1.
Wilhelmus van Nassouwe
heet ik, en ik ben ’n boer.
Ik lig wat moeilijk bij de vrouwen
daar ’k altijd loens naar ze loer.
’k hoef geen S of M
of maskers,
wil alleen maar ’n echt wijf.
Voorkom toch, lieve Yvon-
ne Jaspers,
dat ik ongetrouwd blijf.
2.
Wilhelmus van Nassouwe,
ben ik, verlekkerd door leer.
Ik stort mij boordevol vertrouwen
in elk soort geslachtsverkeer.
Een meneer, ’n vrouw
of bouwdoos,
lust ’k rauw met haar en al.
Maar omdat ik toch wel wat
te veel voos
is mijn bed ’n zwijnenstal.
3.
Wilhelmus van Nassouwe
was ’n onbetrouwbare vent.
Dat Philips niet op hem kon bouwen,
is inmiddells overbekend.
Verveeld door de aris-
tocratie
begon hij z’n eigen tent.
En kleide uit ’n moeras
de natie
die men als Nederland kent.
4.
Wilhelmus van Nassouwe
had nog geen notie van dance
of DJ’s die de tent verbouwen,
van Wil en Max, Tiesto’s fans.
O, zo’n festival
als Pinkpop,
of Appelsap desnoods
De polder-DJ’s van nu
zijn echt top,
zij verrichten iets groots.
5.
Wilhelmus van Nassouwe,
gaf men lang niet heel veel eer.
Zo’n lied op school te gaan nabauwen,
daarop keek de Hollander neer.
Maar zie, steeds meer
gaat blijken:
hymnen zijn nu weer in tel!
Wat Bolkestein vergeefs wou
bereiken,
dat lukt Buma nou wel.
6.
Wilhelmus van Nassouwe,
die houdt van vet en van zoet.
Hij zit de hele dag te kauwen
in rijkdom en overvloed.
Dus zijn bloeddruk rijst
de pan uit,
het vet blubbert uit zijn broek
en als ie straks weer onder
de douche staat
is z’n zakie weer zoek.
7.
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van zuiver blauw bloed.
Omda’k ook nog een blanke man ben
doe’k ’t tegenwoordig nooit goed.
Daar ‘k ‘t meest hou van
Oranje
zegt u da’k discrimineer!
Maar noem je me een racist,
dan kan je
me de boom in, meneer.
8.
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, uw CEO.
Ik heb twee graaierige klauwen,
’n dure lease-auto.
In goed overleg
met allen
bouw ik aan mijn monument.
En dreigt de zaak weer eens om
te vallen,
dan ontvlood ik reeds de tent.
9.
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, illegaal immigrant.
De Staten wilden me niet houwen
ik kom uit ’n veilig land.
Dat werd op den duur
bed, bad, brood,
jarenlang van brug naar stoep.
Mijn advocaat zegt: “Al ga
je hier dood,
’k ga voor jou in beroep.”
En tot slot het origineel:
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prinse van
Oranje
ben ik, vrij, onverveerd,
den Koning van
Hispanje
heb ik altijd geëerd.