Powermama’s – zo doen ze het

Ze hebben kinderen, een drukke baan én doen er van alles naast! Deze powermoeders draaien hun hand er niet voor om. Fatoş zorgt al jaren voor haar zieke vader, Albertine sport fanatiek en ondersteunt een tienermoeder, Ingrid werkt in de avonduren voor het Wildlife Filmfestival Rotterdam. Hoe krijgen ze het allemaal voor elkaar?

Ingrid (38) is getrouwd met Raymond (45) en moeder van twee dochters (3 en 5). Ze is advocaat en daarnaast bestuursvoorzitter van het Wildlife Film Festival Rotterdam.
Ingrid: ‘Officieel werk ik vier dagen, maar om alles af te krijgen werk ik vaak ’s avonds thuis door. Op het moment volg ik ook een specialisatieopleiding huurrecht, dus nu is het extra druk. De kinderen vinden het niet altijd leuk als ik weg ga. Dan leg ik uit dat ik moet werken. Ik vind het belangrijk om een geëmancipeerd rolmodel te zijn. Ik erger me aan kinderboeken waar de dokter standaard een man is en de verpleegkundige een vrouw. Ik lees nu Bedtijdverhalen voor rebelse meisjes voor aan de oudste – verhalen over inspirerende vrouwen. Ze is eigenlijk nog een beetje te jong maar ze vindt het geweldig!

Raymond werkt thuis en heeft logischerwijs meer tijd met de kinderen. Dat hij ze naar zwemles, hockey en dansles brengt, vind ik niet erg.  Ik heb veel tijd met ze: elke ochtend en elke avond, op mijn vrije dag en in het weekend. Ik heb nog nooit níet met ze gegeten. Ik vind dat belangrijk. We hebben gekozen om kinderen te krijgen, dus ik wil er ook voor ze zijn. De huishoudelijke taken hebben we redelijk gelijk verdeeld. Ik heb wel wat losgelaten qua norm en standaard. Het huis ziet er niet altijd uit zoals ik het zou willen. Ik accepteer dat, het kan nu eenmaal niet allemaal.

Toen Raymond acht jaar geleden met het plan voor het Wildlife Film Festival kwam, vond ik het meteen een goed idee. Ik verzorg de juridische zaken, de fondsaanvragen en de kaartverkoop. Het is veel werk, vooral rondom het festival ben ik er elke avond mee bezig. Maar ik doe het graag. WFFR is een fijne combinatie met mijn baan. De advocatuur is vrij ‘hard’ en zakelijk. WFFR gaat over de natuur en hoe wij ermee omgaan. De films die we vertonen maken echt impact. Ik heb jaren geleden de film Plastic Ocean gezien, over de gevolgen van wegwerpplastic en ik denk er nog steeds aan bij mijn keuzes tijdens het boodschappen doen. Het voelt goed om bij te dragen aan iets dat het bewustzijn vergroot op het gebeid van natuurbehoud. Vooral nu, het is zo belangrijk en actueel.

Op het moment is er weinig tijd voor ontspanning. Hoe ik het volhoud? Ik ga gewoon door. Als het écht heel druk is, boeken we een extra dag kinderopvang of komen onze ouders oppassen. ´s Avonds wandel ik regelmatig nog even een half uurtje in het groen en vandaag heb ik in de tuin gewerkt, daar geniet ik enorm van.

Dat het nu erg druk is, komt ook omdat de kinderen klein zijn. Ik zie het als een fase. Op deze leeftijd hebben ze veel zorg nodig en dat geeft wat meer gedoe. Ik pak mijn rust waar het kan. We gaan in de zomer altijd drie weken naar Drenthe en dan kan ik goed ontspannen. Het werk gaat op de achtergrond wel altijd door, maar dat geeft niks. In de advocatuur is die hoge werkdruk normaal. Het hoort erbij. Gelukkig vind ik mijn werk ontzettend leuk, dat scheelt!’

Meer info over het Wildlife Film Festival Rotterdam: wffr.nl

Albertine Scheltema Beduin (42) is getrouwd en moeder van twee kinderen op de basisschool. Ze werkt als psychiater, doet fanatiek aan Roller Derby en steunt met haar gezin een tienermoeder.
‘Het is druk, maar goed te doen. Ik werk vier dagen, waarvan twee tot drie uur zodat ik de kinderen uit school kan halen. Op maandag en vrijdag gaan ze naar de opvang en op woensdag heb ik vrij. Die ochtend gebruik ik voor praktische zaken zoals fysio, tandarts of kapper. Of ik lees een boek.

Mijn werk is best pittig qua mentale belasting. De verhalen die ik hoor zijn niet altijd even leuk… Sport is voor mij een belangrijke uitlaatklep. Het helpt me om lichamelijk én mentaal gezond te blijven. Ik doe vrij fanatiek aan Roller Derby, een soort rugby op rollerskates. Ik train drie keer per week twee uur, ’s avonds en in het weekend.  Wedstrijden zijn een paar keer per jaar, vaak in het buitenland. Ik ben een keer tijdens een familievakantie in Frankrijk op en neer naar München gevlogen voor een wedstrijd…  Ook ben ik af en toe  geblesseerd, dat is inherent aan Roller Derby. Ik heb mijn ellenboog gebroken, twee keer een hersenschudding en zit sowieso altijd onder de blauwe plekken.  Het klinkt gestoord, maar het is een mindset. De sport is zo extreem en uitdagend dat ik al het andere even vergeet.

Sinds kort zijn wij ook steungezin. Dat betekent dat wij als gezin gekoppeld zijn aan een gezin dat wat hulp kan gebruiken.   In ons geval gaat het om een alleenstaande tienermoeder en haar zoontje van vier maanden. Als zij vrijwilligerswerk doet op een manege, komt haar baby bij ons. Ik zag het voorbij komen op social media. Het is een leuke, laagdrempelige manier om iets te doen voor een ander!

Hoe ik het allemaal doe? Eén van de geheimen is mijn man. Hij draagt ruim bij in het huishouden. Hij doet op zaterdag de boodschappen, kookt meestal en zorgt voor de kinderen als ik er niet ben. Ik hoor soms van andere vrouwen dat hun partner  verwacht dat zij het hele huishouden runnen. Maar dit is de 21e eeuw, denk ik dan!? Het lijkt me rete-ongezellig als je zo´n ongelijkheid hebt in je relatie. Ik geloof in gelijkheid tussen man en vrouw. Wij doen het echt samen.

Ook heb ik gaandeweg geleerd wat ik nodig heb om het allemaal vol te houden. Tijdens mijn opleiding, met kleine kinderen, gebroken nachten, stages, examens en nachtdiensten, was het een periode too much. Sindsdien weet ik hoe belangrijk een goede nachtrust is voor mij. Als ik nu merk dat de stress te veel oploopt, ga ik op de rem. Dan laat ik een training schieten, schrap wat sociale afspraken en focus ik op goed slapen. Wij hebben een druk sociaal leven met veel vrienden, familie, borrels en etentjes. Beregezellig natuurlijk, maar tijdens corona merkte ik hoe fijn het is om af en toe wat meer rust te hebben. De focus op het gezin. Sowieso helpt het hebben van kinderen om de boel in balans te houden. Je houdt rekening met ze. Als ik thuis kom van mijn werk, zet ik mijn werktelefoon uit en de volgende dag gaat ie pas weer aan. Uiteindelijk is balans een kwestie van prioriteiten stellen.’

Fatoş Ipek-Demir (50) is getrouwd en moeder van twee tienerzoons . Ze werkt als zelfstandig projectmanager en zorgt daarnaast al 10 jaar voor haar zieke vader. ‘Tijdens mijn studie kreeg mijn moeder eierstokkanker. Later ging dit over naar haar longen en uiteindelijk is ze overleden aan een hersentumor. Mijn zoons zijn geboren tijdens haar ziekbed. Dat waren enorm drukke jaren. Ik had een fulltime job en zat ’s avonds met een kind aan de borst achter de computer. Toen mijn moeder overleed, kreeg mijn vader alzheimer. Sindsdien ontferm ik me over hem. Mijn vader had geen computer en geen smartphone. Ik moet letterlijk álles voor hem doen en uitzoeken. Als mantelzorger van een laaggeletterde, dementerende migrant heb je er een kind én een rol bij.

Ik ben een harde werker, zorgzaam en ambitieus. Ik denk dat het te maken heeft met mijn afkomst. Als Turks meisje op een witte school was ik altijd een vreemde eend in de bijt. Ook daarna, tijdens mijn opleiding, was ik weer het enige Turkse meisje. Altijd anders zijn, doet iets met je. Ik wilde laten zien dat ik er wél bij hoor en dat ik het kan. En dus deed ik extra hard mijn best en dat doe ik nog steeds.

Toch werd het te veel: de zorg voor mijn vader, het werk als leidinggevende, twee opgroeiende jongens… Ik was het ook zat om steeds te bedelen om begrip bij werkgevers. Vijf jaar geleden ben ik gestart als zzp-er. Ik heb een stichting opgericht voor oudere migranten, geef lezingen en trainingen op het gebied van cultuursensitieve zorg en blog over mijn ervaringen. Ik heb van mijn verdriet mijn werk gemaakt! Ik zet me in voor betere communicatie tussen overheid, instanties en migranten(ouderen); voor meer (h)erkenning voor de situatie van migrantenouderen in zijn algemeenheid en migranten mantelzorgers in het bijzonder.

Toch voel ik me geen powervrouw. Zeker niet sinds corona. Ik kon mijn vader een tijd lang niet bezoeken en liep tegen een muur van regels op bij het verzorgingshuis waar hij woont. Mantelzorgen is zwaar en eenzaam. Je zorgt en rouwt tegelijkertijd. Voor migrantenouderen komt daar nog bij dat de zorg vaak niet cultuursensitief is. Mijn vader kreeg bijvoorbeeld mosterdsoep met spekjes aangeboden, terwijl hij als moslim geen varkensvlees eet. Toen ik ernaar vroeg, zei de verzorgende: ‘dat proeft hij toch niet?’ Dat soort ongevoeligheid doet pijn. Ook heeft de omgeving vaak geen idee van de situatie van een mantelzorger. Mijn tip: vraag niet hoe het gaat, maar breng eens een pannetje soep. Wees écht empathisch.

Ik kan het volhouden door de steun van mijn gezin en vrienden. Ik heb een hele lieve, zorgzame vent die elke dag voor ons kookt en de pubers in het gareel houdt. Daarnaast pak ik waar mogelijk wat tijd voor mezelf met vrienden. Lekker uitwaaien op het strand om mijn hoofd leeg te maken. Verder is het vooral een kwestie van doorgaan. Ik kijk niet te ver vooruit. Ik maak me nu klaar voor het laatste stukje van papa. Hij is achteruit gegaan de laatste maanden. Ik zie uit naar rust voor mezelf, voor papa en voor mijn gezin.’

Voor meer info over het werk van Fatos lees je op fatosipek.nl  en omaz.nu 

 Foto: Ingrid, door annelore.nl

 

 

Mijn gekozen waardering € -

De artikelen van Anne verschenen eerder in tijdschriften en kranten waaronder Fabulous Mama, Viva, Margriet, Linda en NRC Next. Anne is cultureel antropoloog en eigenaar van Uitgeverij 11