Precies negentig jaar geleden waren Siem Heiden en Willem Kos de eerste Nederlandse schaatsers op de Winterspelen

In 1928 deed Nederland voor de eerste keer mee aan de Olympische Winterspelen. Er werden twee schaatsers gestuurd: Siem Heiden en Willem Kos - met achternamen die verwijzen naar latere schaatslegendes. Precies negentig jaar geleden legde dit duo de basis voor Nederland als Olympische grootmacht op het ijs.

Behalve twee schaatsers stuurde Nederland ook een bobsleeploeg. Voor een land dat in datzelfde jaar de Zomerspelen zou organiseren was dat wel een heel karige bijdrage, zo oordeelde de pers toen. Maar goed, zo was het nu eenmaal.

De weersomstandigheden in St. Moritz waren soms bizar met een maximumtemperatuur van bijna 25 graden! Ook het schaatsevenement kwam enkele malen in grote problemen vanwege de invallende dooi. Voor de ogen van de deelnemers veranderde de ijsvlakte in zwemwater.

Ik dank U beiden zeer voor wat U voor mijn land gedaan hebt!

De belangen van de geld-mannen

Dat was allemaal de schuld van de organisatoren, meende Sport in Beeld. Niet omdat die in staat waren het klimaat te beïnvloeden, maar door de Winterspelen pas laat in februari te organiseren. ‘Men stuit dan al terstond op de late data, waarop deze Olympische Winter-Spelen zijn georganiseerd. Mocht het waar zijn, dat deze verlating hare oorzaak vindt in den wil van de hotel-houders te St. Moritz, dan is hiermede de organisatie op slag en stoot veroordeeld.

De belangen van deze geld-mannen blijken dan te zijn voorgegaan bij de belangen van de, aan sport doende, amateurs. Het zou verbijsterend zijn. Inderdaad! In elk geval zijn de Spelen in 1924 te Chamonix beduidend vroeger gehouden, nl. van 25 Januari tot 5 Februari.’

Welkom in de commerciële wereld van de Olympische Spelen, zeggen we negentig jaar later.

13 februari 1928

Het weer zat daarom ook niet mee tijdens het Nederlandse schaatsdebuut op de Winterspelen. ‘Maandagavond,’ merkte tijdschrift De Corinthian op in zijn verslag. ‘De dag begon triest. Dikke sneeuwvlokken vallen uit de zwaar bewolkte lucht. De wereld is vandaag wel erg klein. Nauw ziet men de bergen rondom als spookachtige reuzen tusschen den witten neerslag uitkomen. Dat we in een sneeuwgebied zijn, merken we nu eerst recht. Schnee and kein Ende.’

De Nederlandse schaatsers pasten zich aan de sombere omstandigheden aan. ‘Steeds triester wordt mijn relaas, ami lecteur, want voor ons Hollanders verdonkerde zich de hemel steeds meer. Kos, onze blonde vertegenwoordiger uit het Hoog- Karspelsche, is in zijn race tegen den Canadees Gorman gevallen en uit den strijd geraakt. Onze andere man, Heiden, is geen uitgesproken sprinter en produceert een tijd van 49.9 sec. Tenslotte blijken er twee Olympische kampioenen te zijn, want én Thunberg én Evenson (Noorwegen) maken denzelfden tijd (43.4). En Holland is nergens.’

Vlak voor aanvang van de 5000 meter brak opeens de zon door. Het deed Kos en Heiden blijkbaar goed. ‘Vijf kilometer wordt verreden. En thans kunnen we de races van onze Hollanders waarmerken als de beste wintersport-prestatie ooit door één der onzen op internationale wedstrijden verricht: èn Heiden èn Kos hebben gewonnen en een keurige race volbracht. De sombere stemming van den morgen is totaal vergeten en alom kan men in het Nederlandsche kamp — en er zijn er wat — glundere gezichten constateeren. Hollands eer is gered, de buitenlanders gaan onze menschen waardeeren en meetellen. Het is een gulden dag voor Nederland in St. Moritz geworden.’

Prins Hendrik woonde deze wedstrijden bij –  de eerste keer dat een lid van het Nederlandse koningshuis de Olympische Spelen bezocht. Na afloop sprak hij met Kos.

“Wat dacht U wel onder het rijden?”

“Ja, Koninklijke Hoogheid, ‘k weet ‘t eigenlijk niet. Ik most winnen!”

“Nou er was maar weinig verschil, twee seconden.”

“Twee tiende.”

“Ja, ja. Och, ik heb mijn hart vastgehouden.”

Bij het afscheid sprak de prins nog één keer tot Kos en Heiden: “Ik dank U beiden zeer voor wat U voor mijn land gedaan hebt!”

Schaatslegendes

Het toeval wil dat de achternamen van de eerste twee olympische schaatsers uit Nederland verwijzen naar een nog verre toekomst. Eric Heiden won in 1980 vijf olympische titels, waar Johan Olav Koss in 1992 en 1994 vier keer goud en één keer zilver won. Dat is toeval – meer niet. Maar wel een leuk toeval.

Mijn gekozen waardering € -

Sporthistoricus. Auteur van de Bosatlas van het Nederlandse voetbal. De enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.