Redder in nood

Als de verkeerstoren in het donker oplicht, hoor ik een harde knal. Op steenworp van de luchthaven staan we stil met een geknapte band. Gaan we onze vlucht halen? Nu mijn werk als reisbegeleider door de coronacrisis stil ligt, heb ik eindelijk tijd om te schrijven over mijn belevenissen.

Op het dak van de bus sjort de chauffeur onze koffers en rugzakken vast. Bezweet gaat de 63-jarige Tico achter het stuur zitten; de luchtvochtigheid is hoog in Costa Rica. ‘Geen probleem, dit hoort erbij’, zegt hij terwijl hij zijn voorhoofd droogdept. De veertiendaagse rondreis is overzichtelijk: het hele traject leggen we af in dezelfde bus, met dezelfde chauffeur. Twee keer eerder was ik in dit land. Een keer als backpacker, een keer om reportages te maken voor Te Gast in Costa Rica & Panama. Beide keren heb ik toeristische hotspots, ziplines en raft-excursies gemeden.

‘Kun je me een beetje helpen?’, vraag ik de chauffeur zodra we uit de hoofdstad San José vertrekken. De plaatsen die ik nu als reisbegeleider ga bezoeken, ken ik niet allemaal. ‘Natuurlijk, we zijn een team’, antwoordt hij. De meeste chauffeurs vinden het al lang leuk dat hun tijdelijke collega interesse heeft in hun kennis. Onderschat nooit de waarde van deze mobiele encyclopedie: chauffeurs weten precies waar je onderweg kunt koffiedrinken, welke toiletten schoon zijn en in welke gelegenheden je met een groep redelijk efficiënt kunt lunchen. Vrienden worden met de chauffeur is dan ook de beste investering.

‘Loop maar eens naar die boom’, zegt de chauffeur als we onderweg naar La Fortuna een koffiestop maken. Hoe beter ik kijk, hoe meer leguanen met oranje hanenkammen ik zie. Wat een beesten! Was ik in mijn eentje op reis geweest, dan was ik nooit gestopt bij deze brug. Wat ook heel handig is: hij fluistert me in langs welke gewassen we rijden en hoeveel millimeter regen er valt. Precies op het goede moment kan ik iets relevants vertellen door de microfoon. Tien minuten voordat we bij de bakker arriveren, vertelt hij dat het handig is om wat extra in te slaan. We stappen namelijk zo op de boot voor twee nachtjes in Nationaal Park Tortuguero, waar de prijzen hoger liggen. Dat soort praktische tips kunnen Nederlandse toeristen wel waarderen.

Op mijn beurt help ik de chauffeur een handje. Ik vraag of mensen hun vieze schoenen willen uitkloppen zodat ze niet onnodig veel zand en modder mee de bus innemen. ‘De beste man poetst dagelijks zijn bus, laten we het hem niet nog moeilijker maken.’ Uiteraard maak ik  regelmatig complimentjes over de nette staat van zijn blinkende bus. En bedank hem uitvoerig, als hij ons meeneemt naar een plek waar je de lekkerste smoothies van het land drinkt. En we terloops ook nog een ara of gordeldier spotten.

Want dat is ook het idee van Costa Rica: zoveel mogelijk dieren spotten. Dat is best lastig als je niet weet waar je moet zoeken. Gelukkig rijden chauffeurs de route wel vaker en weten ze precies welke bomen in de smaak vallen. ‘Kijk!’, zegt de chauffeur terwijl hij naar een dode tak wijst. ‘Een toekan.’ Hij zet de bus aan de kant, we stappen uit om het dier goed te bekijken. Ook de luiaard zien we dankzij het oplettende oog van de chauffeur. Na verschillende wandelingen door nevel- en regenwouden is het ons nog steeds niet gelukt om dit schattige beest te spotten. Totdat de chauffeur plotseling remt. Het is me niet meteen duidelijk waarom. Maar dan zie ik een luiaard, die aan een elektriciteitsdraad de straat oversteekt.

Na twee weken zit onze reis erop. Op zaterdagnacht vertrekken we naar de luchthaven. Als de verkeerstoren oplicht in het donker, prijs ik mezelf gelukkig. Wat een heerlijk land en wat ging deze reis soepel. Dan hoor ik een harde knal. De achterband is geknapt. De chauffeur laat zich niet van de wijs brengen. Koelbloedig zet hij de gevarendriehoek op de vluchtstrook en pakt het reservewiel uit de achterbak. Twee jongens mogen hem komen helpen om het wiel eruit te krijgen. Om beurten springen ze op de krik, er lijkt geen beweging in te komen.

Ondertussen stijgt de adrenaline. Over tweeënhalf uur vertrekt onze vlucht. De snelweg oversteken en de laatste paar kilometer lopen, is levensgevaarlijk. Snel een nieuwe bus regelen om 4.00 uur ’s nachts, gaat hem ook niet worden. Terwijl er allerlei noodscenario’s door mijn hoofd schieten, drentel ik op en neer tussen de zwoegende mannen en ongeruste reizigers. Nooit te vroeg juichen, dat blijkt maar weer. Maar natuurlijk komt het net op tijd goed. Met zwarte handen neemt de chauffeur plaats achter het stuur. Ik geef onze redder in nood een high five. ‘Je bent een held!’

Mijn gekozen waardering € -

Naast bladenmaker, eindredacteur en tekstschrijver is Ellen Weber reisbegeleider in Latijns-Amerika. Begin juni 2020 verscheen haar verhalenbundel Vamos! 21-Daagse reis door Latijns-Amerika.

www.ellenweber.nl