‘Het contact is meer doodgebloed dan verbroken… Na de laatste keet dat ik bij haar was, heb ik geen contact meer opgenomen. Ik reageerde ook niet meer op haar mails en appjes. Dat klinkt hard, maar ik voelde zoveel weerstand. Ik kon het niet meer opbrengen. Na verloop van tijd hield ze op met contact zoeken. Sindsdien is het stil tussen ons.
De laatste keer dat ik haar gezien heb, was bij haar thuis in Frankrijk. Ze woont daar sinds tien jaar met haar nieuwe man. Ze had mij en de kinderen uitgenodigd voor kerst en nieuw jaar. We hadden toen al weinig contact en ik waardeerde de uitnodiging. Op de een of andere manier dacht ik elke keer weer: misschien wordt het beter. Misschien wordt het nu wel gezellig? Maar dat werd het niet. Ze had, zoals ik van haar gewend ben, vooral heel veel kritiek. Op mijn lichaam (moet je niet een paar kilo afvallen?), op mijn haar (dit kapsel staat je echt niet hoor), op het feit dat ik geen relatie had (je jaagt alle mannen weg) en op hoe ik met mijn kinderen omging (je moet veel strenger zijn, je verwent ze te veel).
Vooral haar kritiek op mijn moederschap, heb ik altijd heel moeilijk en pijnlijk gevonden. Vanaf de geboorte van mijn kinderen, doe ik volgens haar van alles fout. Ik gaf te lang borstvoeding, te weinig structuur, te laat naar bed, te veel kinderopvang… Ik was nog jong en probeerde mijn eigen weg te zoeken. Ik werd er ontzettend verdrietig en onzeker van al die kritiek. Ik weet nog dat ik een keer in de trein zat met mijn kinderen – ze waren toen drie en vijf – en een aardige dame van mijn moeders leeftijd tegenover ons zat. Ik las voor en we deden ‘ik zie ik zie wat jij niet ziet’. Toen ze uitstapte pakte ze mijn arm en zei dat ze me zo’n lieve moeder vond. Dat compliment kwam zo binnen! Mijn moeder had nog nooit zoiets tegen me gezegd. Ik kreeg er tranen van in mijn ogen. Het was alsof het universum mij liet weten: je doet het wél goed!’
Mijn hele leven ben ik onzeker geweest. Ik heb altijd aan mezelf getwijfeld. Wellicht zit het ook in mijn karakter, maar mijn moeders houding en opmerkingen hebben niet meegeholpen. Zo lang ik me herinner, was ze kritisch op alles wat ik deed. Haalde ik een zeven, dan vroeg ze waarom het geen acht was. Nam ik iets lekkers, dan was ik een vreetzak. Op mijn vriendinnen had ze altijd wat aan te merken en als iemand me een compliment gaf, zei ze dat diegene waarschijnlijk iets van me wilde. Mijn vriendinnen noemden mijn moeder als grapje de ‘boze stiefmoeder van Sneeuwitje’. Terugkijkend snap ik dat nu beter dan toen.
Door positieve feedback van vriendinnen, diverse therapieën, healing sessies en workshops op het gebied van persoonlijke groei, is mijn zelfvertrouwen de afgelopen jaren gegroeid. Ik heb een succesvol bedrijf en een liefdevolle relatie met mijn kinderen. Natuurlijk ben ik niet perfect en mijn kinderen zullen vast dingen op mij aan te merken hebben, maar in grote lijn doe ik helemaal zo slecht niet. Ik weet nu dat ik al die kritiek van mijn moeder niet verdien. Toen ik de laatste keer bij haar was, voelde ik het heel sterk. Ik wilde niet langer dat ze zo met mij omging. Onze relatie was negatief en het contact haalde mij naar beneden. Waarom zou ik er nog in investeren? Toen we afscheid namen op het vliegveld, kon ik haar bijna niet omhelzen, zo’n afkeer voelde ik. Eenmaal thuis heb ik haar niet meer gebeld en zij mij ook niet. Ze heeft me nog een paar keer gemaild om te vertellen hoe het met haar gaat. Mijn moeder vertelt vooral over zichzelf. Naar mij informeren, doet ze zelden. Ik heb niet gereageerd. Ik kon het niet opbrengen.
Een tijdje geleden heeft ze mijn broer een lange mail gestuurd. Hij heeft ook weinig contact met haar, maar wel meer dan ik. In die mail zei ze heel verdrietig te zijn om hoe wij haar behandelen en dat ze niet snapt waar ze het aan te danken heeft dat haar kinderen zo met haar omgaan. Ze had toch altijd haar best gedaan en was er altijd voor ons geweest… Ik snap dat dit is zoals zij het ziet. Mijn moeder buigt alle situaties en herinneringen naar zichzelf toe. In haar verhalen is zij altijd het middelpunt: de leukste, de beste, de zieligste, enzovoort. In haar ‘verhaal’ was een goede moeder die alles deed voor haar kinderen. Ik denk dat ze zelf ook echt gelooft dat het zo was. Maar mijn ervaring was anders.
Mijn moeder was een mooie, opvallende en charismatische vrouw. Ze was klassiek en jazz zangeres. Op feesten en verjaardagen, en zelfs op het schoolplein, stond ze altijd in het middelpunt van de aandacht. Ze trok dat ook naar zich toe. Ze praatte met iedereen, vertelde anekdotes en barstte vaak zomaar uit in gezang. Als ik met mijn moeder ergens ging lunchen, was ze continue in gesprek met de mensen aan tafeltjes naast ons. Ze haakte gewoon in en begon een verhaal te vertellen. Ik voelde me dan heel opgelaten en vond het gênant. Vervelend ook, want waarom had ze die aandacht nodig van vreemden? Waarom praatte ze niet met mij? Waarom vroeg ze nooit eens: hoe gaat het met jou? Wat heb jij vandaag gedaan? Die interesse in mij heeft ze nooit getoond. In mijn twintiger jaren heb ik veel gereisd in Azië en Zuid Amerika. Mijn moeder heeft nooit gevraagd naar wat ik heb meegemaakt of hoe ik het vond. Als ik terugkwam zei ze dat ik een lekker kleurtje had en daarna begon ze een verhaal over zichzelf.
Heel lang heb ik geprobeerd te accepteren dat het zo was. Ik heb allerlei strategieën geprobeerd. Ik heb een periode uit mezelf dingen verteld over mijn leven. Als zij het niet vroeg, dan moest ik het zelf maar vertellen… Maar keer op keer reageerde ze met een verhaal over zichzelf. Als ik vertelde dat ik in Machu Picchu was geweest en hoe gaaf en bijzonder dat was, reageerde zij met een verhaal over haar ervaring op de tafeltjesberg in Zuid Afrika en dat dát pas bijzonder was… Het leek wel een competitie. Haar verhaal moest altijd beter zijn dan het mijne.
Ik heb ook geprobeerd haar te zien als onzeker en dat ze daarom zoveel behoefte heeft aan aandacht en bevestiging. Want steeds in het middelpunt willen staan en horen dat je geweldig bent, komt volgens mij van een diep gevoel van onzekerheid. Maar ook die strategie hield ik niet lang vol. Ik bleef toch hopen op aandacht en interesse voor mij. Zoals ik het voel voor mijn kinderen. Ik ben benieuwd naar hun verhalen en wil graag weten wat ze van dingen vinden en hoe ze dingen ervaren. Sinds ik moeder ben, vind ik het alleen maar moeilijker om te accepteren hoe mijn moeder is en hoe oppervlakkig onze relatie. Maar het is wat het is. Zij is wie ze is. Ik voel me beter als ik afstand van haar heb. Ondertussen probeer ik mijn jeugd en de moeilijke gevoelens die ik had en heb voor mijn moeder, een plek te geven.
Mijn moeder is gescheiden van mijn vader toen wij nog heel jong waren. Ze zorgde alleen voor mij en mijn broer. Mijn vader heb ik nooit gekend en volgens mijn moeder was het ‘een zakkenwasser waar je niks aan hebt’. Er waren altijd mannen over de vloer, maar ik herinner me niet één specifieke of langdurige vriend. Pas toen wij de deur uit waren, is ze hertrouwd. Ik ken hem niet goed, maar van wat ik gezien heb, is het een goedzak en doet hij alles wat mijn moeder wil. Op de een of andere manier krijgt mijn moeder dat altijd gedaan van de mensen om haar heen. Ze commandeert de mensen om haar heen. Mijn broer en ik moesten vroeger precies doen wat zij wilde. Boodschappen, stofzuigen, de bedden opmaken, de was strijken, de ramen zemen… Meehelpen in het huishouden vind ik normaal, maar wij werden de hele zaterdag aan het werk gezet. Als kind baalde ik ervan, maar ik wist niet beter. Pas nu ik zelf moeder ben, zie ik hoe extreem het was.
In ons gezin draaide alles om mijn moeder. Ze is een diva, de koningin. Laatst las ik een artikel over narcisme, en hoewel ik geen psycholoog ben en geen diagnose kan stellen, herkende ik heel veel in de beschrijving van de narcistische moeder. Mijn moeder wil altijd de leukste, beste, origineelste en mooiste zijn. Of het grootste slachtoffer. Als mijn broer en ik tijdens het eten naar haar idee te lang zaten te praten, sloeg ze heel hard met haar hand op tafel en eiste de aandacht op. Dan zei ze letterlijk: wat denken jullie wel, mij negeren! Jullie hebben alles aan mij te danken en ik wil dat jullie nu even naar mijn verhaal luisteren!
De laatste keer dat ik bij haar was in Frankrijk, riep ze ook zoiets tegen mijn zoon toen hij enthousiast vertelde over de dierentuin waar we geweest waren. ‘Hou je mond’, riep ze, ‘ík ben aan het woord!’ Ineens kwamen alle herinneringen van vroeger weer boven. Hoe ze tegen ons deed aan tafel, en hoe ongemakkelijk ik me altijd bij haar voelde. Ik heb die herinneringen lang weggestopt. Ik schaamde me voor de sfeer bij ons thuis. Als ik bij vriendinnen kwam, waren de moeders heel anders. Die waren lief en vroegen hoe het was geweest op school en of we een kopje thee wilden. Mijn moeder vroeg zulke dingen nooit. Ik kan me niet herinneren dat ze mij ooit geknuffeld heeft.
Ik herinner me wel dat ze heel gemeen kon zijn. Ze heeft vaak gezegd dat ik lelijk was, dik en dom en dat ze zich voor me schaamde. Ze stuurde ons ook vaak naar onze kamer. Dan wilde ze rustig een film kijken en zaten mijn broer en ik vanaf zeven uur alleen op onze kamer. Volgens mijn broer was ze wel onaardiger tegen mij dan tegen hem. Hij denkt dat ze mij als rivaal zag. Rationeel snap ik dat maar toen – als onzekere puber – voelde ik me verschrikkelijk. Ik geloofde haar en vond mezelf echt lelijk en dik. Nog steeds vind ik het moeilijk om liefdevol naar mezelf te kijken.’
Op zijn zachtst gezegd is de relatie met mijn moeder altijd gecompliceerd geweest. Ze was mijn moeder en ik hoorde van haar te houden, maar eigenlijk wilde ik ver bij haar vandaan blijven. Ik vond haar niet lief, maar wilde wel heel graag haar goedkeuring. Met die dubbelzinnigheid heb ik jaren gestruggeld. Diezelfde struggle heb ik ervaren in relaties met mannen. Telkens weer koos ik mannen die mij – net als mijn moeder – bekritiseerden en naar beneden haalden. In therapie ben ik gaan inzien dat dit een patroon is uit mijn jeugd. Een ongezond patroon, dat voor mij vertrouwd voelt omdat ik ermee ben opgegroeid.
Sinds ik me hiervan bewust ben, probeer ik er van los te komen. Ik wil van mezelf houden zoals ik ben. En als ik weer een relatie krijg, wil ik dat hij ook van mij houdt zoals ik ben. Ik oefen elke dag met het geven van complimentjes aan mezelf. Ik doe het voor de spiegel en zeg hardop dat mijn haar leuk zit, of dat de lippenstift me goed staat. Gewoon kleine complimentjes om mezelf te boosten. Het klinkt misschien raar, maar het helpt echt. Het geeft me een positief gevoel over mezelf: ik mag er zijn. Dat gevoel heb ik nooit gekend.
Ik ben nu op de helft van mijn leven. Het voelt als een keerpunt. De tweede helft wil ik anders doen. Ik wil een positieve relatie met mezelf. Niet steeds zo streng en onzeker over alles. Ik weet niet of ik mijn moeder ooit meer ga zien. Dat laat ik liever open. Ik richt me nu op de relatie met mezelf. En daarin is geen plek meer voor negativiteit en kritiek. Ik heb afstand van mijn moeder genomen, uit liefde voor mezelf.’
Image by CryptoSkylark from Pixabay