Protest tegen route 4 van Nicaraguakanaal

De route van het aan te leggen Nicaraguakanaal is onlangs bekend geworden. Gemeenschappen die er langs wonen maken zich op voor de strijd ertegen. De initiatiefnemers houden vol dat de aanleg in december 2014 begint.

Het ‘enige’ dat nog moet gebeuren, zo heeft de Chinese groep HKND, die het kanaal gaat aanleggen en exploiteren, is een milieustudie. Het klinkt als een routineklus, een hobbel, die nog even moet worden genomen voordat het echte werk kan beginnen. De bevolking van het gebied voelt zich door de plannenmakers genegeerd en ook natuur- en milieu-experts maken zich zorgen.

De uitverkoren route 4 loopt van de monding van de rivier de Brito bij het plaatsje Rivas via het Nicaraguameer naar het oosten en eindigt bij de monding van de rivier de Punta Gorda in de Atlantische Oceaan. Aan de Atlantische kant van het kanaal zou een meer moeten worden gecreëerd dat de watervoorziening van het kanaal reguleert, zoals voor het Panamakanaal het Gatúnmeer. Net als in het Panamakanaal zouden er aan de Pacifische en Atlantische kant van het Nicaraguakanaal sluizen moeten komen om de schepen op grotere hoogte te brengen als ze landinwaarts varen en weer op lager niveau te doen belanden als ze Nicaragua uitvaren.

Onrust

De bevolking die bezwaar maakt zijn indiaanse en zwarte gemeenschappen die in het gebied wonen en leven van wat de aarde, de rivieren en de zee hun geeft. Niet alleen het kanaal zelf zien ze als een bedreiging, ook de diepzeehavens, die aan het Pacifische en het Caribische uiteinde van het kanaal zijn gepland. Met name aan de Atlantische kust bestaat er onrust.

Verschillende gemeenschappen die in het gebied wonen zijn naar de Interamerikaanse Commissie voor de Mensenrechten gestapt omdat ze niet gehoord zijn over de plannen met betrekking tot het kanaal en omdat ze vrezen dat hun dorpen en leefwijze erdoor zullen worden aangetast, zo niet zullen verdwijnen.

Het gaat om de Rama en Kriol, de Creoolse Autoriteit van Bluefields, de Mískitu de Tasbapounie-indianen en de Afrogemeeschap Monkey Point. Zij willen dat de Commissie tussenbeide komt om te zorgen dat hun inspraak in de voortgang van het project wordt gegarandeerd.

Te ondiep

Een groep wetenschappers heeft ondertussen onder de vlag van de Academie voor Wetenschappen van Nicaragua – ACN is de afkorting in het Spaans – dit jaar een rapport uitgebracht dat hun punten van zorg in kaart brengt.

Het grootste struikelblok is volgens de ACN het Nicaraguameer, het grootste zoetwaterreservoir van Midden-Amerika, waar de route doorheen loopt. De gevaren zijn verzilting door contact met de zee en daardoor gevolgen voor de vissoorten in het meer. Verder is het meer te ondiep, rond de 12 meter en zou er fllink gebaggerd moeten (blijven) worden om een diepte van minstens 20 meter te bereiken en te behouden. Klimaatdeskundigen voorspellen bovendien droogte in het westen van Nicaragua, ten gevolge van de klimaatverandering. Juist in het westen ligt het meer, dat dus in de toekomst bedreigd wordt door watertekort ten gevolge van minder neerslag en verdamping van het water van het meer.

Aan de Pacifische westkant van Nicaragua komen ook veel aardbevingen voor. Dat was voor de Fransen en later de Amerikanen eind negentiende eeuw een van de doorslaggevende redenen om niet in Nicaragua een kanaal te graven, maar in Panama. Het Nicaraguakanaal (278 km) is ook nog eens ruim drie keer zo lang als het Panamakanaal. Toch denken HKND en de Nicaraguaanse regering het werk in vijf jaar te voltooien.

Tropisch regenwoud

Aan de Atlantische oostkant van het land ligt een van de weinig overgebleven tropische regenwouden in Midden-Amerika. Aanleg van het kanaal zou ook belangrijke schade aan het bos toebrengen. Tenslotte wijst de ACN in haar rapport op de wettelijk vastgelegde rechten van de indiaanse en zwarte gemeenschappen in het Atlantische gebied om hun grondgebied naar eigen inzicht te beheren.

Daarmee hebben de gemeenschappen die naar de Interamerikaanse Commissie voor de Mensenrechten zijn gestapt ook uit wetenschappelijke kring steun gekregen.

Het feit dat er nog maar vijf maanden te gaan zijn voordat de geplande aanleg van het kanaal begint wijst er niet op dat de regering van Nicaragua en het Chinese HKND veel tijd willen besteden aan de wensen van de bevolking. De wetenschappers wijzen erop dat de manier waarop die inspraak moet worden georganiseerd bij wet is vastgelegd en dat de regering zich niet aan de wet heeft gehouden. De bevolking had al lang geraadpleegd moeten worden. 

Het woord is aan de Interamerikaanse Commissie voor de Mensenrechten. Of die binnen vijf maanden reageert, is ook nog maar de vraag. Soms duurt het jaren voordat een zaak in behandeling wordt genomen.

Hoe zat het ook al weer

Het beoogde Nicaraguakanaal moet zeeschepen van het grootste type doorgang verlenen tussen de Stille en de Atlantische Oceaan. Aan het zuidelijker gelegen Panamakanaal worden op dit moment werkzaamheden verricht om grotere schepen te kunnen ontvangen dan tot nu toe. Het belangrijkste onderdeel van dit werk is de bouw van grotere sluizen.

In containereenheden (TEU) uitgedrukt: het huidige Panamakanaal kan schepen tot en met 4000 TEU ontvangen, door het verbrede kanaal kunnen schepen tot circa 14.000 TEU. Maar inmiddels varen er al schepen van 18.000 TEU over de wereldzeeën. Die kunnen dus ook niet door het verbrede Panamakanaal.

China wordt geacht het meeste profijt van het Nicaraguakanaal te hebben. Het land heeft bijvoorbeeld behoefte aan olie en ijzererts van de Atlantische kusten van Noord- en Zuid-Amerika.

De kosten van het project worden op 40 miljard dollar geraamd. Over de financiering is nog niets bekend. HKND legt het kanaal aan en krijgt het voor 50 jaar in concessie, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens vijftig jaar.

Mijn gekozen waardering € -

Wies Ubags (1962) werkt vanuit Brazilië voor oa het ANP. Ze is ook te horen op de Nederlandse en Belgische radio (vooral BNN, WNL en VRT).  Ze schrijft over ambitie in Latijns Amerika, in het klein en in het groot. Economische onderwerpen krijgen veel aandacht.