In Nigeria wordt tegen de twee miljard euro aan kip binnengesmokkeld.
Die uitspraak liet voorzitter Ayoola Oduntan van de Poultry Association of Nigeria zich onlangs ontvallen. Het was tijdens een forum in de aanloop naar de National Poultry Show eind november, waar ook Nederlandse bedrijven op het programma stonden.
Het illegaal binnensmokkelen van voedsel naar Nigeria is onontkoombaar. Het land draaide de afgelopen decennia volledig op de olie-inkomsten. Met het kelderen van de olieprijzen twee jaar terug raakte het land financieel in een vrije val.
Natuurlijk is het economisch gezien een slechte keuze om je land volledig te laten draaien op één sector. Maar oliedollars zijn een makkelijke inkomstenbron en de corrupte overheidsdienaren waren vooral bezig zoveel mogelijk van die dollars in hun eigen broekzakken te steken.
Gevolg: de grootschalige landbouwexporten uit de jaren zestig zijn verdwenen. Sterker nog: de hele landbouw is verkwanseld. Pas nu de oliedollars opdrogen wordt het land wakker en ziet dat de voedselimporten wel erg veel dollars kosten.
Zonder oliedollars voor voedselimporten, moet de Nigeriaanse overheid het beleid wel over een andere boeg gooien. Eind vorig jaar werd een ban ingevoerd op bijna 700 consumentenproducten.
De importstop bespaart het land direct een hoop importdollars en het geeft de landbouw een impuls om zich te ontwikkelen. Goed bedacht. Maar ontwikkelen doe je niet van vandaag op morgen. Terwijl er vandaag wel gegeten moet worden.
Dus wordt er gesmokkeld. De overheid is alle controle kwijt, zodat zelfs kipproducten met schadelijke chemicaliën het land binnenkomen, waarschuwt Oduntan.
Hij raadt de overheid aan om twee miljard euro te besteden aan het ontwikkelen van de landbouw. Maar ja: het land is ronduit failliet. Dus wordt de hoop gevestigd op buitenlandse investeerders.
Hulp en handel dus, zoals Ploumen dat beoogt. Nigeria pakt het slim aan en legt in het eigen beleid vast dat in de eerste plaats de eigen lokale bevolking profijt trekt van de handel. En niet de internationale investeerders.
Investeerders zullen volgens de geldende Nigeriaanse wetgeving in eerste instantie moeten investeren in de ontwikkeling van de lokale boerengemeenschappen. Grootschalige landroof is niet toegestaan; investeringen moeten direct ten goede komen aan de ontwikkeling van de lokale boer.
Wie dat slim aanpakt door te beginnen met bijvoorbeeld een regionale voerfabriek, zoals we die in Nederland enkele decennia terug ook kenden, investeert direct in de lokale economie. Zo’n investeerder werkt aan de voedselzekerheid. En tegelijkertijd kan hij flink geld verdienen. Ploumen lijkt hier toch gelijk te krijgen: hulp en handel gaan hier prima samen.
Het enige dat deze ontwikkeling in de weg kan staan is corruptie. Maar de aanpak van corruptie is nu net het belangrijkste speerpunt in het beleid van president Buhari.
© Marc van der Sterren