Met je eicellen de weg op

Als je niet in behandeling bent in een IVF-kliniek, maar in een zogeheten transportkliniek, moet je zelf de eicellen wegbrengen na de punctie. Heel relaxed is dat natuurlijk niet. Waarom werken we zo in Nederland?

In Nederland zijn nu dertien ziekenhuizen met een IVF-vergunning: de IVF-klinieken. Maar er is een veelvoud aan ziekenhuizen die een IVF-behandeling kunnen uitvoeren tot en met de eicelpunctie: de transportklinieken. De bevruchting en de terugplaatsing móeten altijd verplicht plaatsvinden in een IVF-kliniek. Daarom worden de klinieken die het voortraject uitvoeren dus transportklinieken genoemd; de eicellen moeten direct na de punctie ‘op transport’ naar de IVF-kliniek. En dat doet de patiënt meestal zelf. “De transportkliniek is een typisch Nederlands fenomeen,” legt gynaecoloog Jesper Smeenk van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg uit. “In bijvoorbeeld een stad als Londen zijn er tientallen IVF-klinieken. Nederland kent een restrictiever vergunningenbeleid, waardoor er hier veel minder IVF-klinieken per hoofd van de bevolking zijn. Om toch veel mensen dichtbij huis te kunnen helpen, werken we met transportklinieken.”

Theoretisch een risico
Het zelf transporteren van eicellen lijkt Inge maar niks. “Dat geleur met zulk kwetsbaar materiaal vind ik geen prettig idee. Je kansen zijn al zo beperkt. Dit verkleint het nog meer naar mijn idee. Ik ben zelf laborant en ik weet hoeveel invloed temperatuur en tijd op materiaal kunnen hebben.” “Theoretisch is het zeker een risico,” reageert Smeenk. “De betrokken ziekenhuizen zorgen er natuurlijk voor dat de eicellen onder stabiele en warme condities worden vervoerd, bijvoorbeeld in een warmhoudkoffer. Maar er kan altijd iets misgaan. Datzelfde is overigens het geval als je zou werken met een koerierdienst. Misschien zijn de eicellen bij de patiënt zelf wel in de beste handen. Hoewel je je kunt afvragen of het wenselijk is om deze stap in het proces aan hen over te laten. Gelukkig gaat het bijna altijd goed.”

Geen nadelig effect
Smeenk: “Transport-IVF is zo verweven in ons systeem, dat er in de landelijke IVF-cijfers geen onderscheid wordt gemaakt in of het al dan niet om transport-IVF gaat. Op lokaal niveau doen we dat wel. In Tilburg werken wij op dit moment al samen met twee transportklinieken – Den Bosch en Breda. In ons geval zien we in de zwangerschapscijfers geen verschillen. Ook uit het – beperkte –  onderzoek dat hiernaar is gedaan blijken geen nadelige effecten op de eicellen en  op de zwangerschapskans.” Een verschil in beleving kan er natuurlijk wel zijn, vervolgt Smeenk. “Bij de meeste mensen is er een transportkliniek in de buurt. Je hoeft dan niet ver te reizen voor de ziekenhuisbezoeken, en je kunt in je eigen ziekenhuis, bij je eigen arts, de eicelpunctie krijgen. Daar staat tegenover dat je dan vervolgens met die eicellen, en vaak ook met de zaadcellen, op pad moet naar de IVF-kliniek. Dat is op z’n zachtst gezegd nogal wat gedoe op zo’n moment.”

Punctie in de IVF-kliniek?
Waarom vindt de punctie zelf dan eigenlijk ook niet plaats in de IVF-kliniek? “Voor een deel komen we daarmee tegemoet aan de wensen van de patiënt, maar het is zeker ook een kwestie van financiële belangen,” reageert Smeenk. “Een kliniek krijgt namelijk een vergoeding voor het uitvoeren van een aantal van de verschillende fasen waaruit een IVF-behandeling bestaat. En omdat er wetenschappelijk niet is vastgesteld dat het transport van eicellen leidt tot een lagere kans op een zwangerschap, veranderen we dit niet. Een patiënt die per se wil dat de punctie ook in de IVF-kliniek wordt uitgevoerd, kan hierover natuurlijk wel het gesprek aangaan met de eigen arts. Een andere mogelijkheid is om meteen voor een IVF-kliniek te kiezen, maar als deze niet in de buurt is, ben je veel meer tijd kwijt aan alle ziekenhuisbezoeken tijdens de rest van de behandeling. Heb je dat ervoor over? Dat is een afweging die iedereen voor zichzelf moet maken.”

Mijn gekozen waardering € -