Ook de herenhormonen doen moeilijk (maar er is een oplossing!)

Als het om hormoonproblemen bij vijftigplussers gaat, denken we meestal aan vrouwen en de overgang. Minder bekend is dat mannen ook hormoongedoe hebben. Uitgeblust op de bank en nergens meer zin in hebben. Ook tussen de lakens ligt het stil. Veel mannen overkomt het, maar menig huisarts doet het af als "burn-out". Hypogonadisme, oftewel een testosterontekort, wordt vaak niet herkend. Terwijl de gevolgen groot zijn, en behandeling simpel.

Bart (59): ‘Lusteloos, moe en uitgeblust. Dat was hoe ik me vier jaar geleden voelde. Ik zat voornamelijk op de bank, naar m’n telefoon te staren. Mijn vrouw ging na een paar maanden denken dat ik een ander had. In een jaar tijd was ik 10 kilo zwaarder geworden. Sporten deed ik nog, maar zonder dat ik er lol in had. Eigenlijk had ik nergens meer zin in. En aan seks moest ik al helemaal niet denken. Al met al was ik totaal mezelf niet meer. Mijn vrouw en ik dachten allebei dat ik een soort midlifecrisis had.’

De huisarts doet klachten testosterontekort vaak af als burn-out

Op aandringen van zijn echtgenote, ging Bart naar de huisarts. ‘De dokter wist dat ik jaren geleden was gescheiden en daarna enorm hard had gewerkt. Daarom dacht ze aanvankelijk aan een terugslag van die turbulente periode. Maar toen ze doorvroeg naar mijn klachten en toen ook hoorde dat ons seksuele leven op een nulpunt was beland, stuurde ze me door naar de uroloog. En die wist vrij snel wat er aan de hand was: een tekort aan het hormoon testosteron, oftewel mannelijk hypogonadisme.’

Het woord hypogonadisme komt van ‘hypo’ (een te lage spiegel) en ‘gonaden’: de hormoonproducent (de zaadballen bij de man, eierstokken bij de vrouw). Bij mannen betekent dit: een te lage testosteronwaarde. De fase waarin (stemmings)veranderingen bij mannen optreden, worden in de volksmond wel  ‘andropauze’, ‘penopauze’ of midlifecrisis genoemd– hierover straks meer. De vergelijking met de overgang bij vrouwen is al snel gemaakt. Maar Dr. Jack Beck, uroloog en medisch seksuoloog bij het Sint Antoniusziekenhuis in Nieuwegein legt uit waarom die vergelijking niet klopt. ‘Vooropgesteld: andropauze of andere benamingen zijn niet-wetenschappelijke termen, dus ik spreek over testosterontekort. Het verschil tussen hormoontekort bij mannen en vrouwen is dat het in de overgang heel plotseling kan optreden. Bij vrouwen neemt in die periode vruchtbaarheid af. De testosteronafname bij mannen begint sowieso veel eerder (al vanaf een jaar of 25), maar die gaat wel heel geleidelijk. Het kan tientallen jaren duren voor ze er echt last van krijgen. Belangrijk is bovendien dat de mannelijke vruchtbaarheid in deze fase niet afneemt.’

Van minder spiermassa tot geen zin in seks

Maar wanneer moet je als man nou denken: héé, misschien heb ik wel een laag testosterongehalte? En wat is precies ‘laag’? Er zijn diverse lichamelijke, geestelijke en seksuele symptomen, zoals: minder spiermassa, vermoeidheid, concentratieproblemen, libidoverlies (minder zin in seks) en erectieproblemen. ‘Vaak hoor ik ook dat patiënten “niet meer kunnen meekomen” op kantoor. Ze zijn trager, het werk gaat te snel, en ze verliezen hun zelfvertrouwen,’ vertelt uroloog Jack Beck. ‘En heel typerend is haarverlies. Niet op het hoofd, maar minder haargroei op de bovenbenen bijvoorbeeld, onder de oksels of in het gezicht. Ook onder de navel kan het verdwijnen, terwijl het schaamhaar wel gewoon aanwezig blijft. Niet iedereen heeft dat overigens.’ Andere vervelende symptomen zijn borstvorming, botontkalking en toename van (buik)vet, zoals Bart ook had. Net als vrouwen kunnen deze mannen bovendien opvliegers krijgen. Als het goed is, gaat de huisarts of uroloog bij dit soort klachten een bloedtest doen om het testosterongehalte te meten. In Europa geldt de afspraak dat een ‘normaal’ testosteron betekent: 12 nmol/L. Bij Bart bleek het bijzonder laag te zijn: 2,3. ‘Ongeveer een vijfde van wat normaal is!’ roept hij uit. ‘Geen wonder dus dat ik me zo lamlendig voelde.’

Testosterondeficiëntie komt bij zo’n 8 procent van de mannen van boven de 40 voor, en bij ongeveer 20 procent boven de 60 jaar

‘Midlifecrisis’ is iets sociaalpsychologisch

Dat Bart en zijn vrouw aanvankelijk aan een midlifecrisis dachten, is begrijpelijk. Want maar al te vaak wordt lacherig gesuggereerd dat ongelukkige mannen rond de 50 ‘vast een midlife’ hebben. ‘Kijk maar uit dat ‘ie geen motor aanschaft of er met die mooie secretaresse vandoor gaat,’ volgt er menigmaal nog waarschuwend. Dat die zogenoemde midlifecrisis een hormoonkwestie betreft, veegt uroloog Jack Beck van tafel. ‘Natuurlijk zijn er mannen die ontevreden worden over hun leven, en uit het niets een snelle sportauto aanschaffen of zich storten in buitenechtelijke affaires. Maar meestal hebben zij juist geen hormoonprobleem, want de zin in seks is er vaak wel.’ Beck beschouwt dit meer als een sociaalpsychologisch issue. ‘Deze vijftigers komen bijvoorbeeld tot de conclusie dat ze verkeerde beslissingen hebben genomen in hun leven, en gooien het roer misschien radicaal om. Maar zij hebben meer aan een psycholoog of levenscoach, dan aan het medisch advies van een uroloog.’

Twee voorwaarden voor behandeling

Wie wel een testosterontekort heeft, heeft baat bij behandeling. Maar voordat we nu tekorten gaan aanvullen, eerst iets over de diagnose. Hoe wordt die gesteld? Kort door de bocht: op basis van de klachten besluit de huisarts het testosteron te meten door vóór 10 uur ’s ochtends (vanwege het dag-nachtritme van hormonen) bloed te prikken. Is de hoeveelheid testosteron niet op peil, dan volgt nog een meting of doorverwijzing naar de uroloog. Dr. Jack Beck benadrukt dat er twee voorwaarden zijn voor (medische) behandeling. ‘Iemand moet echt klachten hebben én er moet sprake zijn van een te laag testosteron. Dus die combinatie.’ Hij bedoelt maar: de dokter geeft niet een snufje testosteron om te kijken of dat misschien een seksueel probleem oplost. Is dus het testosteron laag én zijn er klachten, dan volgt er eerst een lifestyle-advies. ‘Deze patiënten zijn vaak te zwaar. Bij zo’n 15 procent gewichtsverlies, winnen ze ongeveer 5 tot 6 punten testosteron. Verder kunnen ze beter geen alcohol te drinken voor het slapen gaan want dat remt de aanmaak van testosteron die juist ’s nachts wordt gestimuleerd.’ Helpt dit niet genoeg, dan is het reden voor testosterontherapie. Medicijnen zijn er in de vorm van gel, pillen of injectie [zie kader]. Gel of tabletten zijn een kwestie van dagelijks aanbrengen of innemen. Injecties worden om de 10, 12 weken toegediend, en geven de meest stabiele bloedspiegel.

Alles onder controle

Bart krijgt inmiddels bijna vijf jaar injecties. ‘Het begon met een prik per 10 weken, maar later bleek dat ik beter geholpen was met een injectie per 6 weken. Ik word in de huisartspraktijk geprikt, en de uroloog checkt elk half jaar het bloed op bijwerkingen en controleert op eventuele prostaatproblemen.’ Al vrij snel ging er een wereld voor Bart open. ‘Binnen drie dagen voelde ik effect. Ik kreeg meer pit, was energieker en ik had weer zin in het leven. Ook ging ik gewoon met plezier aan het werk en naar de sportschool, en mijn gewicht kreeg ik weer onder controle.’ Ook zijn vrouw was blij. ‘Dat we er samen goed over konden praten, is de redding van onze relatie geweest. Daardoor snapte zij dat ik er niets aan kon doen. En sinds ik behandeld word, heeft zij haar leven met mij weer terug. Ook op seksueel gebied. En dat is heel prettig voor ons allebei.’

Hoe komt het?

Bij hypogonadisme wordt onderscheid gemaakt:

*Primair: het probleem zit in de teelballen. Soms kunnen die door een ontsteking, bestraling of bepaalde medicijnen ‘uitgeput’ raken en geen testosteron meer aanmaken. Ook overgewicht of suikerziekte kan hiervoor de reden zijn.

* Secundair: het probleem komt vanuit de hersenen. Die geven geen signalen meer door aan de teelbal om testosteron aan te maken. Soms is dit aangeboren, maar het kan ook ontstaan na een hersentumor of -trauma, bestraling, ondervoeding en bij langdurige gebruik van zware pijnstillers (opiaten) en prednison.

Extra risico

Wat zijn risicofactoren voor een testosterontekort?

lange tijd gebruik van zware pijnmedicatie (opiaten) en corticosteroïden (zoals prednison)
diabetes type 2
overgewicht
hoge bloeddruk
hoog cholesterol

Een combinatie van 2 t/m 5 heet het ‘metabool syndroom’. Dat vormt nog een extra risicofactor. Wie dit heeft, lijdt namelijk ook vaak aan hypogonadisme. Iets om goed in de gaten te houden, want uit studies blijkt al dat er een relatie is tussen een te laag testosteron en een kortere levensverwachting, maar helemaal als er ook sprake is van metabool syndroom.

Testosterontekort aanvullen, hoe?

Medische behandeling van hypogonadisme kan met:

Testosteron-gel op de onbehaarde huid, eenmaal daags. Geeft goede bloedspiegel.
Tabletten, tweemaal Deze geven helaas een onvoorspelbare opname in het maagdarmstelsel en daardoor een wisselend resultaat.
Injecties; elke 2 tot 3 maanden. Geeft een stabiel resultaat.

Deze medicijnen zijn niet geschikt voor mannen met een kinderwens, met borst- of prostaatkanker in het verleden, en bij leverfunctiestoornissen.

Wat doet testosterontherapie?

Het aanvullen van een hormonaal stofje kan veel doen in een mannenlichaam. Het werkt bijvoorbeeld gunstig op:

verschillende seksuele functies
spiermassa
lichaamsgewicht en buikomvang
mild depressieve symptomen
botdichtheid

(Bron: Urologiespecial 2020)

Wat is dan wél een midlifecrisis?

Of er nou wel of geen testosterontekort is, er kan bij mannen natuurlijk wel degelijk een midlifecrisis ontstaan. Hier rust een taboe op, terwijl 25 procent van de mannen het meemaakt volgens therapeut Aafke Dijkstra. Als Midlife Happiness Expert en Stress counselor is ze gespecialiseerd in deze lastige levensfase.

In haar boek ‘In 10 stappen je midlifecrisis de baas’ beschrijft ze de 5 fases ervan.

Ontkenning van de midlifecrisis.

Eigenlijk een ontkenning van het ouder worden en van de veranderingen in het leven. De partner merkt hier nog weinig van.

Boos op alles en iedereen.

De man voelt zich tekort gedaan door het leven en voelt zich gevangen in een fuik. De partner krijgt hier last van.

De ‘uitleeffase’.

De man wil weg van alles, ‘nu kan het nog!’ Hij koopt een imposante auto, draagt een jeugdige outfit en een duur luchtje. En als de gelegenheid zich voordoet, belandt hij mogelijk ‘ineens’ in een heuse affaire.

Depressieve gedachten.

De ontkenning, boosheid en nieuwe outfit zijn passé, en de partner dreigt mogelijk met een scheiding vanwege die buitenechtelijke relatie. De man gaat piekeren, slaapt slecht en krijgt depressieve gevoelens. Hij overweegt hulp in te roepen.

Acceptatie van de midlifecrisis.

Fase 1 t/m 4 zijn – al dan niet met hulp – achter de rug en de man heeft nagedacht. Er lijkt nu licht aan het eind van de tunnel en het besef dat het verleden niet te veranderen is, maar dat voor de toekomst nog van alles mogelijk is.

Boek: In 10 stappen je midlifecrisis de baas – Aafke Dijkstra (2020, uitgeverij www.expertboek.nl)

Bronnen: www.sicandsex.nl

Met dank aan: Dr. Jack Beck, uroloog en medisch seksuoloog, Sint Antoniusziekenhuis Nieuwegein

Mijn gekozen waardering € -