedigd om elkaar vriendelijk toe te lachen. Ook de scheiding tussen man en vrouw is minder strikt. We eten gezamenlijk in dezelfde zaal, de vrouwen voorin de mannen achterin. Ik vind de sfeer prettig en gemoedelijk. Maar eerlijk is eerlijk: bij Guenka heb ik qua meditatietechniek meer geleerd. Daar word je vanaf het begin stap voor stap in detail ingeleid in de verschillende meditatietechnieken: van Anapana (concentratiemeditatie) naar Vipassana (inzichtmeditatie) en Meta (loving kindness meditatie).
Omdat ik voor die eerste Vipassana cursus geen echte of duidelijke meditatietechniek beheerste, deed ik in de praktijk altijd maar wat. Ik telde mijn ademhalingen, concentreerde me op geluiden of staarde in het duister van mijn gesloten ogen tot ik een licht zag verschijnen in de verte. Het voelde altijd fijn, maar ook wat vaag. Van Guenka heb ik een duidelijke, uitvoerbare techniek geleerd. Een houvast. Ik weet nu wat ik moet doen als ik mediteer en dat is fijn. Toch heb ik bij Dipabhāvan goede reminders gekregen en ook nieuwe dingen geleerd.
Pierre weet veel van het boeddhisme, dat is duidelijk. Hij vertelt over de basisstructuur van de mind, die grijpt wat goed voelt en afwijst wat niet goed voelt. Grijpen en afwijzen als basisprincipe en oorzaak van ons lijden. Want als je iets wil wat je niet kunt hebben, lijd je. En als je niet kunt vermijden wat niet goed voelt, dan lijd je ook. In meditatie stap je uit dit proces van grijpen en afwijzen, je doet even niets. Je observeert. Je zoekt de balans tussen ontspanning en alertheid. En als er een gedachte komt, probeer je bewust te zijn dat er een gedachte is. Alleen al dat bewustzijn is genoeg om de gedachte op te lossen.
Op dag twee gaan we dieper in op de filosofie. Het boeddhisme zegt dat alles wat we denken en voelen gefabriceerd wordt door de mind. Een emotie heeft een lichamelijk aspect en een cognitief aspect. Als je leert het cognitieve aspect – de gedachten die bij een gevoel komen kijken – los te laten, ga je de dingen zien voor wat ze echt zijn: een sensatie in je lichaam die komt en gaat. Pierre legt het uit aan de hand van hongergevoel. Je voelt iets in je maag en koppelt dit aan het feit dat je niks gegeten hebt. Hoe meer je gaat nadenken over het niet eten (ik heb honger, ik wil eten, enzovoort) hoe groter het hongergevoel wordt. Laat je de gedachten links liggen, dan blijft alleen een bepaald gevoel in je buik over en zonder gedachten gaat dat gevoel gaat snel weg…
Pierre vertelt ook dat binnen het boeddhisme het ‘zelf’ niet bestaat en dat zelfs de mind een construct is. Met andere woorden: alles is een illusie en bestaat slechts in onze gedachten. Dit gaat mijn verstand te boven. Ik wil er graag dieper op in gaan maar we mogen niet praten. Tijdens de lunch mogen we wel onze vragen opschrijven en later in de middag geeft Pierre in de meditatiezaal antwoord. De vragen zijn uiteenlopend. Hoe kun je meditatie inbouwen in je dagelijks leven? Ik zie kleuren als ik mediteer, klopt dat of heb ik residu LDS in mijn systeem? Ik heb veel gedachten tijdens het mediteren, wat doe ik fout? Bestaat er zoiets als een ziel?
Pierre neemt alle vragen serieus. Mediteren doe je het best in de ochtend en/of in de avond en LSD blijft niet achter in het lichaam, zover hij weet. Hij benadrukt dat drugs een ervaring oproepen terwijl meditatie inzicht geeft. De ervaring komt en gaat, inzicht blijft bij je. Over gedachten tijdens het mediteren is Pierre duidelijk: daar gaat het juist om! Hij legt het nog eens uit. Mediteren is oefenen met niet afgeleid worden door gedachten. Dat gedachten blijven komen is normaal, maar door bewust te worden dat je denkt, lossen de gedachten op. Over de ziel is Pierre duidelijk: die bestaat niet volgens het boeddhisme. De ziel is een construct van de mind. Ik vind het lastig. Want wat is dan het gene dat reïncarneert?
Ik heb veel vragen maar nu is niet de tijd.
We gaan weer zitten en mediteren.
Ik kijk in gedachten naar mijn vragen en laat ze los…
Op zondag doen we loving kindness meditatie. Pierre leert ons een techniek van een Tibetaanse non. Het is net anders dan ik bij Guenka heb geleerd, maar in essentie hetzelfde: je focust op iemand waar je heel veel van houdt – een oma of huisdier – en laat je hele hart en lichaam vollopen met het gevoel van liefde dat je voor diegene hebt. Vervolgens projecteer je dat gevoel op derden: van mensen in je directe omgeving tot aan vluchtelingen of de aarde in haar geheel. Heel helend is het om dat gevoel van loving kindness te richten op iemand met wie je een conflict hebt. Ik heb het zelf al vaak gedaan en elke keer merk ik weer dat het leidt tot zachtheid, compassie en acceptatie. Het conflict is niet ineens weg of opgelost, maar ik voel geen frustratie of wrok meer naar die ander. Wel zo prettig!
Op zondag na de lunch is de retreat afgelopen. Pierre legt uit dat er geen prijskaartje hangt aan de cursus. Volgens de boeddhistische traditie worden Dhamma-lessen gratis aangeboden. Maar om het klooster te ondersteunen en cursussen mogelijk te maken voor toekomstige studenten, wordt een donatie zeer gewaardeerd. Het geld is voor voedsel, elektriciteit, water, benzine, onderhoud van de faciliteiten en salaris voor het personeel. Helaas zijn westerlingen slechte donatie-gevers, vertelt Pierre, en sommige Vipassana-centra zijn daarom overgegaan op een vast tarief. Dipabhāvan blijft bij de traditie: cursussen zijn gratis en op donatiebasis. Pierre rekent voor dat de kale kosten voor de weekendcursus uitkomen op 1.000 baht per persoon, nog geen 30,- euro. Ik geef het met liefde.
Al met al heeft de mini-cursus me weer goed op het pad van de meditatie gezet. En van de loving kindness, want dat is wat de mensheid nodig heeft. Ik ben onder de indruk van de wijsheid van de Boeddha die ruim 2.500 duizend jaar geleden leefde. Zonder de inzichten van de moderne natuur-, en scheikunde wist hij al dat het lichaam uit vibrerende deeltjes bestond. Hij vond inzicht door naar binnen te gaan, door te mediteren. Hoe gaaf is dat? Ik vond het ook fijn om weer te zitten en te mediteren. Meters maken. Want hoe vaker je mediteert hoe makkelijker het gaat. Een weekend is alleen wel wat kort. Ik begin net weer te wennen aan de kleermakerszit en mijn gedachtestroom wordt rustiger en het is alweer afgelopen! Maar waar ik voor ging is absoluut gebeurd: ik ben geïnspireerd en gemotiveerd!
De volgende keer weer een lange zit…
Meer info over Wat Dipabhāvan: https://dipabhavan.weebly.com/
Foto: Wat Dipabhāvan