Straffeloosheid voorkomen. Dat is de reden waarom Nederland een jonge Nederlandse vrouw met twee kinderen heeft opgehaald uit het Koerdische deel van Syrië. Tegelijkertijd konden de Nederlandse diplomaten een tienermeisje meenemen van wie de rechter had bepaald dat ze met haar vader in Nederland moet worden herenigd.
Dit klinkt alsof justitie eindelijk haar blinddoek heeft afgedaan, als het gaat om de repatriëring van Nederlandse vrouwen die zich bij de terreurgroep ISIS aansloten en hun kinderen. Recht prevaleert boven politieke onwil. Niet iedereen wil dat echter zo zien.
Eerst even de feiten. De Nederlandse Syriëgezant Emiel de Bont haalde afgelopen weekeind in het Syrisch-Koerdische Qamishli de 27-jarige Ilham B. op met haar twee kinderen. De rechtbank had gedreigd haar zaak in Nederland te beëindigen als ze niet bij de zittingen aanwezig kan zijn, zoals haar advocaat namens haar eiste. Als dat zou gebeuren zou ze nooit berecht kunnen worden voor haar rol in het ISIS-kalifaat, want je kunt niet twee keer voor hetzelfde worden vervolgd.
Onwil
Na jaren van halsstarrige politieke onwil – tegen adviezen van experts in – konden Justitie en Buitenlandse Zaken niet anders dan doen wat de rechter hen opdroeg. Ze moesten de jonge vrouw ophalen en in Nederland vervolgen. Tegelijkertijd haalden ze de tiener op die volgens de rechter door haar moeder naar het kalifaat was ontvoerd. Je zou zeggen: winst voor het Nederlandse rechtssysteem.
Vooral ook voor de kinderen, voor wie in Nederland opvang is geregeld. Alles is klaar om hen te ontvangen. Het is van groot belang hen weg te halen uit de schadelijke invloeden van de kampen waar nog duizenden ISIS-vrouwen een waar schrikbewind voeren. Waar moorden plaatsvinden op basis van geloof en haat wordt gezaaid tegen andersdenkenden. Daarover zijn terreurbestrijders, kinderrechtenadvocaten en de kinderbescherming het roerend eens.
Toen ze moesten, gold opeens niet langer het excuus waarvan Nederlandse bewindspersonen zich bedienden, dat het in Koerdisch-Syrië te gevaarlijk zou zijn om vrouwen en kinderen op te halen. Een smoes die eigenlijk allang onderuit was gehaald, want andere landen deden het wel. Ook Nederlandse ambtenaren (van de veiligheidsdienst) waren al naar de Al-Hol- en Roj-kampen gereisd om Nederlandse onderdanen uit te horen.
Hek
Daarmee lijkt het hek van de dam, want er lopen tal van andere procedures zoals die van Ilham B. Van vrouwen die via hun advocaten eisen dat ze bij hun proces zelf gehoord worden. Je kunt in Nederland niet bij verstek worden veroordeeld als je aangeeft zelf bij de zaak aanwezig te willen zijn. Voor bewindslieden moet het dankzij de beslissing van de rechter in Ilham’s zaak duidelijk zijn dat ze weinig keus hebben. Want als haar zaak geseponeerd werd, had ze zomaar naar Nederland terug kunnen keren, zonder waar dan ook vervolgd te worden. Dat is straffeloosheid dus.
Dat betekent dat de vrouwen daadwerkelijk in Nederland worden berecht. En dat maakt de vele negatieve reacties een beetje wereldvreemd. We weten dat het gevaarlijk is om hen te laten zitten in de kampen in Syrië, waar al meerdere vrouwen hebben weten te ontsnappen. We weten dat de Koerden in Syrië met hen in de maag zitten. En dat er van berechting daar weinig terecht zal komen.
Reacties van oppositiepartijen zijn op zich niet zo vreemd; die verzetten zich tegen alles wat de regering doet als het om de Syriëgangers gaat. De Hoge Raad heeft de regering gelijk gegeven dat ze de vrouwen niet om humanitaire redenen hoeft op te halen, toch? Inderdaad, maar inmiddels gaat het om een juridische noodzaak. Om straffeloosheid te voorkomen.
Er is weerstand van mensen die in de niet-Nederlandse achtergrond van de betrokken vrouw een aanleiding zien om te fulmineren dat ze ‘hier niet thuishoort’. Aan wie alle argumenten dat het veel gevaarlijker is haar daar te laten, dan hier netjes te berechten, voorbij lijken te zijn gegaan. En van de ‘eigen-schuld-dikke-bult’ roependen, die menen dat vrouwen die naar ISIS gingen zelf hebben gekozen en die daarom iedere Nederlandse verantwoordelijkheid voor eigen onderdanen ontkennen.
Yezidi’s
Maar verzet komt er tot mijn verbazing ook van yezidi’s, en mensen die hen zeggen te steunen, die het ‘een klap in het gezicht van slachtoffers en overlevenden’ noemen. Maar zo’n klap zou nou toch juist straffeloosheid zijn, want dan laat je mensen die misdaden hebben begaan tegen yezidi’s vrijuit gaan.
Yezidi-organisaties maken zich juist sterk voor de vervolging van degenen die een rol in het kalifaat speelden. Zij hebben weten te bereiken dat in Duitsland Syriëgangers zijn veroordeeld voor het houden van yezidi’s als slaven – ook vrouwen voor medeplichtigheid. Met de berechting van ISIS-daders in Irak zijn ze helemaal niet zo blij: daarbij speelt het schenden van mensenrechten en de genocide tegen yezidi’s geen rol. Die daders worden daar in tien minuten veroordeeld op basis van de Iraakse terreurwetgeving. Dat biedt slachtoffers geen enkele genoegdoening.
Bij berechting in Europa kunnen slachtoffers echter wel degelijk een rol spelen. En na de ervaring in Duitsland zal bij het proces tegen Ilham B, en tegen andere vrouwen die de komende tijd volgen, de misdadige behandeling van yezidi’s zeker op tafel moeten komen.
Gevolgen
Bovendien kan het proces weer een moment zijn om aandacht te vragen voor de gevolgen die ISIS’ misdaden nog steeds voor de yezidi’s hebben. Zeker 16.000 van hen wonen nog steeds in 15 opvangkampen in de Koerdische Regio van Irak. Vorige week brandde een deel van zo’n kamp af, waardoor 184 gezinnen (bijna 1000 individuen) opnieuw alles verloren.
Veel yezidi’s zien geen toekomst meer in Irak. Ze kunnen of durven niet terug naar hun provincie Sinjar, waar na de bevrijding van ISIS nu meerdere milities om de macht strijden. Velen wonen al bijna zeven jaar in een tent, of in het beste geval een caravan, en in een opvangcentrum. Hun levens staan stil. Velen kampen met trauma’s die jarenlange behandeling vergen.
Voor hen is iedere aanhanger van ISIS die wordt veroordeeld, waarbij in het vonnis ook de genocide tegen hun volk wordt meegenomen, een vorm van genoegdoening. Ilham B. wordt deze week voorgeleid. Het Openbaar Ministerie en de rechters hebben daarmee een uiterst belangrijke klus te klaren.