Een groepje mannen in Satudarah-jacks staat voor het Molukse trefcentrum in Tilburg-West. De straat staat vol met auto’s – praktischer dan de motor. Het schudden van handen gaat met een ferme klap in de lucht: wie binnenkomt begroet alle ruim zestig ‘broeders’, degenen met de hoogste rang eerst. Ze staan aan hangtafels, of zitten op de bank en kijken op een groot scherm de wedstrijd van de avond. De ‘full-members’ drinken Jupiler. Wie die status nog niet heeft, mag geen alcohol, en moet de hele avond blijven staan.
Tilburg werkt niet mee aan een permanent clubhuis voor de van oorsprong Molukse motorclub. Vandaar dat de clubavond in dit wijkcentrum plaatsvindt. Hun clubkleding mogen ze hier dragen. In de binnenstad is dat na 22.00 uur verboden, op last van burgemeester Peter Noordanus.
Motorclubs staan in een kwaad daglicht. Van de leden van alle outlaw motorclubs heeft 80 procent een strafblad, zo meldde het Openbaar Ministerie eerder, op basis van een eigen steekproef. Deze week werd in Noord-Holland een Tilburgse Satudarah opgepakt omdat hij betrokken zou zijn bij een drugslab.
Als ik geld zou krijgen van jongens met criminele activiteiten, zat ik allang in een huis met zwembad
'Waarom wordt er altijd bij gezegd dat iemand lid van ons is, als een individueel lid zich misdraagt?', vraagt kapikane (‘aanvoerder’) Xanterra Manuhutu. 'Dat is stemmingmakerij. Het klopt dat we een organisatie zijn met aantal leden met een criminele achtergrond. Dat steek ik niet onder stoelen of banken. Maar we zijn geen criminele organisatie. Als ik het geld zou krijgen van al die jongens met criminele activiteiten, zat ik allang in een huis met een zwembad in het buitenland.'
Damage control
Tilburger Manuhutu zit in het internationale bestuur van Satudarah. Hij praat zittend op het biljart, zijn ogen zoeken druk naar begrip. De kapikane is bezorgd over het imago van de club. 'Wij zijn echt wel bezig met damage control', zegt hij. Wie misbruik maakt van zijn Satudarah-lidmaatschap, bijvoorbeeld door in het uitgaansleven in clubkleding de rij voorbij te lopen, wordt voortaan uit de club gegooid.
Waarom criminelen dan niet? 'Criminaliteit heeft niets te maken met het lidmaatschap', vindt Manuhutu. Wat een lid buiten de club doet, is privé. 'Als iemand al door justitie gestraft is, waarom zou ik dan nog extra straffen door iemand uit de club te gooien?' Hoeveel leden een strafblad hebben, weet Manuhutu niet. Maar 80 procent lijkt hem ‘overtrokken’. Zelf wordt hij verdacht van witwassen, vertelt hij. 'Verder heb ik geen strafblad. Misschien op een enkele mishandeling na.'
Geen strafblad, misschien op een enkele mishandeling na
Een andere Molukse kapikane zit tussen twee jongere jongens aan een hangtafel, en eet bami van een plastic bord. Hij laat de jongens het woord doen, en voegt af en toe iets toe, terwijl hij boven de tafel gebaart met zijn plastic vork. Een Nederlandse jongen van in de twintig, met een vlassig baardje, heeft net eten voor hem gehaald. 'Sambal, kapikane?', vraagt hij. En weg is hij weer, om een pot te halen.
Problemen op het werk
'Mijn kindje komt natuurlijk op één. Maar de club komt daarna', zegt de jongen, die zich ‘Frits’ laat noemen. 'Je vrouw kan je verlaten. Maar je broeders verlaten je nooit. Snap-te?', vraagt hij in het Tilburgs. Met zijn echte naam wil hij niet in de krant. Naar hem loopt een justitieel onderzoek, en naar de kapikane ook. 'Een geweldsincident, dat op straat al was uitgepraat', zegt de kapikane bitter. 'Maar het past in het beeld dat ze van ons aan het maken zijn.' Ook anderen willen niet als Satudarah in de krant, uit vrees voor problemen op hun werk.
Een man met een Zuid-Hollandse tongval en grijs baardje is ‘prospect’. Als toekomstig lid staat hij onder Frits, die hij straks naar huis mag brengen. 'Je moet 24 uur per dag, zeven dagen per week voor je medebroeders klaarstaan. Toiletten schoonmaken, leiders wegbrengen, zorgen dat de full-members goed verzorgd zijn', vertelt hij. Zijn vrouw steunt hem in zijn streven om lid te worden, zegt hij. Wat hem zo aanspreekt aan de club? 'Satudarah zorgen voor elkaar. Dat ging in mijn familie vroeger niet zo.'
Dit artikel verscheen eerder in Trouw.