Oproep aan Nederlandse musea: vergeet je collectie en al die digitale tools, focus je op het vertellen van verhalen

Een groter contrast tussen twee musea is niet mogelijk. Aan de ene kant het Tenement Museum in New York en aan de andere kant het nieuw geopende ANNO in Zwolle. Een museum dat verhalen verkoopt en een museum dat voorwerpen en digitale tools aanbiedt.

Wie naar New York gaat, bezoekt Ellis Island om te zien hoe de vele migranten uit Europa en Azië vroeger werden opgevangen. Wie wil weten hoe ze leefden na hun aankomst, gaat naar het Tenement Museum in Manhattan. Een bezoek aan het museum kan alleen met een rondleiding, welke 30 USD per persoon kost. Voor dat bedrag ga je samen met maximaal 14 andere bezoekers naar twee verschillende appartementen in een oud huurhuis. In het appartement zelf wordt het verhaal vertelt van een voormalige bewoner.

Per dag verzorgt het Tenement Museum meer dan 50 rondleidingen, waarvan een groot deel al vooraf is uitverkocht. Het museum heeft 12 verschillende rondleidingen die allemaal een andere tijdsperiode en thema uitlichten. In elke rondleiding wordt het verhaal van twee migrantenfamilies vertelt.

Een rondleiding bij Tenement Museum

De rondleiding wordt verzorgd door een educator. Deze neemt de bezoekers mee naar wat vroeger een tenementhouse is geweest. Dat is een huis van 5 etages met daarin ongeveer 10 appartementen. In het souterrain is ruimte voor een winkel of bar met daarachter een woning. De bewoners deelden de toiletten en wasruimte met elkaar, en ontmoetingen vonden vooral plaats in het trappenhuis of in de bar van hun gebouw.

Op het moment dat we binnenkomen in de hal van het woongebouw, komen we terecht in een donkere hal waar de inrichting nog precies zo is zoals in 1935. Je staat letterlijk en figuurlijk in geschiedenis. De educator vertelt vervolgens iets over het huis, de mensen die er woonden en beantwoord vragen. Daarna brengt ze ons naar één van de appartementen. In mijn geval naar dat van Natalie Gumpertz en haar dochters. Zij woonden op dit adres in de jaren 1880. Het appartement is ingericht als een stijlkamer, met meubels en objecten uit die periode. De gids laat ons eerst rustig rondkijken, ofwel kennismaken met het huis van deze bewoonster. Daarna nemen we plaats in de woonkamer en vertelt zij het verhaal van Natalie Gumpertz.

De educator illustreert haar verhaal met geplastificeerde kaarten van registratiekaarten, oude foto’s en nieuwsberichten. De geschiedenis wordt letterlijk tastbaar gemaakt, omdat we deze kaarten zelf kunnen bekijken en vasthouden.

De focus van haar verhaal ligt niet op feiten, maar op de tijdsperiode waarin deze familie leefde, wat er toen gebeurde en welk effect die gebeurtenissen hebben gehad op hun leven. Hoe gaat over de keuzes die dit gezin heeft gemaakt. Een  menselijk verhaal dat in bepaalde opzichten herkenbaar is met het leven van nu.

Natuurlijk had onze gids een QR-code waar we de informatie die ze met ons deelde, ook op onze telefoon konden bekijken, maar wij allemaal namen liever de geplastificeerde kaarten aan.

Daarna bezoeken we de gemeenschappelijke wasplaats en in het tweede appartement, dat van John and Caroline Schneider, leren we meer over hun leven als bareigenaar. En hoe deze bars een belangrijke functie hadden voor de migrantenfamilies die hulp of informatie zochten. Eenmaal buiten stellen we de laatste vragen en is het tijd om afscheid te nemen.

Die 30 USD is even slikken voor een rondleiding van één uur, maar gelijk na de rondleiding was het al duidelijk. Bij een volgend bezoek aan New York, ga ik nog een tour boeken bij dit verhalenmuseum. Ik wil kennismaken met andere families die naar New York zijn gekomen om een nieuw leven op te bouwen.

Foto: Tenement Museum New York

Bezoek aan ANNO Zwolle

Sinds kort kent Zwolle weer een stadsmuseum. In dit museum wil men de verhalen van Zwolle zichtbaar maken.

Ik bezoek het nieuwe museum vlak na haar opening eind mei 2022. Bij de start van mijn bezoek wordt een film over de geschiedenis van Zwolle getoond. Een film met mooie animaties en goede afwisseling tussen het historisch verhaal en de twee personages die reageren op dat verhaal. In dezelfde ruimte hangen ook allerlei historische voorwerpen. Op een beeldscherm dat ervoor staat, kun je een voorwerp selecteren voor meer informatie. Je leest dan wat voor voorwerp het is, uit welke periode het afkomstig is en waarvoor het gebruikt werd. Ofwel heel gedetailleerde beschrijvingen over het wat, wanneer, waar en hoe. Er lijkt geen thema te zijn of een chronologische volgorde in de voorwerpen die er hangen. Het is voor mij onduidelijk waarom juist deze voorwerpen zijn uitgekozen om tentoongesteld te worden.

In de ruimte waar je kan kijken naar het werk van restaurateurs is niemand aanwezig en het is ook onduidelijk wanneer er wel iets gaat plaatsvinden. Ook hier zijn weer veel voorwerpen in vitrines waarover je informatie kunt vinden via een touchscreen.

Op de eerste etage ga ik een ruimte binnen met twee grote schermen waar je een quiz kunt doen over familiegeschiedenis. Leuk, iets interactiefs! En ondanks dat ik een academische opleiding heb en wel iets weet van genealogie, begrijp ik de vragen nauwelijks. Teveel informatie in de vraag, een te ingewikkelde constructie van beeld en tekst, en te weinig verbinding met de persoon over wie ik gegevens moet opzoeken.

Maar goed, het voorgaande was niet het échte museum. Het verhaal van Zwolle en de Zwollenaren wordt vooral zichtbaar gemaakt in het Drostenhuis, een voormalig regentenhuis uit de 16de eeuw.

Voordat ik naar binnenga, krijg ik een tablet in mijn handen gedrukt. Ik ben bekend met QR-codes scannen en het bekijken van filmpjes, dus ik word enthousiast. Als ik de eerste kamer binnenga en keurig met mijn tablet de QR-code scan, verschijnt op het beeldscherm een jongeman. Maar om hem te kunnen zien, moet ik mijn tablet omhoog richten. Het blijkt een soort van virtual reality rondleiding te zijn. Alleen kan ik de video niet stoppen of snel doorgaan naar een ander onderwerp. Het is dus een digitale tour.

Ik laat de tablet voor wat het is en besluit in alle rust de verschillende panelen te bekijken. In elke kamer wordt een aantal Zwollenaren uitgelicht aan de hand van een thema, maar daar kom ik pas later achter, omdat het thema ergens in een hoekje staat geschreven. In de beschrijvingen van de personen zie ik het thema niet weer terugkomen. Verder zijn de muren in de oude kamers van het Drostenhuis leeg. Alleen in het midden van de kamer staan informatiepanelen en voorwerpen die je kunt bekijken. En ook nu weer kan ik alleen via een touchscreen iets over de personen lezen, en alleen aan de hand van een specifiek voorwerp.

Net als in het gratis gedeelte van ANNO, zie ik ook in het Drostenhuis een mooi ontworpen gebouw met inrichting, de informatiepanelen en vitrines zijn modern en speciaal voor het museum gemaakt. Men heeft ook duidelijk haar best gedaan om zoveel mogelijk technologie te gebruiken. Maar ik als bezoeker wil vooral verhalen over Zwolle zien, horen, ruiken en voelen. Ik wil kennismaken met die voor mij nog vaak onbekende Zwollenaren, maar aan het einde van mijn bezoek is dat niet gebeurd. Ik heb een mooie diversiteit aan mensen gezien, maar ze niet écht leren kennen.

Aan het einde van mijn bezoek weet ik dan ook dat ik niet snel zal terugkeren naar dit museum, ook al kost een entreekaartje maar 7,50 euro.

Foto: De Swollenaer

Verhalen versus technologie en voorwerpen

Het contrast tussen ANNO Zwolle en het New Yorkse Tenement Museum is groot. Daar waar in Zwolle de collectie en technologie leidend is, zijn dat in New York de verhalen. Aan de voorwerpen wordt tijdens de rondleiding maar weinig aandacht besteed. Zij dienen als illustratie en ondersteuning van het verhaal.

Bij ANNO zijn de voorwerpen leidend en worden daaromheen verhalen verteld. Omdat we al de hele dag op onze telefoon zitten, moeten ze hebben gedacht dat bezoekers graag touchscreens willen voor het bekijken van informatie. Maar ik ga juist naar een museum om dat niet te hoeven doen. Wel bekijk ik graag video’s waarin mensen hun verhaal vertellen of een conservator een toelichting geeft op het voorwerp waardoor ik anders naar dat voorwerp ga kijken.

Verhalen boeien, want wij mensen creëren onze wereld nog steeds op basis van verhalen. Het zijn de verhalen bij een voorwerp die er betekenis aangeven. En voor mij moet technologie vooral een middel zijn om die verhalen via beeld, geluid en licht nog beter tot haar recht te doen komen.

Dus musea van Nederland, laat je collectie los, vergeet even de technologie en begin met het vertellen van verhalen. Het liefst verhalen vertelt door échte mensen. Ik betaal er graag een beetje extra voor.

Mijn gekozen waardering € -

Schrijver en documentaire-maker van verhalen over de handelsgeschiedenis en internationale connecties in Overijssel,. Soms maak ik een uitstapje naar Nederlandse invloeden in het buitenland of andere historische verhalen over handel en internationale connecties.