Nijmegen kan trots zijn op haar status van green capital 2018.Dat vindt Europarlementariër Bas Eickhout (GroenLinks), die graag Juncker wil opvolgen als chef van de Europese Commissie. Eickhout kent Nijmegen uit zijn studententijd. Hij vindt het prachtig dat de Waalstad een jaar lang mag dienen als voorbeeld voor verduurzaming en vergroening. Oost-Nederland krijgt vanaf woensdag drie dagen lang vier leden van de Milieucommissie van het Europees Parlement op bezoek en ze gaan ook onder anderen naar Arnhem, Duiven, Nijmegen, Eerbeek, Twente, Deventer en de Betuwe. Het gaat om de Nederlanders Bas Eickhout (GroenLinks) en Annie Schreijer-Pierik (CDA) en de Italiaanse Elena Gentile (S&D/daar zit ook de PvdA in) en de Duitse Renate Sommer (EVP/CDU).
Eickhout: “Ik denk dat de Nijmegenaar zelf nog onvoldoende realiseert dat er veel in Nijmegen gebeurt, wat bijzonder is en als voorbeeld kan dienen voor veel andere steden in Europa. Dit bezoek van het Europarlement laat zien dat het bijzondere van Nijmegen internationaal opvalt. Ik zelf kijk het meest uit naar het textielsorteringscentrum in Deventer en het bezoek aan Eerbeek waar het Smart Packaging Solutions zit. Dit zijn prachtige voorbeelden waar de circulaire economie al in praktijk werkt en hoe we onze toekomstige economie kunnen bouwen met veel minder verspilling van grondstoffen. Maar onderschat niet hoe bijzonder voor Europarlementariërs het Ruimte voor de rivier-project in Lent is: hoe wij ruimte bieden aan rivieren om voorbereid te zijn op toekomstige overstromingen, is echt iets om trots op te zijn. Ik weet zeker dat Europarlementariërs uit andere landen hier met veel jaloezie naar zullen kijken.”
Europarlementariërs willen praktijk zien
CDA-Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik – afkomstig uit Twente – looft de verscheidenheid van Oost-Nederland. ”Veel van deze projecten zijn een inspiratiebron voor ons werk in het Europees Parlement. Wij willen zien hoe de uitvoering is van de Europese besluiten. Want vergis je niet: Europa gaat over heel veel regels voor milieu, energie en natuur. Van de vijf CDA-Europarlementsleden ben ik degene die gaat over zaken als milieu, afval, klimaat, maar ook over de regels voor landbouw en platteland. Ik zie altijd graag de praktijk, spreek met de mensen die de effecten zelf meemaken. Want theorie en de modellen geven niet altijd een volledig beeld.”
Kennis in regio over Europa beperkt
Tegelijk is de kennis van het werk van het Europees Parlement in de regio zeer
beperkt, realiseert Schreijer-Pierik zich. “Een man in mijn buurt werkt bij Alliander in Duiven en had gehoord dat ik bij zijn bedrijf op bezoek kom. Maar hem was gezegd dat het geheim moest blijven. Helemaal niet waar! Mijn werkbezoeken zijn altijd openbaar, iedereen mag het weten. Ik ben er gelukkig vaak, zoals met pluimveehouders in de Betuwe of voor afdelingen van Vrouwen van Nu. Altijd gezellig en waardevol.”
Volgens haar is het bezoek ook bedoeld om het oosten van Nederland in het buitenland te promoten. “Andere landen zijn soms nog geen 20 procent zo ver op deze terreinen als Nederland. Bijvoorbeeld in Polen wordt het meeste afval nog gestort en verbrand – dat land heeft nog heel wat in te halen naar hergebruik van grondstoffen. Mooi dat de regio Arnhem/Nijmegen/Betuwe/Duiven een stralend voorbeeld mag zijn voor andere regio’s in Europa.”
In Arnhem bezoekt de delegatie IPKW, een bedrijventerrein met duurzame bedrijven. Wethouder Cathelijne Bouwkamp is blij met het bezoek. Bouwkamp: “We laten ze graag zien dat Industriepark Kleefse Waard letterlijk een hotspot is als het gaat om energie en verduurzaming. Voorbeelden zoals het Clean Mobility Center en het waterstoftankstation bewijzen dat in Arnhem volop wordt gewerkt aan een schone duurzame toekomst. Dit soort initiatieven komen mede dankzij steun uit Europa tot stand. Hopelijk keren de Europarlementariërs terug als ware ambassadeurs voor onze regio waardoor we blijvend kunnen rekenen op hun steun in de vorm van subsidies en samenwerkingsprojecten met andere Europese steden. Want voorop staat, dat we in Arnhem blijven investeren om onze ambitie om koploper te zijn, als het gaat om verduurzaming waar te kunnen maken op het gebied van klimaat en energie/duurzaamheid. En daarbij kunnen we alle steun gebruiken. Voor deze grote opgave hebben we elkaar allemaal nodig.”