Daarnaast is het baanbrekende album Pieces of Africa uit 1992 van Kronos opgenomen in het National Recording Registry van Audio Treasures door de Library of Congress.
Kronos staat al 50 jaar bekend om het uitdagen en herdefiniëren van de traditionele opvattingen van een strijkkwartet. Ik interviewde de toenmalige leden van het strijkkwartet dertig jaar geleden voor muziekblad OOR naar aanleiding van de release van Pieces of Africa.
TOEN WAS ER KRONOS: VIER KLASSIEKE ‘STRIJKERS’ OP AVONTUUR IN DE WONDERE WERELD VAN AFRIKA
door C. Cornell Evers 4 april 1992
Het gezaghebbende Amerikaanse tijdschrift Rolling Stone noemde hen The New Fab Four, anderen hebben het liever over het punkstrijkkwartet Kronos. Allemaal bedoelen ze echter de vier strijkers uit San Francisco die als geen ander met succes het stoffige jasje van de klassieke muziek een meer trendy uitstraling hebben gegeven, zonder dat dit meteen een algehele uitverkoop van diepgang en kwaliteit tot gevolg heeft gehad, zoals ook de nieuwe langspeler Pieces Of Africa weer laat horen.
De muziek van The Kronos Quartet is uitdagend en energiek, net als de god van de tijd, waarnaar ze zich noemen. De titaan Kronos was een zoon van Uranus en Gaia. Hij castreerde zijn vader en verslond, paranoïde als hij was, zijn eigen kinderen onmiddellijk na de geboorte, uitgezonderd dan Zeus, maar dat is een ander verhaal.
Hoewel het strijkkwartet een traditioneel Europese stijlvorm is, pionieren de vier van The Kronos Quartet al geruime tijd ook buiten de grenzen van de westerse kunstmuziek. Zo werd er samengewerkt met Japanse componisten als Somei Satoh en Toru Takemitsu en recentelijk nog was het viertal in de studio samen met het Bulgaarse vrouwenkoor dat bekend is geworden onder de naam Le Mystère Des Voix Bulgares, om een speciaal voor deze combinatie door Terry Riley geschreven lied op te nemen.
De interesse in ‘andere muziek’ heeft op Pieces Of Africa geresulteerd in een reis door een aantal muzikale tradities van Afrika, waarbij naast het geluid van de vier strijkers zelf tevens traditionele instrumenten als mbira, sintir, kora en tar klinken, samen met de stemmen van sommige van de componisten (Hassan Hakmoun, Obo Addy, Dumisani Maraire) en van het Oakland Interfaith Gospel Choir.
Ook live is er ruimte om meer te doen dan gebruikelijk in de traditie van het strijkkwartet. Zo trad The Kronos Quartet de avond voordat ik eerste violist David Harrington sprak, in San Francisco op samen met Dumisani Maraire en Hamza El Din, respectievelijk afkomstig uit Zimbabwe en Soedan.
Pieces Of Africa is het resultaat van vele jaren van materiaal verzamelen, zoals David Harrington uitlegt, te beginnen met White Man Sleeps dat de Zuid-Afrikaanse componist Kevin Volans in 1985 voor The Kronos Quartet schreef. ‘Wij realiseerden ons toen ineens dat die muziek zowel wat betreft klank als gevoel zo heel anders was dan alles wat we daarvoor hadden gespeeld en wij begonnen in te zien dat er een hele wereld van muziek bestond die deel uit zou kunnen gaan maken van de muziek van Kronos. In de jaren die volgden hebben wij beetje voor beetje allerlei componisten leren kennen, afkomstig uit verschillende delen van Afrika, mensen van wie wij het idee hadden dat ze prachtige muziek voor ons zouden kunnen schrijven. Daar is uiteindelijk een hele verzameling kwartetmuziek uit voortgekomen.’
Opmerkingen als zou Pieces Of Africa meer wereldmuziek zijn dan kwartetmuziek, wuift hij weg. ‘Volgens mij is er een hoop Kronos op deze plaat te horen. In feite is iedere noot doortrokken met wat wij doen. Ik mis ons totaal niet. Ik denk dat wij heel erg aanwezig zijn.’
Of er in de toekomst meer van dit soort projecten denkbaar zijn? ‘Ik zie Pieces Of Africa als de opening van een deur, die ons en onze muziek echt in de weg zat. Wij hebben die deur nooit gecreëerd, maar hij was er wel, al honderden jaren. Nu die deur open is, zullen we er zeker op heel verschillende manieren door gaan lopen.’
TRENDY
Kronos is in alle opzichten het geesteskind van zijn oprichter, David Harrington. Het viertal speelt sinds 1978 in de huidige samenstelling. ‘Het klikte gewoon vanaf het eerste begin tussen ons, waardoor ik mijn ideeën optimaal gestalte kon geven,’ zegt de violist. Hij gelooft heel sterk in de definitie die Goethe gaf van een strijkkwartet als ‘een conversatie voor vier intelligente personen’ en hevelde het kwartet van het historische Wenen, waar het in de achttiende en negentiende eeuw tot grote bloei kwam, over naar het multi-culturele heden, met als bedoeling de vocabulaire, de klankkleur en de invalshoeken van deze muziek te vergroten.
David Harrington, tweede violist John Serba, altviolist Hank Dutt en celliste Joan Jeanrenaud gaan trendy gekleed, niet alleen door het leven maar ook over het concertpodium (maar toch nog zo ‘gewoon’ dat Nigel Kennedy daarbij vergeleken een circus-act lijkt). Ze spelen elektrisch versterkt en ze geloven in ‘staging’, het nut van een presentatie waarbij onder andere gebruik wordt gemaakt van belichting, zoals dat in de popwereld meer regel dan uitzondering is, met als voornaamste doel ‘een visuele plek’ creëren waar hun muziek het best tot zijn recht komt. En ze produceren hun eigen radioshows die over de hele Verenigde Staten maar ook daarbuiten worden uitgezonden.
John Serba lachte zich rot toen hij ergens las dat zijn haardracht typisch punk was. ‘Ik laat me meestal ergens in Market Street knippen, voor vijf dollar, door een oude Hongaarse vrouw. Ze moet ongeveer zeventig zijn. Het is dus eerder een Hongaarse proletariërs-coupe uit de jaren dertig, lijkt mij.’
En Joan Jeanrenaud, grotendeels verantwoordelijk voor de kleding van de groep: ‘We zijn al heel lang geleden samen tot de conclusie gekomen dat het voor ons helemaal niet zo noodzakelijk was om in dezelfde uitmonstering als iedereen het podium op te gaan. Ons uiterlijk ligt gewoon in het verlengde van onze muziek.’
‘Het heeft ons nooit zo aangetrokken om eruit te zien als een tapdanser uit de jaren dertig,’ zegt David Harrington. ‘De gemiddelde klassieke muzikant draagt een pak dat anderen aandoen als ze naar een begrafenis gaan. Sommigen zien er zelfs uit of die begrafenis die van henzelf is.’
De muziek van Kronos vraagt om een andere benadering, meent hij. Wat dat ‘andere’ inhoudt, hebben de klassieke podia de afgelopen veertien jaar op alle mogelijke manieren kunnen ervaren. Op een enkele uitzondering na heeft Kronos alleen maar werken van twintigste-eeuwse componisten op het repertoire staan, waarvan Charles Ives, Anton Webern, Béla Bartok en Dimitri Sjostakovitsj tot de meest ‘klassieke’ horen.
Kronos speelt alles, van Purple Haze van Jimi Hendrix tot composities van James Brown, Bill Evans, Thelonious Monk, Philip Glass, John Lurie, Henryk Mikolaj Górecki, Witol Lutoslawski, Arvo Pärt, Terry Riley en Astor Piazzolla. Zelfs de Newyorkse anarcho-saxofonist John Zorn leverde met Forbidden Fruit een bijdrage aan het gevarieerde repertoire van Kronos.
AANGRIJPEND
Kronos draagt de eigen universele gedachte uit door het verlenen van commissies aan componisten overal ter wereld. De muzikale stijl doet er daarbij minder toe dan de inhoud van het werk waarmee iemand zich bezighoudt. Harrington: ‘Het meest belangrijke is natuurlijk dat wij ons aangetrokken moeten voelen tot een stuk dat we gaan spelen. Verder moet de muziek zich op een of andere manier onderscheiden. Het moet muziek zijn waaraan je kunt horen, dat de persoon die het geschreven heeft, een ontwikkeling doormaakt in zijn muziek, dat muziek een hoofdbestanddeel van zijn leven is.’
‘Het strijkkwartet is een van de siermonumenten binnen de artistieke ontwikkeling van onze cultuur’
Kronos werkt nauwgezet, waardoor er soms heel wat jaren overheen kunnen gaan voordat een eerste contact met een componist de première van een nieuw werk oplevert. Een goed voorbeeld is Different Trains van Steve Reich, zoals dat enkele jaren terug in het Utrechtse Muziekcentrum Vredenburg zijn première beleefde. Het eerste contact met de ‘minimal’-componist stamde van vijf jaar daarvoor. Harrington: ‘Ik luisterde al heel lang naar zijn muziek, vond het leuk, het intrigeerde me. Toen hij een keer in San Francisco was, ben ik aan hem voorgesteld. Pas later realiseerde ik me dat hij weliswaar nog nooit een kwartetstuk had geschreven dat geschikt was om door ons te worden uitgevoerd maar dat er één compositie was – Clapping Music – die wij heel goed in ons repertoire mee konden nemen. Wij hebben de muziek opgevraagd, het stuk ingestudeerd en samen geklapt. Dat ging allemaal goed, tot we het een keer tijdens een concert zouden doen. Ik had er totaal geen rekening mee gehouden, hoe erg je handen opzwellen van zes minuten continu klappen. Het was een bizarre ervaring toen we meteen daarna Sjostakovitsj moesten spelen. Toen dat gebeurd was, heb ik Steve een brief geschreven waarin ik hem bedankte voor zijn eerste kwartet – Clapping Music – en de hoop uitsprak dat het ooit nog eens zover zou komen dat hij een ander kwartet zou schrijven. Wij begonnen met elkaar te corresponderen en daar is uiteindelijk Different Trains uit voortgekomen.’
Different Trains handelt voor een deel over de holocaust en is in dat opzicht een van de meest persoonlijke stukken die Steve Reich, zelf van Joodse afkomst, ooit heeft geschreven. Als kind van gescheiden ouders reisde de componist als kleine jongen steeds opnieuw tussen het oosten en het westen van de Verenigde Staten heen en weer, per trein. In Europa draaiden de vernietigingskampen op volle toeren en Reich realiseerde zich later dat hij in een heel andere trein had kunnen zitten. In het stuk is de door de componist opgenomen stem van zijn vroegere gouvernante te horen, die met hem meereisde tussen Los Angeles en New York. Hij nam ook het werkelijk prachtige stemgeluid op van een gepensioneerde Pullman wagenbegeleider, die in vroeger dagen op de bewuste lijn diende en hij legde de stemmen vast van overlevenden van de Holocaust, die nu in Amerika wonen. Reich voerde fragmenten uit deze gesprekken in een sampler in en probeerde met de klankkleuren van de strijkinstrumenten het geluid van de stemmen zoveel mogelijk te benaderen. Zoals Reich besliste: ‘De regel is dat iedere keer dat een vrouw praat, de viool haar dubbelt, en dat iedere keer dat een man iets zegt, de cello daarin mee gaat.’
Different Trains, met het jagende Kronos Quartet op de locomotief en het geluid van treinen, fluiten en stemmen in een ritmisch verschuivende cadans, is het meest aangrijpende document dat de modern-klassieke muziek de laatste jaren heeft opgeleverd. Een emotioneel stuk, beaamt David Harrington. ‘Dat merk je absoluut, als je het speelt. Ik denk dat het voor Reich zelf een hele grote persoonlijke doorbraak is geweest, om zoiets te schrijven en ik ben er zeker van dat dit een hele belangrijke invloed zal hebben op het verdere verloop van zijn carrière.’
Kronos verraste het publiek eerder al door werk van James Brown uit te voeren. Binnenkort komt daar een compositie bij van een jonge Amerikaanse componist – Michael Daugherty – waarin rap, scratch en verscheidene andere elementen uit de hip hop zullen doorklinken. Muziek is zowel een politiek als een sociaal medium, meent Harrington en noemt als project-thema’s waarmee de groep op zeer korte termijn aan de slag gaat: AIDS, het Indiaanse opperhoofd Crazy Horse, de legendarische FBI-directeur J. Edgar Hoover en de beroemde Amerikaanse journalist I.F. Stone.
Waarom is hij eigenlijk al bijna zijn hele leven gefascineerd door kwartetmuziek? ‘Voor mij is het strijkkwartet een van de siermonumenten binnen de artistieke ontwikkeling van onze cultuur. Ik zie het als de meest aantrekkelijke en kneedbare muziekvorm die er bestaat en ik denk dat de meeste componisten met wie wij werken dat ook zo voelen. Er komt werkelijk geen einde aan de kleuren, in de manier waarop vier mensen op elkaar kunnen reageren door muziek.’
Dit artikel is eerder gepubliceerd in muziekblad OOR