‘Hee Zvez. Je hebt me ontvriend. Wat is er aan de hand?’
Ik staar naar mijn telefoonscherm. Heb ik dat? Ja blijkbaar heb ik dat.
Bijna tien jaar geleden leerde ik Cecile kennen toen we samen op de redactie van een nieuw op te richten (inmiddels ter ziele gegane) gratis krant gingen werken. We gingen samen weleens naar concerten, films of lunchen met Ivo. Later werd ze kantoorgenoot van Jop bij Bureau Wibaut, het journalistencollectief aan de Amsterdamse Wibautstraat.
Dus Cecile was op de uitvaart van Mikki. Op dat moment was zij hoogzwanger. Ik geloof dat ik haar met d’r dikke buik flink knuffelde net voor de plechtigheid begon, maar zeker weten doe ik dit niet meer. Wel herinner ik me nog goed de opluchting toen we naderhand gingen borrelen in een nabijgelegen café. Bovenaan de bon na afloop stonden heel wat whisky’s.
Ik dronk voor het eerst weer een glas rode wijn en hoopte dat de zoogcompressen in mijn twee loeistrakke over elkaar heen gedragen sport-bh’s de ongevraagd druppelende melk wel zouden tegenhouden.
Cecile kwam naar me toe. Ik drukte haar op het hart dat ze zich niet bezwaard moest voelen vanwege haar buik. Dat ze wel goed op moest letten op de bewegingen van haar ongeboren kind en als ze ook maar iets niet vertrouwde, moest ze zich niet zomaar laten wegsturen door de verloskundige. Ze schoot vol.
Vasthouden
Een paar weken later sprak ik af voor een koffietje met Nathalie, een andere collega. Ze woonde in de buurt, was net bevallen van zoon Johnny. Nathalie vond het knap dat ik gewoon oké was om met haar en de baby af te spreken. Natuurlijk, knikte ik. Hoezo zou ik nu een hekel hebben aan baby’s?
Nathalie moest plassen: ‘Wil je Johnny even vasthouden?’ Ik knikte. Maar Johnny was zwaar, ik zat te hannesen hoe ik hem precies vast moest houden en voorzag al een huilbui. Niet alleen bij Johnny. Gelukkig, hij barstte niet in tranen uit en ik ook niet. Een bikkel was ik.
Ondertussen was Cecile enige tijd later bevallen van een dochter, Lisa. Ze vroeg Jop of ze het in de groepsapp van Wibaut mocht aankondigen of dat ze misschien beter aparte groep kon aanmaken. Jop vond een aparte groep fijner. Hoewel hij het haar gunde, zou hij de stroom gelukswensen toch slecht trekken, een dag voordat we de as van Mikki zouden ophalen bij het uitvaartcentrum.
We gingen niet op kraambezoek. Stuurden wel een kaart. Helemaal uitsluiten dat we op kraambezoek zouden gaan wilden we niet, maar wanneer? De dagen werden weken en de weken werden… ruim een jaar.
Van mijn voornemen om zo normaal mogelijk met zwangeren, kraamvrouwen en hun baby’s om te gaan, bleef niets over. Wanneer ik op social media foto’s van een bevriende dikke buik zag, kromp ik ineen. Zag ik er nog eens een babyfoto achteraan, dan was ik een halve dag van slag. Dus: blokkeer, verberg, ontvolg, ontvriend. Met een druk op de knop waren ze weg. Waarom zou ik dit mezelf aandoen? Superleuk voor hen, maar wij zitten hier met al die oudergevoelens waar we niets mee kunnen. De katten werden nog nooit zoveel en zo innig geknuffeld.
Drie maanden na Mikki’s geboorte waren we weer zwanger, maar rond elf weken klopte zijn of haar hartje al niet meer. De moed zakte ons in de schoenen. Wat als het nooit meer zou lukken? Ik was al 38.
Ik las een artikel van een ervaringsdeskundige over weer op kraambezoek gaan in de maanden nadat je zelf een doodgeboorte hebt gehad. De strekking: op een gegeven moment moet je er toch weer aan geloven. Moest ik misschien toch? De optie dat je jezelf voorlopig ook mocht ontzien, was er niet in opgenomen. Waarom uit beleefdheid naar iemand toe gaan, jezelf en die ander dat aandoen, als het je echt nog niet lukt om ermee om te gaan? De psych gaf me gelijk.
Zelfs toen ik zelf weer zwanger werd en de driemaandengrens passeerde, veranderde er weinig. Zolang ik geen levende pasgeborene in mijn armen had, had ik nog moeite met die van anderen.
Zelfbescherming
Ook Cecile heb ik er blijkbaar uitgegooid. Ik weet niet eens wanneer precies, niet welke foto of welk bericht me triggerde. Ik schrijf terug: ‘O, dat is al meer dan jaar geleden geweest. Babyfoto’s. Zelfbescherming. Je bent niet de enige, hoor.’
-’Maar je bent nog wel vrienden met anderen met kinderen en baby’s?’
‘Sommige kids zijn al ouder. Moeders met baby’s nog? Die heb ik dan waarschijnlijk al langer op hide staan.’
-Oké. Nou als er wat is, hoor ik het graag.’
‘Dan zou ik dat echt wel zeggen. Ik heb er destijds een zwikkie uitgegooid die babydingen besproken of foto’s deelden. Dus je bent in de bulk meegegaan, sorry.’
-’Nog een paar maanden. Zet ‘m op. Ik hoop dat alles goed gaat. Vind dat ontvrienden wel heftig. Je kunt mensen ook op onzichtbaar zetten.’
‘Ja. Ik wil best FB-vrienden zijn, maar dan zou ik je nu eerlijk gezegd nog op hide zetten. Als je dat ok vindt?’
-Haha!’
Een nanoseconde later zijn we weer Facebookvrienden, maar druk ik toch op hide.
Later die week krijg ik bericht van een oude vriendin Ilgin, die net voor Mikki van een zoon beviel en met wie ik alle contact de afgelopen anderhalf jaar heb afgehouden: ‘Danaaaaa! Is er al ruimte voor contact?’
Het duurt ruim een maand voor ik durf te reageren. ‘Wat lief dat je het vraagt. Ik weet het niet goed. Het is nog steeds ingewikkeld.’
De dag erop heb ik een uitgebreide mail terug: zijzelf krabbelt net weer een beetje op na een heftige postnatale depressie. Haar nichtje, met wie ze erg close is, kreeg een dochtertje dat zes dagen na de geboorte overleed. Dat intense verdriet maakte ze van dichtbij mee en ze snapt heel goed waarmee ik worstel: ‘Ik zie je nog steeds als vriendin, ook al hebben we elkaar nu lang niet gezien. Ik kan me voorstellen dat na de geboorte alles in een ander licht komt te staan. Dat je juist wel behoefte hebt aan jonge moeders om je heen en dat ik weer wat voor je kan betekenen.’
Wat ben ik toch een heks.
De hele serie teruglezen?
1: Gefriemel
2: Zombies
3: Anders onder controle
4: Doorgetrokken streep
5: Kompas
6: Kikker
7: Rugzakje
8: Polsbandje
9: Vaderrol
10: Rekensom
11: Redecho
Wat eraan vooraf ging: