Mu$ic

De Free Record Shop is failliet, maar Spotify gaat dit jaar een recordbedrag aan artiesten en platenmaatschappijen uitkeren. De muziekindustrie maakt dus een transitie door. Hoe ziet deze transitie eruit, en wat kunnen andere industrieën daar van leren?

Hoewel een bezoekje aan de Free Record Shop al jaren niet meer tot ons vaste rondje in de stad behoorde, stemt het nieuws van het faillissement van de platenzaak toch weemoedig. Want, laten we eerlijk zijn, wie heeft uit de blauwe bakken van ’s lands grootste cd-winkel niet zijn eerste singletje gekocht? En wie stond niet urenlang bij de uitprobeerkoptelefoon tussen twee cd’s te twijfelen, omdat je maar voor één album voldoende zakgeld had?

Toch gaat het niet uitgesproken slecht met de muziekindustrie. Met betaalde online diensten als iTunes en Spotify lijkt een antwoord op het ongebreideld gratis downloaden van muziek te zijn geformuleerd. Spotify gaat dit jaar bijvoorbeeld het aanzienlijke bedrag van 370 miljoen euro uitkeren aan artiesten, platenlabels en andere beheerders van auteursrechten op muziek. Er stroomt dus weer geld van de consument naar de artiest.

Deze week duikt De Nieuwe Pers daarom in de wereld van de muziek en het geld. Hoe verandert de muziekindustrie door het internet, en hoe verandert het internet door de muziekindustrie? Hoe kom je als beginnend bandje tegenwoordig uit de kosten? Wat zijn de kansen en de risico’s rond crowdfunding? En wat kunnen andere industrieën leren van de transitie in de muziekbranche?

OOK IN HET NIEUWS VRIJDAG 16.00
In de grensrechterzaak zijn straffen tussen de een en zes jaar geëist tegen de verdachten. DNP’s Merel van Leeuwen volgt de zaak. De ganzen rond Schiphol mogen worden vergast. En in Zimbabwe moeten voor 1 augustus verkiezingen hebben plaatsgevonden.  

“JE KAN OP ONZE MUZIEK GEEN POLONAISE LOPEN”

Tekst: Sam Trompert / 31 mei – 15.00 

“Ik lag op het strand in Mombassa te luisteren naar mijn mp3-speler. Er kwam een liedje voorbij van de A*Teens, dat groepje dat een paar jaar geleden allerlei Abbaliedjes coverde in een nieuw jasje… Toen dacht ik: ‘Hee! Dat was eigenlijk best heel goed!’ Commercieel gezien dan. Daarna kwam een liedje van Jan Smit, en na Jan kwam een track van Afrojack. Toen viel het kwartje!”

Want het is eigenlijk heel gek, vond conceptontwikkelaar Arnan Samson, dat het grootste exportproduct van de Nederlandse muziekindustrie, dance, en het bestverdienende product op de thuismarkt, Nederlandstalig, nog niet samen zijn gekomen. Toen hij na zijn aha-erlebnis wat rondgoogelde op zoek naar eerdere initiatieven kwam hij niks tegen. Zou het dan toch aan de taal liggen? Nederlands en dance, dat gaat gewoon niet. Of toch?

Feest voor jong en oud

Samson heeft een bedrijf, samen met Bas Wesseling,  in het ontwikkelen van concepten: televisieformats, documentaires en muziek. Zijn bedrijf brengt in principe geen muziek op de markt, maar bedenkt ‘entertainment-acts’. Het legt hem geen windeieren. Zo komt de succesvolle act ‘De Pietentoppers’, die ieder jaar rond Sinterklaas goede zaken doet, uit zijn stal. “Andere zwartepietenacts zingen alleen Sinterklaasliedjes. Dat is voor die ouders natuurlijk hartstikke saai, dus de Pietentoppers zingen naast het gebruikelijke repertoire ook gezellig ‘Rosanne’, zodat het voor jong en oud een feest wordt”, zegt Samson.  

Luister hier naar de Pietentoppers met Heyo Sinterklaas. 

En als Zwarte Pieten ‘Rosanne’ kunnen zingen, kan Nederlandstalige dance ook. Het concept Dutch Do Dance werd geboren. Bekende Nederlandstalige hits, gezongen door twee jongens en twee meisjes. Die moesten écht goed kunnen zingen, écht goed kunnen dansen en ze moesten er écht goed uitzien. Na een half jaar vond Samson zijn ‘A*Teens’. Daarnaast hebben zo’n twintig andere mensen achter de schermen meegewerkt aan de totstandkoming van Dutch Do Dance. De Rocketeers tekenden voor de productie. 

Te heftig voor de radio

“In het begin dacht iedereen dat het après-ski zou worden”, zegt Samson, “maar je kan op onze muziek echt geen polonaise lopen. Uitgesloten.” Voor radiozender 100%NL was het dancegehalte zelfs aanleiding om Dutch Do Dance nog even niet te draaien. Het werd als te heftig ervaren, en het paste niet in het zenderformat, waarin nadrukkelijk geen dance voorkomt. “We vielen een beetje tussen wal en schip, want voor 100%NL paste de dance niet in het zenderformat, terwijl het Nederlandstalige niet in dat van bijvoorbeeld 538 past.”

Die zenderformats maken het volgens Samson erg lastig voor nieuwe muziek om bij een groot publiek bekend te worden. Terwijl dat wel essentieel is om geboekt te worden voor festivals, clubs en grote evenementen, zoals Koninginnedag. Op 30 april hebben de jongens en meisjes van Dutch Do Dance een promotour door heel Nederland gemaakt. “Daar is heel enthousiast gereageerd”, volgens Samson. “We hebben bijvoorbeeld een DoeMaar-medley, een mash-up van liedjes van Marco Borsato, ‘Stil in mij’ van Van Dik Hout… De teksten moeten wel bekend zijn, en mensen moeten kunnen meezingen.”

Katy-Perry-pop-met-een-beat

Want niet alle Nederlandstalige muziek kan dance worden. De klassieker Dokter Bernard van Bonnie St. Claire en Ron Brandsteder werd niet door iedereen begrepen. “De veertigplussers vonden het heel gaaf, maar die dansen niet, en de jongeren begrepen het niet zo goed… Het werkte niet”, zegt Samson nu. Het is belangrijk dat het origineel dus ook luisterbaar is. “Je moet je er niet voor hoeven schamen, zeg maar.” Ademnood, de beoogde eerste single, hoorde bij nader inzien niet in die categorie. De plaat werd nog teveel als grap geïnterpreteerd, in plaats van een serieuze poging Nederlandstalige dancemuziek te maken. De Coen en Sandershow op 3FM nam het nummer op de hak.

Luister hier naar Ademnood van Dutch Do Dance ft. Nino.

Om zoiets bij de volgende single te voorkomen is radiozender 100%NL nu als adviseur betrokken bij de productie van de nieuwe plaat. Welke Nederlandstalige hit in een nieuw jasje wordt gestoken blijft nog even geheim, maar de “gigatrage balad wordt een beetje Katy-Perry-pop-met-een-beat”, zegt Samson. De single wordt puur voor de radio gemaakt, want Dutch Do Dance wil airplay. Want, zonder airplay, geen optredens. En dat is het doel: “60 tot 100 keer per jaar optreden op festivals, in clubs en op grote evenementen.” 

DE NETWERK-MUZIKANT

Tekst: Sido ScholtenTies Joosten  / 31 mei – 12:30

De markt voor fysieke albums is volledig ingestort, maar ondertussen neemt het aanbod van nieuwe muziek almaar toe. Voor beginnende bandjes wordt het daardoor steeds lastiger om geld te verdienen, terwijl de behoefte om op te vallen en jezelf in de kijker te spelen groter is dan ooit. Hoe doe je dat? De Nieuwe Pers legde deze vraag voor aan twee beginnende Nederlandse bandjes: She’s got Legs uit het Limburgse America en The Don’t Touch My Croque-Monsieurs (TDTMCM) uit Amsterdam-Noord. ‘Netwerken’ is het codewoord.

The Don't Touch My Croque-Monsieurs
TDTMCM is een Nederlandstalige punk-hiphopformatie uit Amsterdam-Noord. Ze zijn sinds 2009 actief en maakten sindsdien drie EP’s, twee albums en verschillende singles uit. De band trad al op bij Giel Beelen en De Wereld Draait Door en het optreden tijdens Noorderslag werd door 3voor12 met een 9 gewaardeerd

Alleen maar nadelen van een platencontract

“De muziekindustrie is verwend geraakt”, steekt Willem Driessen van She’s got Legs van wal. “In de jaren tachtig en negentig waren cd’s de manier om aan je muziek te komen. Daarmee werden bakken met geld verdiend. Dat is allang niet meer zo. Je moet het nu veel meer van optredens hebben. Optreden doen wij dan ook zoveel mogelijk, in kroegen en op kleine festivals.’’ Drummer Nout Kooij (Papalino) van TDTMCM is het met Driessen eens: “Het heeft daarom eigenlijk geen zin meer om te tekenen bij een platenlabel. Omdat zij bijna geen cd’s meer verkopen, maken ze veel omvattender deals met hun artiesten. Het is zelfs gebruikelijk dat je dertig procent van ál je inkomsten moet afstaan – van je merchandise, je online verkoop, je optredens. Dan houd je dus echt niets over.”

Terwijl de nadelen van een platencontract dus duidelijk zijn, is het onduidelijk wat nu precies het voordeel is van een label. Kooij: “Vroeger dacht ik dat wanneer je bij een label zou tekenen, je carrière een boost zou krijgen. Dat veel werk je uit handen zou worden genomen en dat je je zou kunnen concentreren op je muziek. De laatste tijd zie ik echter steeds meer artiesten die getekend hebben bij een label, maar die zelf gewoon keihard moeten blijven werken. Platenlabels hebben bijvoorbeeld nauwelijks nog tijd om jouw band een lange periode te promoten, dat moet je toch echt zelf doen.”

Do It Yourself

De muzikanten kiezen er daarom voor om zoveel mogelijk zelf te doen. Om daarbij toch wat geld over te houden, of in ieder geval zo min mogelijk uit te geven, is een goed netwerk ontzettend belangrijk. Driessen: “Wij kennen een Amsterdamse Surinamer, die in de reclamemuziek zit. Onze drummer deed wat werk voor diens bedrijf en daarom mochten wij onze EP 'The Maze' in zijn studio opnemen. We zijn vier dagen de studio ingedoken en daar is alles voor ons gemasterd en afgemixt. Dat kostte ons in totaal 600 euro, echt een vriendenprijs. Verder zijn we constant op zoek naar nieuwe connecties, naar mensen die ons verder kunnen helpen. Omdat we bijvoorbeeld  een producent nodig hebben voor onze nieuwe cd, nemen we in augustus in een plaatselijke studio wat ruw materiaal op, om hun interesse te wekken. Daarmee stappen we op muziekproducenten af, om te kijken of zij het in ons zien zitten. Wij zijn ervan overtuigd dat we hiermee de juiste persoon gaan vinden."

She's got Legs 
She’s got Legs is een indie-popgroep uit het Noord-Limburgse America. De band is sinds 2011 actief en bracht begin mei haar eerste EP uit, ‘The Maze’. Onlangs won de band bandjescompetitie in Wageningen, waardoor ze op het Bevrijdingsfestival aldaar te bewonderen was. 

Ook TDTMCM gebruikt zijn netwerk om de kosten zo laag mogelijk te houden. Kooij: “De kleding van de band wordt tegen een onkostenvergoeding gemaakt door de vriendin van de zanger. Onze videoclips worden geschoten door jonge talentvolle videomakers, of door ervaren televisie- en filmmakers die een rocknummer zien als een leuke uitlaatklep. Als je hen de creatieve vrijheid geeft, willen ze je best gratis of tegen een onkostenvergoeding helpen. En voor de videoclip van W R P Raad hebben we contact gezocht met de Piratenpartij. Zij hebben de video betaald, en in ruil mochten zij het nummer gebruiken tijdens de verkiezingscampagne.”

Tegelijk raadt Kooij aan om je fans zo goed mogelijk in te zetten: “Wij hebben in Google Maps een kaart aangemaakt waarop de adressen van iedereen die ooit een cd of T-shirtje bij ons heeft besteld, staan weergegeven. Als we dan in bijvoorbeeld Den Haag moeten optreden, sturen we iedereen daar een stel posters. In ruil voor een gastenlijstplek moeten zij die dan verspreiden in hun stad. En toen we geld nodig hadden om ons eerste album op te nemen, hebben we een sponsorloop op de Dam georganiseerd. Daarmee haalden we bijna tweeduizend euro op. Zo creëer je een directe relatie met je fans en krijg je ook nog gratis promotie.”

“Pas als we iets zelf écht niet kunnen, en we kunnen niemand vinden die het gratis of voor een onkostenvergoeding wil doen, huren we iemand in”, zegt Kooij. “We nemen bijvoorbeeld tegenwoordig naar shows wel een geluidman mee. Die geven we daar een beetje geld voor. En waarschijnlijk komt er ook een moment dat we alle administratie niet meer zelf kunnen doen. Daar moet je dan gewoon iemand voor inhuren. Dit ondernemerschap trekt natuurlijk wel een wissel op je. We zijn momenteel allemaal wel drie dagen per week met de band bezig, en echt niet alleen maar met muziek maken. Maar zo betaal je wel alleen voor die zaken die je zelf niet kan en houdt je het grootste deel van je inkomsten gewoon in je zak.”

Die inkomsten komen momenteel voornamelijk uit optredens. “Sinds ons succesvolle optreden op Noorderslag is ons gage verdrievoudigd”, zegt Kooij. “Dat is ook wel nodig, want we worden tegenwoordig steeds vaker buiten de Randstad geboekt. Dan moet er gewoon wat meer geld op tafel komen, anders halen we de reiskosten er niet eens uit.” Driessen kan dat beamen: “,Muzikanten zullen terug moeten naar hun oorsprong. Dat is optreden, mensen entertainen en spelen.”

OOK IN HET NIEUWS VRIJDAG 12:00
Terwijl de Syrische burgeroorlog voortduurt heeft Rusland nieuwe gevechtsvliegtuigen aan het leger van Assad geleverd. Ondertussen lijken Merkel en Hollande Eurogroepvoorzitter Dijsselbloem te willen lozen. En de Nederlandse oceaanroeier Tuijn is in aanvaring gekomen met een tanker en moest zijn reis eindigen. Had hij misschien toch dit boek moeten lezen. 

DRAAI JE RIJK

Tekst: Sjoerd Blankevoort / 31 mei – 10.25

Het is al vaker gezegd, maar Celebritynetworth zegt het nog maar eens: dj’s zijn de nieuwe rocksterren. Deze veranderde status brengt niet alleen typische rock ‘n’ roll-verschijnselen als seks, drugs en drank met zich mee, maar ook gestegen inkomsten. De website publiceerde deze week een lijst met de rijkste diskjockeys ter wereld, die laat zien dat de top-dj’s er het afgelopen jaar financieel flink op vooruit zijn gegaan. Dit is vooral te danken aan de toegenomen populariteit van elektronische dansmuziek in Amerika.

De lijst wordt net als vorig jaar aangevoerd door de Nederlander Tijs Verwest, alias Tiësto, die zijn vermogen zag groeien van 65 miljoen naar 75 miljoen dollar. Volgens Celebritynetworth vangt hij voor een avondje plaatjes draaien gemiddeld 250.000 dollar. In een privéjet verplaatst hij zich naar gigs over de hele wereld, wat hem het afgelopen jaar 20 miljoen dollar bruto zou hebben opgeleverd.

De Nederlanders Armin van Buuren en Ferry Corsten zijn ook terug te vinden in de top-20, met vermogens van respectievelijk 40 miljoen en 19 miljoen dollar. De grootste stijger is het Franse duo Daft Punk, dat deze maand zijn nieuwe album Random Access Memories uitbracht. De anonieme Franse robots zijn beiden goed voor 60 miljoen dollar. Bij de samenstelling van de lijst werd gekeken naar muziekverkopen, merchandise, touropbrengsten, reclame-inkomsten, royalties en onroerend goed bezittingen.

OOK IN HET NIEUWS DONDERDAG 17.00
Danny K. blijft langer vast. De familie van de omgekomen grensrechter Richard Nieuwenhuizen eist 3,5 ton schadevergoeding. En Artsen zonder Grenzen waarschuwt voor een ramp in Darfur

LE CHANTEUR

Tekst: Victoria Broens / 30 mei – 16.50

We hebben vandaag de dag toegang tot een ongekend groot muziekaanbod via internet. Voor een paar euro per maand is ongeveer alles te beluisteren.  Daarmee zijn we ook wat verloren. Door het verlies van de fysieke verschijningvorm van muziek, dreigen we de muziek die we vandaag beluisteren in de toekomst te verliezen. Dat is niet alleen spijtig voor de luisteraar, maar ook voor de artiest. 

Op een terras in Amsterdam vraag ik een aantal heren naar hun mening.  Precies de juiste heren, niet alleen zijn zij opgegroeid in de jaren ’70, maar ook is een aantal van hen bekend met de muziekindustrie. Philippe Elan is zanger van Franse chansons. Afgelopen maand nog trad hij op met het Amstel Quartet in het BettyAsfalt Complex.

Van het rekje naar de mail

De muziekindustrie zit in een overgangsfase, stelt hij. “Dus alles wat ik vandaag zeg zal over tien jaar hopeloos gedateerd zijn.” Maar op dit moment trekt een artiest aan het kortste eind: in de jaren ’80 en ’90 waren cd’s duur, artiesten kregen een fractie van het bedrag, en de platenbazen staken alles in hun eigen zak. Frustrerend, maar je had wel een cd die werd uitgebracht en in een rekje lag. Nu verdien je als artiest nog steeds weinig geld, en verschijnt muziek steeds vaker alleen in digitale vorm. Heel praktisch, erkent Elan, je krijgt een mp3 bestand via je mail.  Maar het is voor een artiest toch een ander gevoel dan een cd.  

Waarin ligt dat dan precies? Want dát het anders voelt is iets wat eigenlijk iedereen wel begrijpt. Het antwoord lijkt een combinatie te zijn van de aankoop van een cd en het fysieke aspect van een cd.

Muziek die je op een cd koopt is een bewuste keuze geweest: je kan niet alles kopen. Effect is dat je het boekje met de songteksten uitspelt en de cd aandachtig en vaak beluisterd. Doordat de aankoop bewust is zul je bereid zijn je keuze te beargumenteren en te verdedigen. De muziek die je luistert wordt zo nauw gelinkt aan wie je bent.

Je bent wat je luistert

Doordat de cd bovendien fysiek aanwezig is moet je hem een plek geven in je woonkamer, dit doet je ook bewust. Zo kun je  de cd tien jaar later weer ontdekken en opnieuw beluisteren. Het verdwijnt niet. Tom Bijlmer, eveneens aanwezig op het terras, heeft achthonderd cd’s in zijn huis staan. Als er gasten komen vraagt hij ze de muziek uit te kiezen voor die avond. Je muziekverzameling is zo onderdeel van je identiteit: de cd’s,de muziek en de artiesten horen bij je leven.  

De nonchalance waarmee we muziek streamen staat in sterk contrast tot het bewuste aanschaffen van een cd. Aan streamen gaan geen bewuste keuzes vooraf, we investeren er weinig geld in, we creëren er geen ruimte voor, we nemen niet de tijd om albumcovers te analyseren en teksten te doorgronden en we hoeven niet aan ons zelf of iemand uit te leggen waarom we het luisteren. Waarom zouden we niet van alles uit proberen? We kunnen dagelijks nieuwe artiesten ontdekken, wat geweldig is. Keerzijde is dat muziek op deze manier heel vluchtig dreigt te worden. Over een jaar is het moeilijk terug te halen wat je nu luistert. Of we er over veertig jaar nog aan denken artiesten waar we nu van houden tot leven te wekken door er via internet naar te luisteren is zeer de vraag.   

Het is waarschijnlijker dat we de muziek die we vandaag op cd beluisteren over twintig jaar nog steeds luisteren.  Die blijvendheid moet niet onderschat worden: iedereen wil iets na laten. Juist artiesten worden gedreven door roem, faam, een beetje onsterfelijkheid.  De idolen van onze ouders staan in een kast in de woonkamer, net zo vanzelfsprekend als de bank er staat. Doordat ze er staan heb ik ze beluisterd. Dat is heel simpel gezegd het fysieke belang van cd’s voor muziek.   

IMPREZZ RECORDS: OPSTAPJE VOR MUZIKALE LEERLINGEN VAN MBO-SCHOOL

Tekst: Florian van Velthoven / 30 mei – 14.45

Stel: je bent muzikant, volgt een mbo-opleiding, droomt van een carrière als popster, maar als  de opleiding voltooid is sta je met lege handen op straat. De School voor de Kunsten van het Noorderpoort College bedacht iets waardoor jonge muzikanten toch een eerlijke kans krijgen: een eigen label. Imprezz records is nu een feit.

Bergen talent, maar waar moet je beginnen als muzikant om een succesvolle carrière op te starten? Bedenkers van het label Imprezz Records Niels Steenstra en Peter Funcke hielden zich ook met die vraag bezig. “We gaven al les in zaken zoals hoe maak je reclame voor jezelf als artiest, hoe wordt je een muzikale ondernemer? Maar we zagen toch dat de stap van de opleiding naar de praktijk groot was”, legt Funcke uit. “Inmiddels zijn onze lessen al meer toegerust op muzikaal ondernemerschap. Leerlingen leren onder meer hoe je een netwerk opbouwt, maar we wilden toch dat de leerlingen de theorie in de praktijk zouden brengen. Toen dachten we: 'laten we een label beginnen'.”

Niet te bescheiden

Dat werd dus Imprezz Records. “Tegenwoordig kan iedereen wel iets uitgeven, maar wij willen iets uitgeven wat hout zaagt, iets kwalitatiefs . Dat hopen wij de leerlingen te bieden”, aldus muziekcoördinator Niels Steenstra. “Toen wij begonnen met het label doken alle media er bovenop. Dan denk je wel: 'er gebeurt wel wat.' Misschien is dit ook wel goed voor ons, dat we onze Groningse bescheidenheid van ons afgooien. Dat we zeggen: 'Hier zijn we'.”

Inmiddels heeft Imprezz Records drie cd's uitgebracht: een kerst-cd voor het 3FM-project Serious Request, een cd van leerling en singer-songwriter Vincent Kenter en een cd van tien leerlingen van de School voor de Kunsten, onder begeleiding van leadzanger Felix Maginn. Ook worden er naast het uitbrengen van cd's optredens en kleine festivals georganiseerd. “We willen ook aan de stad Groningen laten zien waar wij mee bezig zijn. Door bijvoorbeeld af en toe een avond muziek in Vera (de Groningse poptempel, red) te organiseren kunnen de inwoners zien en horen wat voor muziek wij maken”, aldus Steenstra.“Bovendien regelen wij ook dat leerlingen in contact komen met muzikanten zoals Felix Maginn. Op die manier komen zij in het wereldje terecht.”

Tijdens het interview staat er ineens een journalist van het Dagblad van het Noorden op de stoep. Hij wilt het hebben over de 'pretopleidingen'. Het is een benaming waar Steenstra van baalt. “Dat wordt vaak gezegd. Maar ik wil laten zien dat we meer zijn dan een 'pretopleiding'. Je kan hier ontzettend veel leren en een MBO-opleiding is geen verspilde moeite. Ons label geeft de leerlingen wel meer zelfvertrouwen. Dat is mooi om te zien.”

Image

Ook Douwe heeft veel aan het nieuwe label. Hij zit in een bandje, volgt de opleiding aan de School voor de Kunsten en hoopt via Imprezz Records door te breken. “Wij spelen een muziekgenre dat op dit moment heel populair is: garagerock. Het is lastig om dan door te breken. Imprezz Records helpt ons door de single te promoten. Ook leren zij hoe we ons moeten presenteren.” Als goed voorbeeld wordt Caro Emerald aangehaald. Zij presenteerde haar eerste single 'Back it Up' als een soort ongelukje. Een nummer wat eigenlijk iemand anders zou zingen. “Dat is door haar management en het label heel erg voorgeproduceerd. Zij hebben dat echt heel slim gedaan”, legt Steenstra uit. Douwe: “Wij presenteren ons ook als een band van Seks, Drugs en Rock & Roll, terwijl dat in de praktijk ook reuze meevalt.”     

Maar het is ook niet zo dat het label alles regelt. “De tijd is voorbij dat het label al het werk voor je doet”, legt Douwe uit. “Wij zijn er zelf ook heel hard mee bezig.”

Het label is bedoeld om leerlingen de stap te laten maken naar de muziektop, maar stel dat Imprezz Records zelf heel succesvol wordt? “Daar zeggen wij geen nee tegen”, zegt Steenstra. “Misschien maken wij ooit wel die klapper, maar de bedoeling blijft dat leerlingen via ons de weg naar de muziekbusiness goed gaan vinden.”

OOK IN HET NIEUWS DONDERDAG 12:45
De verdachten in de zaak van de overleden grensrechter blijven zwijgen. Ondertussen zou Willem Holleeder jarenlang de ‘president’ van de Amsterdamse Hells Angels hebben afgeperst. En het twee maanden gelden opgerichte Maastricht Airlines is alweer failliet

DRENTHE IS DE BLUES

Tekst: Mark Voortman / 30 mei – 10.45

We rijden door Holthe, een slaperig Drents dorpje met zo’n 140 inwoners. M’n vader en ik, hobbelend over een keienweg. Achter de gammele, oude boerderijen strekken de weilanden zich uit op deze nazomerse dag. We praten over Harry Muskee, de Drentse blueslegende die een paar dagen eerder op zeventigjarige leeftijd was overleden aan de gevolgen van kanker. Mijn vader, zelf ook muzikant, draait de radio aan en juist op dat moment klinkt het piano-intro van Window of my eyes, een van de grootste hits van Muskee’s band Cuby + Blizzards. We zwijgen.

Luister hier Windows of my eyes

Drenthe en de blues lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden. Blues, de muziek die op de vlaktes van de Delta tussen de rivieren van de Mississippi ontstond, waarin zwarte slaven op eenvoudige instrumenten het leed in de katoenplantages bezongen. Muziek van de armen, die via de achterbuurten van Memphis en New Orleans, dankzij in Duitsland gelegerde Amerikaanse soldaten bij een jonge Harry Muskee terecht kwam in Grolloo, een klein dorpje in Drenthe, een van de armere gebieden van Nederland.

Na het kopen van een elpee van John Lee Hooker besloot Muskee dat hij ook bluesmuziek ging maken. Vanaf 1962 stond hij met zijn band Cuby + Blizzards aan de wieg van de nederblues. Toen Rob de Nijs nog zong dat de regen zachtjes tegen het zolderraam tikte, scheurde de emotievolle stem van Muskee over rauwe bluesritmes. Van Drenthe tot Amsterdam klapperde men met de oren. Dit was er tot nu toe nog niet geweest in ons land. “Ik begreep toen dat het uit Drenthe kwam”, zegt Huub van der Lubbe in een documentaire over Muskee. “Dat vond ik ongelofelijk. Ik dacht dat kunnen alleen Amerikanen en negers.”

Het huis van Muskee in Grolloo werd een bluesmekka, waar allerlei excentriekelingen over de vloer kwamen. Zoals bandleden Herman Brood en Eelco Gelling, maar bijvoorbeeld ook de bekende Amerikaanse blueszanger Eddie Boyd en de aartsvader van de Engelse blues John Mayall. Muskee zou altijd in Drenthe blijven wonen en er bij leven een legende worden. In 1997 wordt er een standbeeld van de langharige zanger onthuld in zijn woonplaats en in mei 2011, een paar maanden voor zijn dood, wordt een museum met het erfgoed van Muskee en zijn band geopend. Zo’n 2.500 mensen waren op de dag van zijn uitvaart in Grolloo om de muzikant de laatste eer te bewijzen.

Muskee is de grondlegger en belangrijkste exponent van de Drentse bluesscène, maar zeker niet de enige. Zo is er bijvoorbeeld zijn plaatsgenoot Egbert Myers, die Drentstalige bluesliedjes maakt. Of BJ Hegen, een 70-jarige blueszanger die nog altijd optreedt. Of Daniël Lohues, al improviserend op een straatfestival in Emmen. En nog steeds zijn er jonge Drentse muzikanten die zich laten inspireren door de blues, zoals bijvoorbeeld Bernhard Gepken.

Luister hier naar Egbert Meyers. Hier naar BJ Hegen. Bekijk hier de improvisatie van Lohues. 

De provincie Drenthe telt vele bluesfans. In de loop der jaren is een levendige bluesgemeenschap ontstaan en er zijn goed bezochte festivals als het Blues Festival Hoogeveen  en Blues in Grolloo. In 2011 was er De Drentse Blues Opera, een succesvolle muziekvoorstelling die op een weiland bij Gieten werd vertoond. En op Radio Drenthe is nog steeds elke zondagavond het muziekprogramma Harry’s Blues te horen. De blues leeft in Drenthe.

Bekijk hier de Drentse Blues Opera. 

Wat is dat toch met Drenten en de blues? Rijdend door Holthe, luisterend naar de muziek van Muskee, kijk ik door de autoruit. Opeens bedenk ik me hoe goed het bij het landschap past. De melancholiek die van de hangende takken van de treurwilgen druppelt, de weemoed die in de bemoste rieten daken schuilgaat. De zwijgzame boer die met een kuchende tractor over het land rijdt, tot zijn vrouw hem wenkt voor de aardappels. Een grijze wolk trekt voor de zon. Ja, bedenk ik mij dan, Drenthe ís de blues. 

OOK IN HET NIEUWS WOENSDAG 16.30
De Tweede Kamer wil de weigerambtenaar laten ‘uitsterven’. Een verdachte van de aanslag op het gemeentehuis van Waalre is vrijgelaten. En Nederland moet zijn begrotingsbelofte houden. 

IT’S ONLY ROCK ’N ROLL – AND THEY STILL LIKE IT

Tekst: Vincent Cardinaal / 29 mei – 15.00

Er was eens een bandje, genaamd The Rolling Stones. In 2012 blies dat bandje vijftig kaarsjes uit. Een halve eeuw The Stones – er was een tijd dat niet veel mensen geloofden dat deze ster zo lang zou blijven flonkeren. Als er één groep was die een abonnement leek te hebben op een rap uitdoven, dan was het de boevenbende onder leiding van The Glimmer Twins wel. Excessen zo ver het oog reikte en constant de fiscus én de kit op de hielen. En bovenal: roesmiddelen, roesmiddelen en nog eens roesmiddelen. Dat er onderweg ‘slechts’ één heel lid (Brian Jones) en één half lid (Ian Stewart) het podium voor zaal zeven verruilden mag een godswonder heten.

Ironisch genoeg zijn The Stones in deze tijd hét synoniem voor een groep die “te lang is doorgegaan”, een “stel dinosauriërs” die het natuurlijk ook alleen nog maar “om het geld te doen is”. Er is wat van aan, van die kritiek. Maar om te begrijpen hoe één en ander zich zo heeft weten te manifesteren is het handig om te kijken naar de voorgeschiedenis. En dan blijkt de slotconclusie toch heel wat meer in hun voordeel uit te vallen dan de leek zal denken.

Allereerst is het goed te weten dat The Rolling Stones gedurende de jaren zeventig in een band is veranderd die significant verschilt van die, die de wereldfaam in eerste instantie wist te veroveren. Omdat Keith zich gedurende de seventies verloor in enerzijds de junkie Anita Pallenberg (eerlijk van Brian Jones afgepakt) en anderzijds in het perpetuum mobile heroïne-afkicken-heroïne-afkicken, nam Mick de zakelijke teugels volledig in eigen hand. In de vroege jaren zeventig was Keith de enige persoon die hij kon vertrouwen, maar toen zelfs dát wegviel kon hij naar zijn mening niet anders dan de groep zijn groep maken. In ieder geval wat betreft de zakelijke kant. Sindsdien werkt de groep ook niet meer met een manager, of althans: op papier zijn ze er nog, maar in werkelijkheid zijn het Micks marionetten.

De achtergrond van deze vrij assertieve handelswijze van Jagger ligt besloten in het feit dat The Stones net als vrijwel alle groepen en artiesten van hun generatie (Dylan, Bowie) genadeloos zijn opgelicht. In het geval van The Stones door de persoon Allen Klein. Deze Klein wist het middels boekhoudkundig gegoochel zo te regelen dat de band eind jaren zestig abusievelijk álle rechten op al hun songs aan Kleins bedrijf ABKCO overschreef. Klein zelf is inmiddels dood, maar zijn zoons beheren nog steeds de rechten van al het werk van The Rolling Stones tot en met 1969. Dat is dus inclusief Satisfaction, Ruby Tuesday, Paint it Black, Gimme Shelter en nog 101 andere songs die tot de eeuwigheid op de radio gedraaid zullen worden. Een mens zou voor minder chagrijnig worden.

Daarom richtten The Stones in 1970 hun eigen label op – Rolling Stones Records, waarmee meteen het iconische door Warhol ontworpen tonglogo zijn intrede deed. Pikant detail is overigens dat ook The Beatles door Klein zijn opgelicht. Op een kleinere schaal dan bij The Stones, maar toch. Een en ander voltrok zich nadat nota bene Mick Jagger aan Paul McCartney had aangeraden om met Klein in zee te gaan. Tja.

Vanaf de seventies besloot Mick Jagger dus zich nooit meer te laten misbruiken. Iets dat hij tot de dag van vandaag hoog in het vaandel heeft staan. Hij en hij alleen zal beslissen wat er met zijn fortuin gebeurd, en niemand anders. Zelfs Keith kreeg na afkicken niet zomaar zijn stuk van de koek terug. Legendarisch is de anekdote waarbij Keith op een toilet zat en hij Mick nietsvermoedend hoorde verzuchten: “God, I wish he was still a junkie.” De vele ruzies van de heerschappen gedurende de jaren tachtig kwamen dan ook hier uit voort. Het was geen groep meer, want het hart, de Glimmer Twins, lag in scheiding.

Uiteindelijk werd er een compromis gesloten: Mick mocht zich storten op het uitbreiden van een commercieel Stonesimperium, qua muziek zou het voortaan weer om de beslissingen van hen twee draaien. Pas als Keith het licht op groen zet wordt er getoerd of opgenomen. Anders niet. Dat ontkracht in ieder geval de vaak gehoorde beschuldiging dat het de groep alleen nog maar om de centen zou toeren.

Keith bezit één huis op deze planeet, en doet niet veel meer dan boeken lezen en gitaar spelen in zijn bibliotheek. Verder was hij nog zo goed om de beste rockautobiografie ooit neer te pennen, het succulente “Life” – één grote ode aan de blues. Gitarist Ronnie Wood verdeelt zijn tijd tussen de wodkafles en 17-jarige Russische meisjes en drummer Charlie Watts verzamelt volbloed Arabische renpaarden en klassieke sportauto’s. Paardrijden doet hij overigens niet en een rijbewijs heeft hij ook nooit behaald. Die mens vindt dat gewoon leuk. Om maar te zeggen – als de nood aan geld écht zo hoog was zouden ze wel vaker de boer op gaan.

Het is dus vooral Mick die de Stonesmachine draaiende wil houden. Het kost een godsvermogen om Mick Jagger te zijn – met zijn talloze huwelijken, flirts en (buitenechtelijke) kinderen, woningen aan Park Avenue en het bezit van het halve eiland Mustique in de Caribische Zee. Dat moet allemaal ergens van betaald worden. En dus zijn er constante reissues, merchandise en stunts als bij de lancering van Windows ’95. Daarbij kreeg Mick ze bij Microsoft zo ver om 14 miljoen dollar neer te tellen voor het gebruik van het toen al bijna vijftien jaar oude ‘Start me up’. De ‘startbutton’ werd toen geïntroduceerd, vandaar.

Momenteel toeren The Stones door Amerika. De reacties zijn weer niet mals. Ook het geldargument wordt er weer te pas en te onpas bij gehaald. Onterecht, mijns inziens. Ja, de kaartjes zijn schreeuwend duur. Maar dat zijn ze bij Neil Young ook en die wordt door niemand beschuldigd van geldwolverij. Ja, de eerste vijfhonderd plaatsen worden tegenwoordig vergeven aan door een castingbureau geleverde modellen – anders gaat Mick zich maar oud voelen. Maar toch. Wie ziet hoe ze oudjes als Mick Taylor en Bill Wyman een hele toer op sleeptouw nemen, wie ziet hoe ze met het schuim op de mond songs van Dave Dudley, Chuck Berry en Robert Johnson spelen, wie ziet hoe ze iedere avond shows van dik twee uur spelen (niet slecht voor een stel bijna-zeventigers), die kan niet anders dan een conclusie trekken die even simpel als schokkend is: ze vinden het nog steeds leuk. It’s only rock ’n roll, and they STILL like it.

OOK IN HET NIEUWS WOENSDAG 12.30
Het eindexamen Frans is verplaatst naar morgen. De PvdA wil een Kamerdebat over het uitstel. Het proces over de grensrechter Richard Nieuwenhuis is begonnen. 

FRANSEN GAAN CROWDFUNDING ‘REGULEREN’ – NIETS NIEUWS ONDER DE ZON

Tekst: Willem van Ewijk / 28 mei – 14.30

Het was even schrikken toen enkele weken geleden de website decorrespondent.org online ging. De website, een parodiërende kopie van journalistiek crowdfundingsproject decorrespondent.nl (met .nl in plaats van .org aan het eind) schreef dat het plan om een platform voor kwaliteitsjournalistiek op te zetten een één-april grap was. De donateurs zouden hun geld terugkrijgen, maar ze waren dit niet wettelijk verplicht. Ze zouden het geld dus ook nog in eigen zak kunnen steken.
Twitteraars trapten zoals gewoonlijk gedurende een uur of twee in de grap, maar na vele retweets werd de digitale persoonsverwisseling ontdekt en waren donateurs van De Correspondent weer gerustgesteld.

Veel was er niet aan de hand. De Correspondent ging door met inzamelen, haalde zijn totaal aan donaties en begon met het opzetten van een journalistiek platform. De initiatiefnemers hadden bij de presentatie van hun project beloofd dat als het doel aan donaties niet gehaald zou worden, de ingeleverde acceptgiro’s verscheurd zouden worden en het al gedoneerde bedrag zou worden teruggestort. Muzikanten die geld ophalen voor hun nieuwe album, via websites als Kickstarter.com, beloven hetzelfde te doen als er te weinig steun voor hun projecten is.

Crowdfunding is gebaseerd op vertrouwen. Maar wat als beloftes worden geschonden? Op basis van welke juridische regels kan een donateur  dan zijn geld terugvragen? En hoe kan een muzikant of journalist het bij een crowdfundingsactie beloofde geld daadwerkelijk opeisen in het geval de aspirant donateur van gedachte veranderd?

Vertrouwen

Vertrouwen is de grondslag voor iedere transactie, online of offline. Als je een pak melk koopt in de supermarkt, dan vertrouw je de winkelketen en fabrikant dat er geen dioxine inzit. Als je een aankoopsom voor je nieuwe huis betaalt, hoop je dat de fundering stevig is. Mocht er voedselvergiftiging plaatsvinden of een huis verborgen gebreken bezitten en instorten dan zijn er tal van juridische wegen (beroep op dood door schuld, wanprestatie, contractbreuk etc.) open om schadevergoeding te halen, of een overeenkomst nietig te verklaren, of te vernietigen.

Ook de investeerder kan contractbreuk plegen, doordat hij de beloofde som geld niet overmaakt wanneer het inzamelingsdoel van een muzikant bereikt is. Ook hier is vertrouwen, sinds het Romeinse recht (dat in Nederland en Frankrijk  bevestigd is door Napoleon en nog altijd van toepassing is) de basis van iedere transactie. Dit vertrouwensprincipe leidt ertoe dat er een overeenkomst is gesloten zodra een aanbod is gedaan, en een ander dit aanbod aanvaart, ook als aanbod en aanvaarding niet met inkt op papier zijn geschreven.

De wet

Radiozender France Info vroeg zich maandag af wat de juridische status van crowdfundingsprojecten was. Nu de wereldwijde crowdfundingsmarkt vijf miljard euro waard was, zou de markt toch gereguleerd moeten worden?

Het is begrijpelijk dat die vraag gesteld wordt. Er gaat veel geld om in crowdfunding, dus is er een groot belang de markt betrouwbaar en daarmee in stand te houden. Dit vertrouwen kan worden gecreëerd door handhaving van de wet. Zo kan een artiest of donateur een beroep doen op de rechter in het geval de beloftes uit een overeenkomst niet worden nageleefd.

En: er is nog geen belangrijke Franse of Nederlandse rechtspraak over een crowdfundingsactie waarin één van de partijen zijn beloftes niet nakwam, dus crowdfunding is voor de juridische beschaving een nog onbekende planeet. Of toch niet?

Zo’n arrest zal in de basis niet heel veel nieuws brengen. De vraag wat de juridische regels rond crowdfunding zijn kan worden toegevoegd aan de lijst zenuwachtige vragen die sinds de opkomst van het internet worden gesteld. Zoals de vraag hoe anders een papieren krant is dan een digitale. In essentie is het antwoord op die vraag dat je een digitale krant van een scherm leest, en een papieren van papier.

Zo werkt het ook bij een contract: de gedane belofte is een belofte, of hij nou op een scherm staat vertaalt in eentjes en nulletjes, of op papier staat gedrukt in zwarte inkt. “Als beide partijen maar redelijkerwijs uit tekst, of mondelinge belofte kunnen opmaken” dat de gedane beloftes gedaan zijn. Weer zo’n rechtsprincipe dat sinds de Napoleontische tijd niet meer weg te denken is uit de West-Europese rechtsorde. Digitale revolutie of niet.

AMF

Om duidelijkheid te brengen in de Franse crowdfundingsmarkt besloot de Franse financiële toezichthouder, de Autorité des marchés financiers (AMF), een rapport te schrijven. Hierin vertaalde het AMF de regels van digitale  financiering in de termen uit het Franse wetboek. En wat bleek: op crowdfunding is in Frankrijk de wet van monetaire en financiële zaken van toepassing, evenals bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek. Net als bij offline transacties en inzamelingsacties Of er nu geld wordt geleend, gedoneerd of beloofd; tegen rente, of tegen dividenden of deelnemingen.

In reactie op het rapport van het AMF herhaalde Franse ministers in een plechtig persbericht een belofte van president François Hollande (van 29 april) om met een ‘veilig juridisch’ kader te komen voor crowdfunding, zonder te specificeren wat dit kader inhoudt. Is de bestaande wet financiële zaken dan niet veilig genoeg?

Om een antwoord op die vraag te vinden moeten we even teruggaan naar het principe dat een contract is gesloten als ‘beide partijen redelijkerwijs kunnen opmaken (uit tekst, of mondelinge overeenkomst) dat aanbod en aanvaarding zijn gedaan’. Zelfs een mondelinge overeenkomst heeft contractwaarde. Het is bij een mondeling contract alleen de vraag hoe de belofte van vervlogen woorden kunnen worden afgedwongen als er geen getuigen meer zijn. Dit geldt ook voor een digitale overeenkomst. Met andere woorden, wat als de crowdfundingswebsite verdwijnt, de acceptgiro’s worden gedelete, of de tekst van de beloofde prestatie (het opsturen van die mooie vinyl plaat) op de website verandert of verdwijnt?

De wetgever zal moeten nagaan hoe bindend internetters en artiesten de beloftes gedaan op de crowdfundingwebsites opvatten en als hier de meningen sterk over verschillen iets over in de wet moeten zetten. Bovendien, als de ministers hun werk goed doen zullen kwesties als bewijslast, en het opvragen van bewijs van verwijderde bestanden en het bekijken van servers daarin worden behandeld. Maar ook hier geldt dat nieuwe wetgeving alleen nodig is voor zover het niet al in het reguliere burgerlijk- of strafprocesrecht het opvragen van bewijslast verwerkt is.

We wachten af.

Wilt u uw repertoire aan Franse chansons opnemen in Frankrijk ondersteund door een crowdfundingsactie? Kom dan altijd u beloftes na, en kijk voor gedetailleerde regels in dit document.

Meer van Willem van Ewijk? Neem een abonnement! 

MUZIEKKENNER? EERST EXAMEN DOEN

Tekst: Redactie / 28 mei – 13.10

Notenwaarde, motief, tegenmelodie, dynamiek… Klinkt bekend? Gisteren bogen de vwo'ers zich over het centraal eindexamen Muziek. Hier de opgaven en hier de antwoorden (niet spieken!). Klagen kan hier. Succes!  

OOK IN HET NIEUWS DINSDAG 12.15
Er is een nieuw gevaarlijk virus in omloop, volgens de WHO. De voormalige  financiële  topman van woningcorporatie Vestia krijgt een ton aan ontslagvergoeding. En de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) vindt een 'tv-taks' terecht

MUSICI SLAAN ALARM OM INKOMEN

Tekst: Simon Trommel / 28 mei – 10.30

Muzikanten hebben moeite hun activiteiten voor te financieren. Ongeveer de meest veelzijdige Nederlandse jazz-zangeres Denise Jannah zamelt nu, zoals legio andere kunstenaars, via crowdfunding geld in voor de productie van een nieuwe CD.

450 miljoen euro aan omzet telde de evenementenmarkt tot 2008 toen de grote recessie zich aandiende met de kredietcrisis. Daarvan is nu hooguit 10 procent over, zegt Anita Verheggen van de  Nederlandse Toonkunstenaars Bond (NTB), die de belangen behartigt van musici en acteurs.

Geen Heineken Music Hall meer

Bedrijven huren geen musici meer in, want ze vieren geen feestjes meer en als ze het doen, doen ze het sober. Huurde een bedrijf vroeger rustig de Heineken Music Hall af om Marco Borsato op een feestje te laten zingen, nu doen ze het met een bitterballetje. De absolute top heeft niet zo veel last van de crisis, maar het segment er net onder wel”, zegt Verheggen. “De top van Anouk en Ilse de Lange is maar een heel klein kringetje. En met de artiesten hebben ook de boekingskantoren het moeilijk.”

En al heeft de top het zelf misschien niet moeilijk, de crisis raakt de top wel. Bij een hoorzitting in de Tweede Kamer zei toptrompettist Colin Benders die met zijn Kyteman Orchestra successen boekt, dat het moeilijk is om een kwalitatief goed muziekproduct te ontwikkelen omdat zijn collega-musici het zich niet kunnen permitteren om alleen in het orkest van Kyteman te spelen. Ze moeten met andere bands schnabbelen om te kunnen overleven en kunnen minder repeteren, laat Verheggen weten.

In de jazz heeft de top het wel moeilijk. Nederlands enige echte jazzdiva Denise Jannah heeft een klinkende carrière met twee Edisons, optredens voor Bill Cinton, Nelson Mandela en een voormalig contract bij Blue Note Records. Over de gehele linie ziet ze het aantal optredens dalen. “Het valt echt niet mee”, zegt ze, “en ik ken vrijwel geen collega die het niet moeilijk heeft.”

Hobbyist verdient meer dan professional

Want niet alleen is de evenementenmarkt weg. Ook de podia boeken alleen die artiesten waarvan ze weten dat ze de zaal zo vol hebben. Maar het risico daarvan leggen ze vaak bij de artiest. Verheggen: “Er zijn  professionele muzikanten die werken voor 50 euro. De technici en de receptioniste worden goed betaald in de zalen. Maar degene om wie het gaat niet. Mijn timmerman verdient als hobbyist soms meer dan een professionele muzikant. Rijk en gemeente moeten hun budgetten steken in de programmering van muziek en niet meer in gebouwen. We hebben veel zalen omdat iedere wethouder zijn eigen monument wilde. Maar nu hebben we alleen stenen.”

Beter Oberhausen dan Amsterdam

In landen om ons heen is dat anders. Daar is vanuit de overheid meer aandacht voor de muzikant. Een artiest uit Arnhem kan zich beter richten op Oberhausen of de rest van het Roergebied dan op Amsterdam, zegt Verheggen.

Intussen zoeken de artiesten naar nieuwe inkomensbronnen. De NTB adviseert muzikanten hun rechten niet over te dragen en hun repertoire goed te bewaken. En bijvoorbeeld op bruiloften ander repertoire te brengen dan op de podia of op de festivals. Maar ook te zoeken naar crowdfunding ook al kan dat voorlopig niet het gat vullen dat is ontstaan door de bezuinigingen op de muzieksector.

Crowdfunding nieuw album Jannah

Jannah doet dat laatste. Ze wil in het najaar opnieuw een CD uitbrengen. Het gaat om een tweede editie van Gedichten Gezongen, waarmee de zangeres op eigen composities gedichten zingt  van bekende en onbekende dichters. Met dit album wil ze stil staan bij het afschaffen door Nederland van de slavernij in Suriname en op de Nederlandse Antillen, op 1 juli 150 jaar geleden. Haar thema: slavernij en vrijheid. Om de productiekosten vooraf af te dekken, zamelt ze via de crowdfunding organisatie Voor De Kunst geld in.

Mensen kopen dan een CD vooraf, en krijgen hem geleverd als de CD is geproduceerd. Zij die met veel geld steunen, krijgen van Jannah naast de CD ook een huiskamerconcert. Voor de crisis van 2008 was het geen probleem een productie voor te laten financieren, of om het zelf te financieren. Maar nu zijn het andere tijden. 10.000 euro is er nodig en de actie loopt nog drie weken, op de betreffende website www.voordekunst.nl. 21 procent is nu bereikt, nog ongeveer 80 procent te gaan. Het zijn zware tijden voor musici en andere kunstenaars. En Nederland en Suriname missen een stuk cultuur en een landmark als het niet zou doorgaan.

Meer van Simon Trommel? Neem een abonnement!

OOK IN HET NIEUWS MAANDAG 17.45
De Verenigde Naties (VN) hebben kritiek op de manier waarop de landen van de Europese Unie (EU) migranten behandelen. Het Glazen Huis van radiozender 3FM staat volgend jaar in Haarlem. En bij een bomaanslag in Bagdad zijn zo’n 50 mensen omgekomen. 

DERTIEN-IN-EEN-DOZIJN

Tekst: Sam Trompert / 27 mei – 14.15

De checklist is simpel: (1) zet een paar knappe jongens met biceps bij elkaar, (2) leer ze een dansje, (3) leer ze playbacken, (4) verzin een effectieve marketingstrategie. C’est ca, je hebt een boyband. In de jaren ’90 een fenomeen dat niet uit de hitlijsten was weg te denken. Tienermeisjes bleken een betrouwbare melkkoe: niet alleen kochten ze ieder CD’tje, maar ook t-shirts, dekbedovertrekken en posters vonden gretig aftrek. Maar toen gingen ze downloaden.

De Backstreet Boys, N*Sync en Westlife werden herinneringen in plaats van hitmachines. Een enkeling redde het op eigen benen verder te gaan met een succesvolle solocarrière, maar de het concept ‘boyband’ was uit. But Backstreet's back, allright? 

Talentenjachten

Voor wie het vergeten is: een boyband is een groepje jongens dat makkelijk meezingbare, up-tempoliedjes zingt over een meisje en de liefde. Het heet weliswaar ‘band’, maar geen van de jongens bespeelt daadwerkelijk een instrument. Ze zingen alleen. Op de band dan.  DNP zet de meest in het oog (en op het podium) springende groepjes op een rijtje.

Veel boybands lijken op elkaar (ze zeggen niet voor niets “dertien-in-een-dozijn-muziek”), en niet alleen qua samenstelling en muziekstijl. Opvallend veel nieuwe boybandjes zijn de leftovers van de dienstdoende talentenjacht in het land van herkomst. One Direction deed bijvoorbeeld in 2010 mee met het Britse X-Factor, District 3 deed dat in 2012 en Emblem 3 (afgelopen weekend debuutsingle) deed mee met de Amerikaanse variant van de talentenjacht. Ook een getal in de naam levert dus kennelijk succes op.

Wat dat laatste betreft heeft Union J dan een verkeerde keuze gemaakt. Toen ze nog met z’n drieën waren traden ze op onder de naam Triple J (hun voornamen begonnen inderdaad met een J, niveautje K3), maar met het vierde wiel aan de wagen moest ook een nieuwe naam komen. Union J dus.  

Luister hier naar Union J met Carry You

Verschillende types

Ander belangrijk punt is dat de jongens een beetje verschillende types neerzetten: de Pretty Boy, de Stoere, de Mysterieuze, de Lelijkste-maar-toch-schattig etc. Dat hebben de makers van The United goed in hun oren geknoopt. Het vijftal komt uit verschillende Europese landen; voor ieder wat wils dus. Opvallend detail: het zijn alleen noord-Europeanen. In het zuiden valt immers weinig geld te verdienen. Zelfs aan pubermeisjes.

Wie het helemaal dicht bij huis wil houden moet bij MainStreet zijn. Het gaat hier om een boyband, met de nadruk op boy: het zijn nog kinderen. Maar, hoe bereikbaarder, hoe beter. De fans moeten het idee hebben dat trouwen tot de mogelijkheden behoort, en dat is eenvoudiger als het om een landgenoot gaat. De jonge leeftijd weerhoud de makers er overigens niet van om hun jochies teksten als “Ik dacht dat ik wist wat echte liefde was” te laten zingen.

Luister hier naar MainStreet

Iets alternatievers

Maar het kan ook een tikkie anders. Het gezelschap The Wanted krijgt de vermelding ‘parental advisory’ voor hun tekst I wanna put my hands on her hands – Feel the heat from her skin in het hitje I Found You. Het feit dat ze het refreintje zingen als eunuchs doet daar niets aan af.

Luister hier naar The Wanted met I Found You.

En dan is er nog Pure. Want voor echt gek moet je in Zuid-Korea zijn, weten we sinds Psy. Pure bestaat uit White Suhyeok,Black Jimin, Blue Jungbin, Yellow Younghoo en Pink Chanhee. De beschrijving van hun clip I Still Love You, op YouTube, vertelt ons dat de gemiddelde lengte van de groep 1.80 is. Waarvan akte. Maar ook als je de halve wereld afreist: de checklist blijft hetzelfde.

Luister hier naar Pure met I Still Love You.

10 boybandjes die we vaker gaan horen

(01)One Direction

(02)District 3

(03)Emblem 3

(04)Union J

(05)The Wanted

(06)The United

(07)MainStreet

(08)The Collective

(09)The Risk

(10)Pure

OOK IN HET NIEUWS MAANDAG 13:00
In een boomgaard nabij het Spaanse Murcia zijn naar alle waarschijnlijkheid de lichamen van de vermiste oud-volleybalster Ingrid Visser en haar partner aangetroffen. Ondertussen krijgen medewerkers van de failliete Free Record Shop voorlopig geen salaris en vakantiegeld uitbetaald. En Willem Holleeder is vanochtend weer eens gearresteerd door de politie. 

JE EERSTE SINGLETJE

Tekst: Redactie / 27 mei – 12:30

Je eerste tongzoen, de eerste keer dat je dronken was, je eerste stiekeme sigaret onder de fietsenstalling op het schoolplein. Ergens in dat schemergebied tussen jeugdherinnering en -zonde bevindt zich ook je eerste cd of singletje. Noem uw eerste plaatje, en men weet wie u bent. Daarom, in een tijd van Youtube, iTunes en Spotify, waarin muziek nog slechts een muisklik ver weg is, hierbij ons eerste singletje.

Florian van Velthoven: Elton John ft. Blue – Sorry Seems To Be The Hardest Word 

Victoria Broens: A-teens – Mamma Mia

Jan-Jaap Heij: Venom – Welcome to Hell

Simon van Woerden: KoRn – Freak on a Leash

Ties Joosten: Liquido – Narcotic

Sido Scholten: Safri Duo – Played-A-Live 

Sjoerd Blankevoort:  Nirvana – In Utero

Willem van Ewijk: De soundtrack van de Lion King

Alain van der Horst: Rick James – Super Freak (de 12” versie)

Menno Grootveld: The Beatles – Help!

Sam Trompert: Bomfunk MC’s – Freestyler

Mijn gekozen waardering € -

Geef een reactie