Ratten redden levens Afrikaanse tbc-patiënten

Werden ratten eerder al gebruikt om landmijnen op te sporen. Ze worden nu ook ingezet om de in Afrika nog altijd zeer dodelijke infectieziekte tuberculose op te sporen. De knaagdieren blijken beter en sneller dan de mens.

Maak kennis met Gilbert: een bruine dertig centimeter lange rat met minstens zo lange staart. Opgetogen trippelt hij door een langwerpige glazen kooi en snuffelt één voor één aan tien gaatjes in de metalen bodem. Niet omdat een nieuw medicijn op hem wordt getest. De Afrikaanse reuzehamsterrat doet zélf de testjes in dit onderzoekscentrum in de Tanzaniaanse stad Morogoro. Gilbert is één van de veertig ‘hero rats’ die door de Belgische ngo Apopo worden ingezet om in Tanzania en Mozambique tuberculosemonsters te testen. 

Veel tbc-patiënten worden niet gedetecteerd

“In zeven minuten onderzoeken deze ratten net zoveel stalen als waar een labmedewerker met een microscoop twee dagen over zou doen”, zegt Christiaan Mulder (31) die als epidemioloog voor Apopo in Tanzania werkt. De Nederlander legt uit hoe onder de gaatjes monsters met longslijm zijn geschoven die eerder zijn getest in ziekenhuizen waarmee Apopo samenwerkt. Door een gebrek aan goede apparatuur komen veel van de stalen daar echter als negatief uit de bus terwijl ze vaak wel degelijk tuberculose bevatten. 

“Dit heeft dramatische consequenties”, stelt Mulder. Volgens schattingen van de Wereldgezondheidsorganisatie kan een onbehandelde tbc-patiënt per jaar tien tot vijftien andere personen besmetten. “Na HIV, is tuberculose hierdoor nog altijd de meest dodelijke infectieziekte in sub-Sahara Afrika”, zegt Mulder.

Ratten hebben een zeer goed reukvermogen

“Ratten pikken het gros van deze gemiste monsters er echter wel uit”, stelt de Belg Christophe Cox die directeur is van Apopo. De organisatie zet al langer ratten in bij het opsporen van landmijnen in Afrika en besloot ze ook te gaan trainen voor het detecteren van tbc. “Het was bekend dat de tuberculose bacterie een bepaalde geur afscheidt, ratten hebben een zeer goed reukvermogen, ze zijn goedkoop te huisvesten, eenvoudig per vliegtuig naar andere landen te vervoeren en hechten zich niet aan één trainer zoals honden dat doen”, somt Cox de voordelen op in zijn kantoor in Morogoro. 

Elke rat wordt in negen maanden tam gemaakt en via een Pavlov-achtige kliktraining geleerd om bij de geur van tbc zijn neus in het gaatje te blijven houden en met zijn voorpoten over het metaal te krabben. Als beloning krijgt het een bananenmengsel. “Niet teveel waardoor het dik en lui wordt maar net genoeg zodat het voor ons wil blijven doorwerken”, grinnikt Mulder terwijl achter hem Gilbert gulzig de lekkernij naar binnen schrokt nadat hij een monster juist heeft gedetecteerd.

‘Deze mensen waren anders mogelijk overleden’

De methode blijkt te werken. Alleen al het afgelopen jaar hebben de Apopo-ratten in Tanzania meer dan 1800 patiënten gedetecteerd die eerder als negatief waren getest. “Mensen die anders niet behandeld waren en mogelijk aan de ziekte waren overleden”, stelt Cox. 

De rattenmethode is echter nog niet geaccrediteerd door de Wereldgezondheidsorganisatie. “Hiervoor is meer onderzoek en dus geld nodig”, verklaart Cox die eraan toevoegt dat Apopo mensen sinds kort de mogelijkheid biedt om een rat te adopteren en vervolgens zijn prestaties via internet te volgen.

De tbc-ratten worden ouder dan hun soortgenoten in het wild

Op de vraag of het voor de ratten niet zielig is, antwoordt de Vlaming dat de ratten zeer goed worden behandeld, wekelijks worden gecontroleerd door een dierenarts, regelmatig mogen buitenspelen in hokken met natuurlijk landschap en ze dan ook ouder worden dan hun soortgenoten in het wild. Cox: “Wij zien ons echt als een ratten-universiteit.”

2014 © CompassMedia

Mijn gekozen waardering € -

Andrea Dijkstra is freelance journalist en cultureel antropoloog. Met fotograafΠJeroen van Loon trekt ze sinds juni 2011 voor onbepaalde tijd per auto door Afrika, waar ze schrijft over de achtergronden van oorlog, corruptie en deΠontwikkelingssector en ook over opkomende economieen, jonge creatievelingen en haar persoonlijke ervaringen.