Meesterschilder Henk Helmantel brengt ode aan de Schepping

In Museum Gouda is binnenkort de tentoonstelling Geloof, Harmonie en Stilte te zien van meesterschilder Henk Helmantel. In 2008 werd hij kunstenaar van het jaar. Tegelijkertijd zijn er grote exposities van Helmantel in Gorssel en in Taiwan. Zijn schilderijen kenmerken zich door een ragfijne stofuitdrukking, een zorgvuldige compositie en een uitgekiende belichting. Als onderwerp kiest hij vaak stillevens en verstilde kerk interieurs.

In een klein dorp in het verre Noorden van Groningen woont Henk Helmantel (1945) in een prachtige oude boerderij met een in authentieke stijl zelf gereconstrueerde Middeleeuwse pastorie. De Helmantels hebben een museum aan huis met eigen werk en een authentieke kunstverzameling van anderen. Helmantel  is een man met een markante kop met woeste baard en vriendelijke blauwe ogen. Belangrijke drijfveer voor Helmantel is zijn geloof in God.

Interessant is de vraag of gelovige kunstenaars betere kunst maken dan niet gelovige. Grote meesters als Johann Sebastian Bach (Matheus Passion), de schilder Marc Chagall, de cineast Andrei Tarkovski (Het Offer, De Spiegel), de kunstenaar Michelangelo (Sixtijnse kapel, de Piëta) waren duidelijk geïnspireerd door hun geloof. Bewijzen kun je het niet, maar die extra diepgang kun je als kijker of luisteraar het beste zelf ervaren. Het is voor mij zonneklaar dat het geloof als drijfveer een extra dimensie kan toevoegen aan een kunstwerk.

Eenvoud

U komt net uit Taiwan, waar een grote tentoonstelling van u meer dan een jaar lang te zien is?

‘Een delegatie is hier in Groningen geweest om alles voor te bereiden. Waaronder de artistiek directeur, een fotograaf en een filmmaker. Een paar weken geleden gingen we naar Taiwan. De ontvangst was allerhartelijkst, prachtige banieren, goede teksten op de wand en een complete levenslijn met foto’s erbij. Zelfs mijn atelier hebben ze gedeeltelijk nagebouwd. De titel van de expositie is ‘De schoonheid van de eenvoud’. Dit was de mooiste expositie die ik ooit gehad heb.’

Ik las dat talent voor het schilderen u niet kwam aanwaaien?

‘Dat is juist, ik noem mijzelf geen natuurtalent, maar ben wel erg gedreven. Ik moet het iets meer veroveren dan bij mensen als Mathijs Röling of Picasso, die bijna schilderend worden geboren. Ik heb altijd de lat hoog gelegd. In het begin was het allemaal niet zo indrukwekkend, maar dat heeft zich na een aantal jaren ontwikkeld tot een bepaald niveau. Ik begon in 1967, en in 1975 kreeg het werk echt niveau.  Gaandeweg kreeg ik meer grip op de compositie, de lichtval en het kleurgebruik.’

 Over uw werkwijze. Wat zijn de fases in uw werk?

‘Als uitgangspunt moet ik geïnteresseerd zijn in het onderwerp dat ik schilder. Glaswerk, een stilleven, vruchten of iets anders. Dan maak ik een zorgvuldige opzet wat betreft de vlakken, vormen en lijnen. De compositie moet staan als een huis. De voorwerpen worden nauwkeurig in positie gebracht, zonder dat je het gevoel hebt dat het té gereconstrueerd is. De speelsheid moet erin blijven. Het oogt als gelukkig toeval, maar er is heel goed over nagedacht. De vlakverdeling in de eerste opzet doe ik met potlood, dan volgt de eerste laag olieverf waarbij ik zie of het klopt, vervolgens komt de tweede laag met detaillering en lichtval. Tenslotte nog een derde fase voor de afwerking.’

Licht

Het moeilijkste lijkt mij om het licht en de subtiele schaduwen te schilderen.

‘Daar kan ik niet in het algemeen iets opzeggen. Per paneel is dat weer verschillend. Ik heb om een voorbeeld te geven veel eieren geschilderd. Je zou dan denken dat ik dat nu wel beheers, maar toch komt het voor dat ik denk dat het verdraaid toch niet zo makkelijk is. Je gaat door het schilderen beter kijken. Het komt vaak voor dat bezoekers die hier komen zeggen wat is een appel of een ei toch prachtig of hoe bijzonder het licht valt op dat glas of die schaal. Ik rangschik  de dagelijkse voorwerpen ook op een bepaalde wijze. Belangrijk element is de mooie lichtval aan de Noordkant van mijn atelier.’

Die beheersing van en aandacht voor  het licht is een kenmerk van uw werk.

‘Ik voel mij ook verwant aan mensen die het licht een belangrijke rol hebben toebedeelt. Rembrandt met zijn clair obscure, lichtval in een donkere compositie om aandacht op de mens of voorwerp te vestigen. Vermeer laat het licht op een meer gelijkmatige manier binnenstromen, tot in alle hoeken. Dat spreekt me erg aan. Het schilderij met de uien vind ik zelf een van m’n beste werken, het was ook wat licht betreft in één keer raak. Stofuitdrukking daar ben ik erg op gespitst.  Als alle elementen compositie, lichtval en de stofuitdrukking helemaal kloppen, heb je met een meesterwerk te maken. Ik probeer het altijd, maar het lukt uiteraard niet iedere keer. Net als bij het schaatsen is het verschil tussen goud en zilver erg klein. Als je de lat erg hoog legt, zoals net met Sven Kramer op de Olympische spelen in Zuid-Korea kan het soms niet lukken. Als je die druk wat verlaagt kan je soms zelf verrast worden.’

 Geloof

De tentoonstelling in Museum Gouda heet Geloof, Harmonie en Stilte. Geloof speelt een belangrijke rol in uw leven en werk.

‘Dat is waar, maar daarmee wil ik niet beweren dat ik de wijsheid in pacht heb, maar ik geloof wel in mijn eigen koers. Ik kan mij daarin het beste uitdrukken. Ik luister daarbij wel goed naar collega kunstenaars als Rein Pol, die uitstekend kan analyseren. Een goede schilder maakt geen slecht schilderij, wel slaagt het een beter als het andere. Ik leef sterk vanuit de verwondering. Die verwondering schrijf ik aan God toe die alles gemaakt heeft. Mijn bron is het Christelijk geloof, die overtuiging is zo rijk en compleet, daar heb ik meer dan genoeg aan. Terwijl ik wel besef dat de wijsheid niet alleen aan Christenen is voorbehouden.’

Zoudt U een andere schilder zijn geweest als u niet gelovig was?

‘Ik zou dat niet kunnen zeggen, maar ik heb wel een vermoeden. Ik ben Gereformeerd opgevoed en ben blij met mijn opvoeding en m’n Christelijk onderwijs en heb me daar altijd gelukkig bij gevoeld. Het is het beste wat ik heb mogen ontvangen, daar wil ik graag over vertellen. Je hebt een bepaalde bagage meegekregen, dan is het aan jou wat je ermee doet. Ik vind het eigenlijk veel logischer om te geloven, dan om niet te geloven. Als je goed om je heen kijkt en ziet hoe alles in elkaar zit, dan kan dat toch geen toeval zijn.

De verlossing door de kruisiging en opstanding van Christus is meer aanleiding om je te verheugen, dan daar heel somber over te doen. Natuurlijk heb ik soms ook mijn twijfels, het lijntje tussen geloof en ongeloof is dun.’

Boze bezoekster

De meeste bezoekers die naar het museum in Westeremden komen, zijn vol lof over zijn werk en komen tot rust in de sfeerrijke omgeving. Mensen onthouden vaak zijn werk jaren nadat zij het gezien hebben. Kunstkenner Willem de Winter ( Kunst & Kitsch) vindt dat Helmantel tot de top van de realistische schilders behoort. Toch kreeg Helmantel ook kritiek op zijn werk. Zo vond de oud directeur van het museum in Groningen dat ‘zijn werk niet in zijn collectie paste’. Sommigen vinden dat ‘het ouderwets is of meer van hetzelfde’. Een ander zegt:  ‘Helmantel kom uit je atelier en ga de wereld in.’ ‘Of Helmantel heeft zich sinds 1967 niet meer vernieuwd.’

Helmantel: ‘Niemand zegt dat ik niet goed kan schilderen. Ook de critici niet.  De kritiek is meer gericht op het feit dat ik in de voortgang van de kunstgeschiedenis weinig toevoeg. Ik heb niet de indruk dat ik ouderwetse schilderijen maak. Mijn werk past goed in een modern interieur. Laten ze blij zijn dat ik in mijn atelier zit, hier gebeurt het!  Morandi woonde in Bologna en werkte in zijn huis, Rembrandt is nauwelijks buiten zijn landsgrenzen geweest. Jan Mankes bleef ook schilderen in zijn eigen omgeving. ‘

‘Jaren geleden was er een vrouw uit Hilversum die ons museum bezocht en kwaad wegliep. Ze riep: ‘ Deze wereld bestaat niet. U heeft alleen maar moois te bieden, er is zo veel ellende.’ De wereld is een gevaarlijke plaats met veel ellende en geweld. Maar het andere gaat ook door. Ik leg nadruk op dat andere. Sommigen zeggen je moet ook aandacht geven aan die ellende.’

 Je kunt schoonheid toch ook zien als tegengif.

‘Je kunt ook bemoedigd of getroost worden door naar schoonheid te kijken. Ieder mens heeft behoefte aan goede en mooie dingen. Op vakantie gaan mensen ook meestal niet voor niets naar mooie oorden.’ Of in de profetische woorden van schrijver Dostojevski: ‘beauty will save the world.

Er zijn drie tentoonstellingen van Henk Helmantel:

  • Chimei Museum ‘De schoonheid van de eenvoud’ in Tainan (Taiwan) t/m 25-2-2019.
  • Museum More in Gorssel ‘De Serene Blik’ met Mankes, Verster, Ket en Helmantel van 4 februari tot 13 mei.
  • Museum Gouda: ‘Geloof, Harmonie en Stilte’ van 24 februari tot 17 juni

 

 

 

 

 

 

Mijn gekozen waardering € -

Jaap Mees is filmmaker en freelance journalist. Voltooide de School voor de Journalistiek in Tilburg en de Filmacademie in Londen (regie/scenario). Maakte diverse korte en lange films, met name documentaires. Sommigen zijn vertoond in internationale filmfestivals in o.a Dublin, Londen, New York, Washington, Vancouver, Sitges, Utrecht en Manchester. Schreef voor diverse filmsites zoals Talking Pictures, NFTVM site en het filmblad Skrien. Nu Reporters Online, Cultuurpers.nl en Blendle/Cafeyn. Hij maakt ook opdrachtfilms voor musea en culturele instellingen. Zie website www.free-spirits-film.eu