Nostalgie en pijnlijke herinneringen

In de jaren negentig ontvluchtten veel Irakezen hun land. Een deel van hen kwam terecht in Nederland. Naarmate de jaren verstrijken, worstelen sommige Irakese Nederlanders met de vraag of ze kunnen en willen terugkeren naar Irak, of dat hun toekomst definitief in Nederland ligt. Entisar El Ghareeb, zelf Irakees, sprak met twee landgenoten over hun worsteling. 

Veel verhalen die Irakese Nederlanders elkaar vertellen zijn nostalgisch en gaan gepaard met pijnlijke herinneringen aan de vlucht en verdrijving uit Irak, en aan het verlies van familieleden en goede vrienden. Het leven in ballingschap wordt beheerst door het verlangen naar een weerzien met Irak, maar ook door het opbouwen van een nieuw bestaan in den vreemde en het herontdekken van de eigen Iraakse identiteit.

Geen hoop meer

Ali M. (58) is ruim twintig jaar in Nederland. Hij is afkomstig uit Bagdad en is opgeleid als econoom. In zijn familie bezit bijna iedereen een academische titel. Zijn stem is zacht, zijn toon lijkt hopeloos. Hij klinkt alsof hij een geheim bij zich draagt, alsof hij bang is voor iets dat nog in de toekomst ligt. Het weerhoudt hem ervan om terug te gaan naar Irak. Hij spreekt Nederlands met enige moeite. Ali is verdrietig over alles wat hij heeft meegemaakt.

‘In Bagdad werkte ik als winkeleigenaar in de Alsaray-markt, in het centrum van de stad. Toen ik eind 1999 naar Nederland kwam was ik nog jong. De jaren zijn als een bliksemschicht voorbij gegaan. Ik kom uit een welgestelde familie, maar hier in Nederland heb ik nog steeds geen werk gevonden. Ik wil niet teruggaan naar Irak. De vernietiging die ik vroeger heb gezien raakt me nog steeds. Ik herinner me de vele milities, de militaire uniformen. Overal dreigde gevaar. De straten dicht bij ons in de buurt waren angstwekkend leeg en stil.

Er was een grote angst in de harten van de mensen. Vrijheden werden ingeperkt. Ook nu is er nog een gebrek aan veiligheid. Ondanks de ondergang van het voormalige regime voelen velen zich nog onveilig. Ik verliet mijn familie en vrienden en ik kwam naar Nederland, alleen. Eerder verloor ik al vrienden tijdens de Eerste Iraaks-Iraanse oorlog en in de Tweede Golfoorlog. Ik heb geen hoop meer en geen toekomst om mezelf aan vast te houden.’

‘Ik wilde mijn gezin redden’

Joeli K. is een Koerdische vrouw van midden veertig. Ik ontmoet haar in een taalcentrum in Almere. Ze zou wel tientallen verhalen willen vertellen. Veelvuldig beschrijft ze de verschrikkingen, gebeurtenissen, conflicten, oorlogen en ervaringen uit haar verleden. In de loop van ons gesprek vloeien er tranen uit haar grote ogen.

‘In 1996 voelde ik me uit angst voor bombardementen gedwongen om samen met mijn ouders mijn geboortedorp Dohouk in Noord-Irak te verlaten. Aan de ene kant stonden Koerdische partijen, aan de andere kant het Iraakse regime. Bovendien kreeg Irak in dezelfde periode een economische blokkade opgelegd.

Ik was een jonge vrouw met kleine kinderen. Ik wilde mijn gezin redden van de dood. Onderweg trokken we drie dagen door een ruig berggebied, gevangen door sneeuw en regen, zonder voedsel en water. Mijn man vond ons later terug terwijl we sliepen op een veehouderij. Ik ben naar Nederland gekomen om te ontsnappen aan de verschrikkingen van deze oorlog.

Terugkeer naar Irak

In 2006 keerde ik samen met mijn man terug naar Dohouk. We dachten dat het leven daar gemakkelijker zou zijn geworden, Maar de wind had de schepen uit koers gedreven; we schrokken van de bittere werkelijkheid. We ondernamen vele pogingen om te overleven en een nieuw leven op te bouwen, maar we slaagden daar niet in. Ik werkte daar als taxichauffeur, om aan geld te komen en mijn kinderen van een fatsoenlijk bestaan te voorzien.

Er was veel chaos, bestuurlijke corruptie, gemiste kansen. Veel hoogbouw van glas en staal, winkels met buitenlandse merknamen, moderne auto’s. Een nieuwe, rijke klasse kwam op, ten koste van de armere bevolking. In 2019 besloot ik naar Nederland terug te keren. Mijn man wilde niet mee, waardoor ons gezin uiteenviel. Ik was bang dat mijn kinderen de Nederlandse taal zouden vergeten. Ik wilde hen een betere toekomst bieden. Veel Koerden overwegen om alsnog te emigreren. Maar de omstandigheden in Iraaks Koerdistan zijn minstens zo slecht als in andere delen van Irak.’

Om redenen van veiligheid en privacy kregen de ondervraagde personen gefingeerde namen.

Foto boven dit artikel: Marktkraam op bazaar in Erbil, Iraaks Koerdistan (2011). Credit: Adam Jones (via Flickr, CC BY 2.0)

Mijn gekozen waardering € -