Een dag zonder Facebook, ik geef het meteen toe, daar kan ik me nog maar weinig bij voorstellen. Natuurlijk ken ik de kritiek op de façade die het eigenlijk is: het laten zien wat een buitengewoon boeiend leven je hebt, maar ik like of deel die niet echt. Misschien simpel, maar ik vind de mooie momenten van anderen leuk, zelfs alle opgetuigde kerstbomen en gezinnetjes in de sneeuw.
Koffieautomaat anno 2015
Buiten dat is Facebook mijn koffieautomaat van de jaren 10, omdat ik meestal in mijn eentje aan de keukentafel zit te werken. In de journalistieke groepen waar ik lid van ben, vragen we elkaar om raad, we helpen elkaar aan interviewkandidaten en zo nu en dan roddelen we er even lustig op los. Gezellig. Van veel nieuws en voor mij relevante onderwerpen blijf ik er op de hoogte. Privé heb ik er ook lol in, zoals mijn vrienden uit heden en verleden weten. De oppervlakkigheid zie ik over het hoofd.
Food for thought
Zo volg ik op Facebook predikant Claartje Kruijff en haar blog Op de rand van de kerk, waar ze alledaagse onderwerpen een diepere lading geeft. Meestal food for thought. Laatst raakte haar column me zeer. De graankorrel valt ging over haar man die zijn baan kwijtraakte en hoe ze daar mee omgingen.
Ze schreef: ‘Je hoeft natuurlijk niet alles met iedereen te delen en je te allen tijde kwetsbaar op te stellen. Het gaat eerder om een grondhouding. Dat je niet, koste wat kost, wanhopig probeert je gevoel van onzekerheid, breekbaarheid, angst of falen te maskeren. Zodra je leert je façade van 'ik heb het voor elkaar – ik red het alleen’ af te werpen, kun je wat rustiger leven. Je kunt je meer verbinden met mensen om je heen. Bovendien kan het eenzaam zijn om altijd iets op te moeten houden. Geen hulp te durven vragen. In je eentje een zware last te moeten dragen.’
'Help! Als het zo doorgaat, beland ik in de bijstand, lieve FB-vrienden'
En zo is het natuurlijk. Ik realiseerde me dat ik ook nog steeds een soort masker op heb, dat maar weinig mensen weten dat ik het als zzp’er inmiddels toch écht moeilijk begin te krijgen. Nu vind ik mezelf behoorlijk open, ook in mijn FB-berichten, maar aan de reacties merk ik dat ik vooral uitstraal dat ik me goed weet te handhaven. Ongewild trap ik dus ook in die beruchte Facebook-façade-valkuil. Waarom doe ik dat eigenlijk? Misschien omdat noodkreten het nu eenmaal minder lekker doen dan laten zien dat je energiek aan het ondernemen bent? Of is het ook schaamte? In deze tijd? De crisis slaat nog steeds om zich heen en hij raakt ook mij en mijn vrienden, hoogopgeleide en tot nu toe succesvolle net-vijftigers, zo nu en dan hard. Toch posten we niet: ‘Help! Als het zo doorgaat, beland ik in de bijstand, lieve FB-vrienden’. Terwijl dat gedoseerd en een beetje aardig geformuleerd misschien helemaal niet zo gek zou zijn. Lijkt mij.
Lieve Claartje
Kruijff kreeg positieve reacties op haar blog. Veel herkenning. Zoals deze: ‘Lieve Claartje, ik weet niet hoe oud je bent, ik denk ongeveer zo oud als mijn dochters. Zij hebben net zoals jouw kinderen een periode meegemaakt dat hun vader zoekende was. Wij gingen bijna failliet! Zij hebben zich zeer meelevend opgesteld (zij waren toen ongeveer tussen 17 en 20 jaar oud). Zij hadden toen allerlei besparende ideeen en de band werd alleen maar hechter. Nu mijn man en hun vader overleden is, denken wij eigenlijk met plezier aan die periode terug. Wij hebben nooit onze kop in het zand gestoken, iedereen die ons lief was, wist ervan. Het gaat nog steeds goed. Dank voor je mooie woorden.’
Over openheid gesproken
De afzender: mijn eigen moeder! Wat een grap. Over openheid gesproken… Dat ik nu op Facebook, of all places, door deze lieve 73-jarige herinnerd werd aan die tijd, waarin ons tot dan toe zorgeloze en behoorlijk verwende leven volkomen overhoop lag. We hadden vrijwel niets meer, met kerst kregen we volgens mij een konijn van mijn oom en tante, mijn zus en ik haalden onze spaarbankboekjes leeg, het huis moest verkocht en ik ging in een winkel werken. Mijn moeder heeft gelijk, het was inderdaad een gezellige tijd. En ik kreeg wijze levenslessen: laat je hoofd niet hangen en zet de tering naar de nering. Werken met je luie donder! Van die dingen, dat was aan mijn vader wel besteed.
Deze nieuwjaarsdag werd ik wakker met een zwaar hoofd, niet zozeer van de drank alswel van de zorgen. Financieel kan ik het nog tot het einde van dit jaar uitzingen, dan is mijn geld op en moet er een bord ‘te koop’ op mijn huis. Ik ben weleens vrolijker aan een nieuw jaar begonnen…
Tegen iedere redelijke vergoeding kunt u me voor van alles inhuren
Ik doe wat ik kan, maar het is verdomd lastig. Het ‘nieuwe hosselen’, daar ben ik inmiddels van: tegen iedere redelijke vergoeding kunt u me voor van alles inhuren. Mijn bedrijfjes heten Griep Ruimt Op en Opgeruimde Teksten. Als opruimcoach schep ik orde in uw huiselijke chaos. Als journalist/(eind)redacteur verzorg ik al uw teksten, van a tot z, mét puntjes op iedere i. En als ik u verder nog met iets van dienst kan zijn, dan valt daar zeker over te praten…
Niet zeiken
Iedere ochtend stroop ik mijn mouwen op. Aan de slag. Contacten onderhouden. Plannen maken. Ideeën uitwerken. Verdienmodellen bedenken. Columns schrijven voor TPO Magazine. Mezelf onder de aandacht brengen via de sociale media. Steeds vaker andere zzp’ers helpen met het opzetten en beheren van hun Facebookpagina’s en teksten voor hun websites. Tegen betaling uiteraard. Vroeger deed ik dat voor vrienden nog weleens voor niets, maar dat kan ik me niet meer veroorloven. Soms vind ik dat best een beetje genant.
Aan het begin van deze eerste werkweek van 2015 ga ik weer moedig voorwaarts. ‘Niet lullen maar poetsen’, zoals mijn vader, een echte Rotterdammer, altijd zei als we liepen te miepen. ‘Mouwen opstropen en gáán!’ Eens kijken of ik me die besparende ideeën uit de jaren tachtig nog kan herinneren. En ik kom er vanaf nu gewoon voor uit: ik zit te springen om werk… Dank, mam en Claartje!