Op het eind van de expositie ‘Silence out loud’, verschijnt er plotseling deze veelzeggende tekst op een glazen wand: ‘De verbeelding van de stilte is voor de makers en de toeschouwers soms een zegen. Soms een gesel en soms allebei tegelijk. Arcadië en hellekring. Oase en schrikbeeld. Tussen die twee uitersten, tussen geseling en zegening bewegen zich de verhalen over de indrukken en kijkervaringen die eraan ten grondslag liggen. Vrijwel al die ervaringen blijken te stoelen op die ene sensatie, dat ene verlangen dat telkens weer onstilbaar blijkt, het verlangen om er niet te zijn.’
Dat verlangen er niet te zijn heeft Joost Zwagerman ook vaak parten gespeeld en dat werd hem uiteindelijk fataal. Zwagerman liep al jaren rond met het idee om een expositie over de verbeelding van stilte te maken. Het moest een onontkoombare tentoonstelling worden, zijn Magnum opus.
Zwagerman: ‘een tentoonstelling waarin, in onze tijden van kakafonie en hoogtonigheid, de eeuwige waarde, en schrik niet, de eeuwige waarde van de stilte wordt verbeeld. De stilte waarover Mark Rothko ooit zei, toen hij werd geconfronteerd met de opmerking dat hij in zijn werk de stilte wilde herscheppen: ‘Silence is so accurate’.
Centrale vraag die Zwagerman zich stelt: Hoe kun je die stilte echt ervaren in een wereld waarin die steeds zeldzamer lijkt te worden?
Allesomvattende stilte
Bij het zien van deze expositie, valt er niet aan te ontkomen om je af te vragen wat stilte voor jouw zelf als bezoeker betekent. Er zijn zoveel soorten stiltes. Stilte voor de storm, een ongemakkelijke stilte, een geladen zware stilte, een ijzingwekkende stilte, stilte in de natuur, stilte in de kunst, stilte diep in jezelf. Een serene stilte. Zelf ervoer ik een zinvolle, allesomvattende kalme stilte, kort na het overlijden van mijn vader.
In de expositie zijn allerlei verbeeldingen van stiltes belicht. In grote witte vlakken van Jan Schoonhoven, in crucifixen van glas door Marc Mulders, een sobere Jezus aan het kruis van Marlene Dumas, door een magische All Stars van Harald Vlugt, in het surrealistische Nimbus van Berndnaut Smilde en een luchtig werk van Fiona Tan. Om een paar opmerkelijke werken te noemen.
Joost Zwagerman werd katholiek opgevoed, maar maakte zich daar later los van, ook al bleef het geloof hem wel bezighouden. Dat kun je ook terug zien in zijn gedicht Kunst, een onderdeel van deze buitengewone expositie. “Ik zet mijn kaarten al lang niet meer op God. (…) Mijn geloof deel ik met duizenden, selfmade godsvrucht puur ik uit Vermeer, de parel, het gezicht op Delft, uit Rembrandts zelfportret en de kleinste bosaardbei van Coorte. (…) Gods hand blijft leeg, door godsgelijke gloed geroerd, voed ik handen van de kunstenaars, waar al die goddelijkheid zich vol vuur in samenbalt, tot in het weefsel van hun palmen.“ Zwagerman vond zijn religie in kunst.
In ‘Silence out loud’ laat Zwagerman met name Moderne kunst zien van schilders uit Nederland en België. Volgens directeur Kees Wieringa van Kranenburgh, had Zwagerman met zijn voorstellen het museum wel vier keer kunnen vullen.
De stilte van het licht
Zwagermans fascinerende boek ‘De stilte van het licht’ is dan ook een welkome toevoeging bij deze tentoonstelling. Hierin brengt hij onder meer een ode aan de kunstenaar Mark Rothko: een glimp van de eeuwigheid, aan Hollands meest verstilde schilder Jan Mankes en aan de serene schilder Giorgio Morandi.
In een extra bijlage van De Groene Amsterdammer, te verkrijgen bij de kassa van het museum, staat een soort afscheidsgedicht van Joost Zwagerman, die ik het liefst wil herinneren als de bevlogen en gepassioneerde kunstliefhebber. De schrijver die zo goed kon bewonderen.
De schrijfster Jessica Durlacher, een goede vriendin van Zwagerman, eindigt haar prachtige tekst onder de kop ‘Bezielde Ontzieling’ met zijn ontroerende gedicht ‘Lief’.
Mijn lief, wees alsjeblieft,
heel lief voor mij, nu God
mij denkelijk heeft uitgewist.
Mijn lief, blijf alsjeblieft
Heel dicht bij mij.
Misschien word ik door God gemist.
Mijn lief, vertrouw ook nu op mij
Ik ben niet weg, God ademt mij
Mijn lief wees alsjeblieft heel lief
voor mij. Misschien heeft God
Zich in mijn dood vergist.